This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0029
Case C-29/14: Action brought on 21 January 2014 — European Commission v Republic of Poland
Zaak C-29/14: Beroep ingesteld op 21 januari 2014 — Europese Commissie/Republiek Polen
Zaak C-29/14: Beroep ingesteld op 21 januari 2014 — Europese Commissie/Republiek Polen
PB C 85 van 22.3.2014, p. 17–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 85/17 |
Beroep ingesteld op 21 januari 2014 — Europese Commissie/Republiek Polen
(Zaak C-29/14)
2014/C 85/32
Procestaal: Pools
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: C. Gheorghiu en M. Owsiany-Hornung, gemachtigden)
Verwerende partij: Republiek Polen
Conclusies
— |
vaststellen dat de Republiek Polen de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 31 van richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen (1), artikel 3, sub b, artikel 4, lid 2, artikel 7 en bijlage III bij richtlijn 2006/17/EG van de Commissie van 8 februari 2006 ter uitvoering van richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde technische voorschriften voor het doneren, verkrijgen en testen van menselijke weefsels en cellen (2), en artikel 11 van richtlijn 2006/86/EG van de Commissie van 24 oktober 2006 ter uitvoering van richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de traceerbaarheidsvereisten, de melding van ernstige bijwerkingen en ernstige ongewenste voorvallen en bepaalde technische voorschriften voor het coderen, bewerken, preserveren, bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen (3), door geslachtscellen alsmede foetale en embryonale weefsels uit te sluiten van de werkingssfeer van de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijnen; |
— |
de Republiek Polen verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
De omzetting door Polen van de richtlijnen 2004/23, 2006/17 en 2006/86 in de Poolse rechtsorde is onvolledig, daar geslachtscellen alsmede embryonale en foetale weefsels niet vallen onder de werkingssfeer van de wet van 1 juli 2005 inzake het verkrijgen het bewaren en de transplantatie van cellen, weefsels en organen, waarbij deze richtlijnen in de Poolse rechtsorde zijn omgezet, en van de op die grondslag vastgestelde uitvoeringsmaatregelen.
Bijgevolg ontbreken in de Poolse wetgeving bepalingen ter omzetting van de richtlijnen 2004/23 en 2006/86 voor zover deze richtlijnen betrekking hebben op geslachtscellen alsmede embryonale en foetale weefsels.
Tevens zijn de bepalingen van richtlijn 2006/17 met betrekking tot geslachtscellen, te weten artikel 3, sub b, artikel 4, lid 2, en bijlage III bij deze richtlijn, niet omgezet in nationaal recht.
In de precontentieuze procedure heeft de Republiek Polen erkend dat overeenkomstige bepalingen in het nationale recht ontbreken, maar zij heeft beklemtoond dat „op het gebied van geslachtscellen alsmede embryonale en foetale weefsels de bepalingen van de richtlijnen in grote mate worden toegepast in de dagelijkse klinische praktijk — zij werden op deskundigenniveau ten uitvoer gelegd (…)”.
De Commissie is van mening dat aan de in geding zijnde bepalingen in volle omvang uitvoering dient te worden gegeven door handelingen met bindende rechtskracht.
(1) PB L 102, blz. 48.
(2) PB L 38, blz. 40.
(3) PB L 294, blz. 32.