Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CG0001

    Advies 1/19: Advies van het Hof (Grote kamer) van 6 oktober 2021 — Europees Parlement (Advies krachtens artikel 218, lid 11, VWEU – Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) – Ondertekening door de Europese Unie – Ontwerp over de sluiting door de Unie – Begrip “voorgenomen overeenkomst” in de zin van artikel 218, lid 11, VWEU – Externe bevoegdheden van de Unie – Materiële rechtsgrondslag – Artikel 78, lid 2, VWEU – Artikel 82, lid 2, VWEU – Artikel 83, lid 1, VWEU – Artikel 84 VWEU – Artikel 336 VWEU – Artikelen 1 tot en met 4 bis van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht – Gedeeltelijke deelname van Ierland aan de sluiting van het Verdrag van Istanbul door de Unie – Mogelijkheid om de handeling tot sluiting van een internationale overeenkomst op te splitsen in twee afzonderlijke besluiten naargelang van de toepasselijke rechtsgrondslagen – Praktijk van het “gemeenschappelijk akkoord” – Verenigbaarheid met het VEU en het VWEU)

    PB C 481 van 29.11.2021, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.11.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 481/2


    Advies van het Hof (Grote kamer) van 6 oktober 2021 — Europees Parlement

    (Advies 1/19) (1)

    (Advies krachtens artikel 218, lid 11, VWEU - Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) - Ondertekening door de Europese Unie - Ontwerp over de sluiting door de Unie - Begrip “voorgenomen overeenkomst” in de zin van artikel 218, lid 11, VWEU - Externe bevoegdheden van de Unie - Materiële rechtsgrondslag - Artikel 78, lid 2, VWEU - Artikel 82, lid 2, VWEU - Artikel 83, lid 1, VWEU - Artikel 84 VWEU - Artikel 336 VWEU - Artikelen 1 tot en met 4 bis van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht - Gedeeltelijke deelname van Ierland aan de sluiting van het Verdrag van Istanbul door de Unie - Mogelijkheid om de handeling tot sluiting van een internationale overeenkomst op te splitsen in twee afzonderlijke besluiten naargelang van de toepasselijke rechtsgrondslagen - Praktijk van het “gemeenschappelijk akkoord” - Verenigbaarheid met het VEU en het VWEU)

    (2021/C 481/02)

    Procestaal: alle officiële talen

    Verzoekende partij

    Europees Parlement (vertegenwoordigers: D. Warin, A. Neergaard en O. Hrstková Šolcová, gemachtigden)

    Dictum

    1)

    Mits te allen tijde volledig wordt voldaan aan de vereisten van artikel 218, leden 2, 6 en 8, VWEU, staan de Verdragen er niet aan in de weg dat de Raad van de Europese Unie het besluit over de sluiting van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul) door de Europese Unie, met inachtneming van zijn reglement van orde, pas vaststelt nadat de lidstaten een “gemeenschappelijk akkoord” hebben bereikt om op de binnen hun bevoegdheden vallende gebieden gebonden te worden door dit verdrag. De Verdragen staan er daarentegen wel aan in de weg dat de Raad een extra stap toevoegt aan de in artikel 218 VWEU geregelde sluitingsprocedure door de vaststelling van het besluit over de sluiting van dat verdrag afhankelijk te maken van de voorafgaande constatering dat er sprake is van een dergelijk “gemeenschappelijk akkoord”.

    2)

    De juiste materiële rechtsgrondslag voor de vaststelling van de handeling van de Raad houdende sluiting door de Unie van het gedeelte van het Verdrag van Istanbul waarop de voorgenomen overeenkomst in de zin van artikel 218, lid 11, VWEU betrekking heeft, bestaat uit artikel 78, lid 2, artikel 82, lid 2, en de artikelen 84 en 336 VWEU.

    3)

    Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, die beide aan het VEU en het VWEU zijn gehecht, rechtvaardigen de opsplitsing in twee afzonderlijke besluiten van de handeling van de Raad houdende sluiting door de Unie van het gedeelte van het Verdrag van Istanbul waarop de voorgenomen overeenkomst betrekking heeft, uitsluitend voor zover die opsplitsing ertoe strekt dat in aanmerking wordt genomen dat Ierland of het Koninkrijk Denemarken niet deelneemt aan de in verband met de sluiting van die overeenkomst vastgestelde — in hun geheel te beschouwen — maatregelen die binnen de werkingssfeer van die protocollen vallen.


    (1)  PB C 413 van 9.12.2019.


    Top