EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0390

Zaak C-390/16: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 5 juli 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szombathelyi Törvényszék — Hongarije) — procedure tegen Dániel Bertold Lada (Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in strafzaken — Kaderbesluit 2008/675/JBZ — Wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met een eerder in een andere lidstaat uitgesproken veroordeling — Bijzondere procedure tot erkenning van een in een andere lidstaat uitgesproken strafrechtelijke veroordeling — Herziening en juridische herkwalificatie van de eerdere beslissing — Beginsel van wederzijdse erkenning — Artikel 82, lid 1, VWEU)

PB C 301 van 27.8.2018, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 301/2


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 5 juli 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szombathelyi Törvényszék — Hongarije) — procedure tegen Dániel Bertold Lada

(Zaak C-390/16) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in strafzaken - Kaderbesluit 2008/675/JBZ - Wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met een eerder in een andere lidstaat uitgesproken veroordeling - Bijzondere procedure tot erkenning van een in een andere lidstaat uitgesproken strafrechtelijke veroordeling - Herziening en juridische herkwalificatie van de eerdere beslissing - Beginsel van wederzijdse erkenning - Artikel 82, lid 1, VWEU))

(2018/C 301/02)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Szombathelyi Törvényszék

Partij in het hoofdgeding

Dániel Bertold Lada

Dictum

Kaderbesluit 2008/675/JBZ van de Raad van 24 juli 2008 betreffende de wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke procedure rekening wordt gehouden met veroordelingen in andere lidstaten van de Europese Unie, gelezen in het licht van artikel 82 VWEU, moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat bij de inleiding van een nieuwe strafrechtelijke procedure tegen een persoon in een lidstaat slechts rekening wordt gehouden met een eerdere definitieve strafrechtelijke veroordeling die door een rechter van een andere lidstaat wegens andere feiten tegen diezelfde persoon is uitgesproken, indien door de rechtbanken van die eerste lidstaat een bijzondere procedure van voorafgaande erkenning wordt gevoerd, zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is.


(1)  PB C 350 van 26.9.2016.


Top