Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TN0708

    Zaak T-708/19: Beroep ingesteld op 17 oktober 2019 – Bujar/Commissie

    PB C 10 van 13.1.2020, p. 36–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.1.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 10/36


    Beroep ingesteld op 17 oktober 2019 – Bujar/Commissie

    (Zaak T-708/19)

    (2020/C 10/48)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Marcin Bujar (Sint-Lambrechts-Woluwe, België) (vertegenwoordiger: R. Wardyn, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    het besluit van de Commissie van 20 december 2018 nietig te verklaren; en

    de Commissie te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut en van artikel 7, lid 1, RAP:

    de overdraagbare pensioenrechten moeten worden berekend op basis van het daadwerkelijk overgedragen bedrag minus de waardevermindering van het kapitaal tussen de datum van het verzoek tot overdracht en de daadwerkelijke datum van overdracht;

    het PMO heeft een vergissing gemaakt door de overdraagbare pensioenjaren te berekenen op basis van het bedrag dat het nationale orgaan heeft opgegeven in het voorlopige besluit, terwijl het daadwerkelijk overgedragen bedrag de uitkomst was van de herwaardering van het kapitaal tussen de datum van het verzoek tot overdracht en de daadwerkelijke datum van overdracht, en: een herberekening van de pensioenrechten door de nationale instantie; de herwaardering van het kapitaal voor de periode voorafgaande aan het verzoek tot overdracht.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan ongerechtvaardigde verrijking van de Unie:

    de berekening van de overdraagbare jaren op basis van een voorlopig bedrag dat moest worden herberekend en niet overeenkwam met de herwaardering van het kapitaal tussen de datum van het verzoek tot overdracht en de daadwerkelijke datum van overdracht heeft geleid tot een ongerechtvaardigde verrijking van de Unie.


    Top