This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015TA0370
Case T-370/15: Judgment of the General Court of 5 October 2016 — CJ v ECDC (Appeal — Civil service — Member of the contract staff — Fixed-term contract — Termination — Breakdown in the relationship of trust — Right to be heard)
Zaak T-370/15 P: Arrest van het Gerecht van 5 oktober 2016 — CJ/ECDC („Hogere voorziening — Openbare dienst — Arbeidscontractant — Overeenkomst voor bepaalde tijd — Beëindiging — Verbreking van de vertrouwensrelatie — Recht om te worden gehoord”)
Zaak T-370/15 P: Arrest van het Gerecht van 5 oktober 2016 — CJ/ECDC („Hogere voorziening — Openbare dienst — Arbeidscontractant — Overeenkomst voor bepaalde tijd — Beëindiging — Verbreking van de vertrouwensrelatie — Recht om te worden gehoord”)
PB C 419 van 14.11.2016, p. 40–41
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.11.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 419/40 |
Arrest van het Gerecht van 5 oktober 2016 — CJ/ECDC
(Zaak T-370/15 P) (1)
((„Hogere voorziening - Openbare dienst - Arbeidscontractant - Overeenkomst voor bepaalde tijd - Beëindiging - Verbreking van de vertrouwensrelatie - Recht om te worden gehoord”))
(2016/C 419/52)
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirant: CJ (Agios Stefanos, Griekenland) (vertegenwoordiger: V. Kolias, advocaat)
Andere partij in de procedure: Europees Centrum voor Ziektepreventie en -bestrijding (vertegenwoordigers: J. Mannheim en A. Daume, gemachtigden, bijgestaan door D. Walbroeck en A. Duron, advocaten)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 29 april 2015, CJ/ECDC (F-159/12 en F-161/12, EU:F:2015:38), en strekkende tot gedeeltelijke vernietiging van dat arrest
Dictum
1) |
De hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 29 april 2015, CJ/ECDC (F-159/12 en F-161/12, EU:F:2015:38), wordt afgewezen, voor zover deze zaak F-159/12 betreft. |
2) |
CJ draagt zijn eigen kosten alsmede die welke het Europees Centrum voor Ziektepreventie en –bestrijding (ECDC) in het kader van deze procedure heeft gemaakt, voor zover deze verband houden met zaak F-159/12. |
3) |
De punten 3 en 5 van het dictum van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 29 april 2015, CJ/ECDC (F-159/12 en F-161/12, EU:F:2015:38), worden vernietigd. |
4) |
De onderhavige zaak wordt, voor zover deze zaak F-161/12 betreft, terugverwezen naar een andere kamer dan die welke zich over deze hogere voorziening heeft uitgesproken. |
5) |
De beslissing omtrent de kosten van deze procedure wordt aangehouden, voor zover deze verband houden met zaak F-161/12. |