This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0019
Case T-19/19: Action brought on 11 January 2019 — Fastweb v Commission
Zaak T-19/19: Beroep ingesteld op 11 januari 2019 — Fastweb / Commissie
Zaak T-19/19: Beroep ingesteld op 11 januari 2019 — Fastweb / Commissie
PB C 82 van 4.3.2019, p. 61–63
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
4.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 82/61 |
Beroep ingesteld op 11 januari 2019 — Fastweb / Commissie
(Zaak T-19/19)
(2019/C 82/74)
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Fastweb SpA (Milaan, Italië) (vertegenwoordigers: M. Merola, L. Armati, A. Guarino en E. Cerchi, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het besluit van 31 augustus 2018 waarbij de Europese Commissie in zaak M.9041 — HUTCHISON/WIND TRE, de concentratie heeft goedgekeurd in de zin van artikel 6, lid 1, onder b), en artikel 6, lid 2, van verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, nietig verklaren; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij negen middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan schending van de artikelen 2 en 8 van verordening nr. 139/2004: kennelijk onjuiste beoordeling en gebrekkig onderzoek omdat de Commissie van mening was dat de toetreding tot de markt van een nieuwe mobiele netwerkoperator (MNO) volstond om de horizontale gevolgen van de concentratie te verhelpen, zonder de factoren in aanmerking te nemen die tot het succes van H3G hebben geleid
|
2. |
Tweede middel, ontleend aan schending van de artikelen 2 en 8 van verordening nr. 139/2004: kennelijk onjuiste beoordeling van het MNO-pakket.
|
3. |
Derde middel, ontleend aan schending van de artikelen 2 en 8 van verordening nr. 139/2004 en aan een kennelijk onjuiste beoordeling en een gebrekkig onderzoek aangezien de Commissie haar analyse van de concentratie en van de verbintenissen heeft gebaseerd op de onjuiste aanname dat de prijs de enige belangrijke concurrentiefactor is en daarbij de kwaliteit en de convergentie over het hoofd heeft gezien.
|
4. |
Vierde middel, ontleend aan schending van de artikelen 2 en 8 van verordening nr. 139/2004 en een gebrekkig onderzoek omdat de Commissie niet van mening was dat de concentratie een mededingingsbeperkend doel had.
|
5. |
Vijfde middel, ontleend aan schending van de artikelen 2 en 8 van verordening nr. 139/2004 en aan een kennelijk onjuiste beoordeling van de vraag of de verbintenissen geschikt zijn om tegemoet te komen aan de bezorgdheid met betrekking tot de gecoördineerde effecten op de retailmarkt, alsook aan een gebrekkig onderzoek, met name naar de verenigbaarheid van de roaming-overeenkomsten/nationale multi-operator core network (MOCN) met artikel 101 VWEU.
|
6. |
Zesde middel, ontleend aan schending van de artikelen 2 en 8 van verordening nr. 139/2004 en aan een kennelijk onjuiste beoordeling van de geschiktheid van de verbintenissen om tegemoet te komen aan de mededingingsbezwaren op de wholesalemarkt voor toegang en gespreksopbouw op mobiele telefoonnetwerken.
|
7. |
Zevende middel, ontleend aan schending van artikel 8, lid 2, van verordening nr. 139/2004, een beoordelingsfout en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur
|
8. |
Achtste middel, ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling en een gebrekkig onderzoek daar de Commissie de „ratio” van de nieuwe concentratie niet heeft onderzocht.
|
9. |
Negende middel, ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling door de Commissie daar zij het, gelet op de gewijzigde marktomstandigheden, niet nodig achtte dat de verbintenissen werden aangepast.
|