EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0297
Case C-297/18: Request for a preliminary ruling from the Landesverwaltungsgericht Steiermark (Austria) lodged on 2 May 2018 — Humbert Jörg Köfler and Others
Zaak C-297/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landesverwaltungsgericht Steiermark (Oostenrijk) op 2 mei 2018 — Humbert Jörg Köfler e.a.
Zaak C-297/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landesverwaltungsgericht Steiermark (Oostenrijk) op 2 mei 2018 — Humbert Jörg Köfler e.a.
PB C 301 van 27.8.2018, p. 14–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 301/14 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landesverwaltungsgericht Steiermark (Oostenrijk) op 2 mei 2018 — Humbert Jörg Köfler e.a.
(Zaak C-297/18)
(2018/C 301/18)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landesverwaltungsgericht Steiermark
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Humbert Jörg Köfler, Wolfgang Leitner, Joachim Schönbeck, Wolfgang Semper
Betrokken autoriteit: Bezirkshauptmannschaft Murtal
Interveniërende partij: Finanzpolizei
Prejudiciële vraag
Moet artikel 49, lid 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale bepaling die voor op nalatigheid berustende delicten voorziet in geldboeten zonder maximum, in het bijzonder hoge minimumstraffen en vervangende hechtenis van meerdere jaren?