This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0089
Case C-89/18: Request for a preliminary ruling from the Østre Landsret (Denmark) lodged on 8 February 2018 — A v Udlændinge- og Integrationsministeriet
Zaak C-89/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Østre Landsret (Denemarken) op 8 februari 2018 — A/Udlændinge- og Integrationsministeriet
Zaak C-89/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Østre Landsret (Denemarken) op 8 februari 2018 — A/Udlændinge- og Integrationsministeriet
PB C 142 van 23.4.2018, p. 33–34
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.4.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 142/33 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Østre Landsret (Denemarken) op 8 februari 2018 — A/Udlændinge- og Integrationsministeriet
(Zaak C-89/18)
(2018/C 142/44)
Procestaal: Deens
Verwijzende rechter
Østre Landsret
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: A
Verwerende partij: Udlændinge- og Integrationsministeriet
Prejudiciële vragen
1) |
Indien „nieuwe beperkingen” voor de gezinshereniging tussen echtgenoten zijn ingevoerd die prima facie een schending vormen van de standstillbepaling van artikel 13 van besluit nr. 1/80 (besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de associatie in het kader van de overeenkomst van 12 september 1963 tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije) en die beperkingen gerechtvaardigd worden op basis van overwegingen in verband met een „geslaagde integratie” zoals erkend door het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn arrest van 12 april 2016 in de zaak Genc (1) en zijn arrest van 10 juli 2014 in de zaak Dogan (2), kan een regel zoals § 9, lid 7, van de Udlændingelov (Deense vreemdelingenwet) — op grond waarvan onder meer de gezinshereniging tussen een derdelander met een verblijfsvergunning in Denemarken en zijn/haar echtgeno(o)t(e) onderworpen is aan de algemene voorwaarde dat de binding van het paar met Denemarken groter moet zijn dan die met Turkije — „rechtvaardiging [vinden] in een dwingende reden van algemeen belang, geschikt [zijn] om de verwezenlijking van het nagestreefde legitieme doel te waarborgen en niet verder [gaan] dan nodig is voor het bereiken daarvan”? |
2) |
Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, waardoor het bindingsvereiste algemeen geschikt wordt geacht om de verwezenlijking van het integratiedoel te waarborgen, is het dan mogelijk om, zonder de toelaatbaarheid van de beperkingen en het evenredigheidsvereiste te schenden:
|
(1) C-561/14, EU:C:2016:247.
(2) C-138/13, EU:C:2014:2066.