This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TA0868
Case T-868/16: Judgment of the General Court of 9 February 2022 — QI and Others v Commission and ECB (Non-contractual liability — Economic and monetary policy — Restructuring of Greek public debt — Bond exchange agreement for the sole benefit of the Eurosystem central banks — Private sector involvement — Collective action clauses — Private creditors — Official sector creditors — Attributability — Sufficiently serious infringement of a rule of law conferring rights on individuals — Article 63(1) TFEU — Articles 120 to 127 and Article 352(1) TFEU — Right to property — Equal treatment)
Zaak T-868/16: Arrest van het Gerecht van 9 februari 2022 — QI e.a./Commissie en ECB (Niet-contractuele aansprakelijkheid – Economisch en monetair beleid – Herstructurering van de Griekse overheidsschuld – Overeenkomst inzake de omruiling van schuldpapier ten gunste van enkel de centrale banken van het Eurosysteem – Deelname van de particuliere sector – Collectieveactieclausules – Particuliere schuldeisers – Publieke schuldeisers – Toerekenbaarheid – Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die rechten toekent aan particulieren – Artikel 63, lid 1, VWEU – Artikelen 120 tot en met 127 en artikel 352, lid 1, VWEU – Eigendomsrecht – Gelijke behandeling)
Zaak T-868/16: Arrest van het Gerecht van 9 februari 2022 — QI e.a./Commissie en ECB (Niet-contractuele aansprakelijkheid – Economisch en monetair beleid – Herstructurering van de Griekse overheidsschuld – Overeenkomst inzake de omruiling van schuldpapier ten gunste van enkel de centrale banken van het Eurosysteem – Deelname van de particuliere sector – Collectieveactieclausules – Particuliere schuldeisers – Publieke schuldeisers – Toerekenbaarheid – Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die rechten toekent aan particulieren – Artikel 63, lid 1, VWEU – Artikelen 120 tot en met 127 en artikel 352, lid 1, VWEU – Eigendomsrecht – Gelijke behandeling)
PB C 128 van 21.3.2022, p. 14–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 128 van 21.3.2022, p. 7–7
(GA)
|
21.3.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 128/14 |
Arrest van het Gerecht van 9 februari 2022 — QI e.a./Commissie en ECB
(Zaak T-868/16) (1)
(Niet-contractuele aansprakelijkheid - Economisch en monetair beleid - Herstructurering van de Griekse overheidsschuld - Overeenkomst inzake de omruiling van schuldpapier ten gunste van enkel de centrale banken van het Eurosysteem - Deelname van de particuliere sector - Collectieveactieclausules - Particuliere schuldeisers - Publieke schuldeisers - Toerekenbaarheid - Voldoende gekwalificeerde schending van een rechtsregel die rechten toekent aan particulieren - Artikel 63, lid 1, VWEU - Artikelen 120 tot en met 127 en artikel 352, lid 1, VWEU - Eigendomsrecht - Gelijke behandeling)
(2022/C 128/18)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: QI en de 15 overige verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage bij het arrest (vertegenwoordiger: S. Pappas, advocaat)
Verwerende partijen: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne, L. Flynn en T. Maxian Rusche, gemachtigden), Europese Centrale Bank (vertegenwoordigers: K. Laurinavičius en M. Szablewska, gemachtigden, bijgestaan door H.-G. Kamann, advocaat)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partijen: Europese Raad, Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: K. Michoel, E. Chatziioakeimidou en J. Bauerschmidt, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 268 VWEU strekkende tot vergoeding van de schade die de verzoekende partijen stellen te hebben geleden door de uitvoering van een verplichte ruil van overheidsschuldbewijzen in het kader van de herstructurering van de Griekse staatsschuld in 2012 waarbij particuliere beleggers betrokken waren en collectieveactieclausules zijn toegepast, wegens gedragingen en handelingen van met name de Europese Raad, de Raad, de Commissie en de ECB
Dictum
|
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
|
2) |
QI en de overige verzoekende partijen van wie de namen zijn opgenomen in de bijlage worden verwezen in hun eigen kosten en in de kosten van de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB). |
|
3) |
De Europese Raad en de Raad van de Europese Unie zullen hun eigen kosten dragen. |