This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TA0021
Case T-21/17: Judgment of the General Court of 14 December 2017 — RL v Court of Justice of the European Union (Civil Service — Officials — Promotion — 2015 promotion year — Decision not to promote the applicant to grade AD 10, with effect from 1 July 2015 — Interinstitutional transfer — Prorata temporis system — Comparative examination of the merits — Article 45 of the Staff Regulations — Liability)
Zaak T-21/17: Arrest van het Gerecht van 14 december 2017 — RL / Hof van Justitie van de Europese Unie („Openbare dienst — Ambtenaren — Bevordering — Bevorderingsronde 2015 — Besluit om verzoeker niet met ingang van 1 juli 2015 te bevorderen naar de rang AD 10 — Overplaatsing naar een andere instelling — Pro-rata-temporis-systeem — Vergelijkende beoordeling van de verdiensten — Artikel 45 van het Statuut — Aansprakelijkheid”)
Zaak T-21/17: Arrest van het Gerecht van 14 december 2017 — RL / Hof van Justitie van de Europese Unie („Openbare dienst — Ambtenaren — Bevordering — Bevorderingsronde 2015 — Besluit om verzoeker niet met ingang van 1 juli 2015 te bevorderen naar de rang AD 10 — Overplaatsing naar een andere instelling — Pro-rata-temporis-systeem — Vergelijkende beoordeling van de verdiensten — Artikel 45 van het Statuut — Aansprakelijkheid”)
PB C 52 van 12.2.2018, p. 28–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 52/28 |
Arrest van het Gerecht van 14 december 2017 — RL / Hof van Justitie van de Europese Unie
(Zaak T-21/17) (1)
((„Openbare dienst - Ambtenaren - Bevordering - Bevorderingsronde 2015 - Besluit om verzoeker niet met ingang van 1 juli 2015 te bevorderen naar de rang AD 10 - Overplaatsing naar een andere instelling - Pro-rata-temporis-systeem - Vergelijkende beoordeling van de verdiensten - Artikel 45 van het Statuut - Aansprakelijkheid”))
(2018/C 052/39)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: RL (vertegenwoordigers: C. Bernard-Glanz en A. Tymen, advocaten)
Verwerende partij: Hof van Justitie van de Europese Unie (vertegenwoordigers: J. Inghelram en V. Hanley-Emilsson, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, ten eerste strekkende tot nietigverklaring van het besluit van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 11 mei 2016 houdende weigering om verzoeker op 1 juli 2015 te bevorderen, en ten tweede tot vergoeding van de schade die verzoeker zou hebben geleden
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
RL wordt verwezen in de kosten. |