Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CB0769

    Zaak C-769/19: Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 14 januari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad — Bulgarije) — Spetsializirana prokuratura/UC, TD (Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Justitiële samenwerking in strafzaken – Richtlijn 2012/13/EU – Recht op informatie in strafprocedures – Artikel 6 – Recht van verdachten of beklaagden om in kennis te worden gesteld van hun rechten – Artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Behandeling van een zaak binnen een redelijke termijn – Nationale wettelijke regeling volgens welke de gerechtelijke procedure wordt beëindigd ingeval de rechter vaststelt dat de tenlastelegging vormgebreken vertoont – Terugverwijzing van de zaak naar de openbaar aanklager voor het opstellen van een nieuwe tenlastelegging – Toelaatbaarheid)

    PB C 138 van 19.4.2021, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.4.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 138/14


    Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 14 januari 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad — Bulgarije) — Spetsializirana prokuratura/UC, TD

    (Zaak C-769/19) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Justitiële samenwerking in strafzaken - Richtlijn 2012/13/EU - Recht op informatie in strafprocedures - Artikel 6 - Recht van verdachten of beklaagden om in kennis te worden gesteld van hun rechten - Artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Behandeling van een zaak binnen een redelijke termijn - Nationale wettelijke regeling volgens welke de gerechtelijke procedure wordt beëindigd ingeval de rechter vaststelt dat de tenlastelegging vormgebreken vertoont - Terugverwijzing van de zaak naar de openbaar aanklager voor het opstellen van een nieuwe tenlastelegging - Toelaatbaarheid)

    (2021/C 138/18)

    Procestaal: Bulgaars

    Verwijzende rechter

    Spetsializiran nakazatelen sad

    Partijen in de strafzaak

    UC, TD

    in tegenwoordigheid van: Spetsializirana prokuratura

    Dictum

    Artikel 6, leden 1, 3, en 4, van richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures, artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie alsmede het beginsel van voorrang van het Unierecht en het recht op eerbiediging van de menselijke waardigheid moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling die — in geval van een tenlastelegging die gebreken vertoont in die zin dat de inhoud ervan onduidelijk, onvolledig of tegenstrijdig is — in geen enkel geval de mogelijkheid biedt tot herstel van die gebreken door middel van correcties door de openbaar aanklager tijdens de preliminaire terechtzitting gedurende welke ze zijn vastgesteld, en de rechter verplicht de gerechtelijke procedure te beëindigen en de zaak terug te verwijzen naar de openbaar aanklager opdat deze een nieuwe tenlastelegging opstelt.


    (1)  PB C 27 van 27.1.2020.


    Top