This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CN0474
Case C-474/17: Request for a preliminary ruling from the Bundesverwaltungsgericht (Germany) lodged on 8 August 2017 — Bundesrepublik Deutschland v Sociedad de Transportes SA
Zaak C-474/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 8 augustus 2017 — Bondsrepubliek Duitsland/Sociedad de Transportes SA
Zaak C-474/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 8 augustus 2017 — Bondsrepubliek Duitsland/Sociedad de Transportes SA
PB C 382 van 13.11.2017, p. 31–32
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 382/31 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 8 augustus 2017 — Bondsrepubliek Duitsland/Sociedad de Transportes SA
(Zaak C-474/17)
(2017/C 382/38)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesverwaltungsgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verweerster en verzoekster in „Revision”: Bondsrepubliek Duitsland
Verzoekster en verweerster in „Revision”: Sociedad de Transportes SA
Prejudiciële vragen
1) |
Staan artikel 67, lid 2, VWEU en de artikelen 22 en 23 van verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (1) in de weg aan een nationale wettelijke regeling van een lidstaat die autobusondernemingen die geregelde diensten over Schengen-binnengrenzen heen verzekeren, in wezen de verplichting oplegt om de reistitels van hun passagiers te controleren voordat een binnengrens wordt overschreden, teneinde het vervoer van vreemdelingen zonder paspoort en verblijfsvergunning naar het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland tegen te gaan? Met name:
|
2) |
Staan de artikelen 22 en 23 van de Schengengrenscode in de weg aan een nationale wettelijke regeling volgens welke, ter naleving van de voormelde verplichting, jegens een autobusonderneming een bevel tot nalaten en de oplegging van een dwangsom kan worden gelast, wanneer wegens het verzuim van controle ook vreemdelingen zonder paspoort en verblijfsvergunning naar het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland zijn vervoerd? |