Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0267

Zaak C-267/15: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 22 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Gemeente Woerden/Staatssecretaris van Financiën (Prejudiciële verwijzing — Belasting over de toegevoegde waarde — Voorbelasting — Aftrek)

PB C 314 van 29.8.2016, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 314/6


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 22 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Gemeente Woerden/Staatssecretaris van Financiën

(Zaak C-267/15) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Belasting over de toegevoegde waarde - Voorbelasting - Aftrek))

(2016/C 314/08)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Gemeente Woerden

Verwerende partij: Staatssecretaris van Financiën

Dictum

Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, moet aldus worden uitgelegd dat de belastingplichtige in omstandigheden zoals die van het hoofdgeding, waarin deze een gebouw heeft laten bouwen en tegen een beneden de bouwkosten liggende prijs heeft verkocht, recht heeft op volledige aftrek van de voor de bouw van dat gebouw betaalde belasting over de toegevoegde waarde, en niet slechts op gedeeltelijke aftrek van die belasting naar evenredigheid van de gedeelten van dat gebouw die de verkrijger voor economische activiteiten gebruikt. Het feit dat de verkrijger een gedeelte van het betrokken gebouw om niet aan een derde in gebruik geeft, is in dit verband zonder betekenis.


(1)  PB C 262 van 10.8.2015.


Top