Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0173

    Zaak C-173/13: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 17 juli 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour administrative d’appel de Lyon — Frankrijk) — Maurice Leone, Blandine Leone/Garde des Sceaux, Ministre de la Justice, Caisse nationale de retraite des agents des collectivités locales (Sociale politiek — Artikel 141 EG — Gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers — Vervroegd pensioen met onmiddellijke uitkering — Bonificatie voor berekening van pensioen — Voordelen die voornamelijk vrouwelijke ambtenaren toevallen — Indirecte discriminatie — Objectieve rechtvaardiging — Daadwerkelijke wil om beweerd doel te bereiken — Coherente uitvoering — Artikel 141, lid 4, EG — Maatregelen ter compensatie van nadelen in beroepsloopbaan van vrouwelijke werknemers — Niet-toepasselijkheid)

    PB C 315 van 15.9.2014, p. 12–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.9.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 315/12


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 17 juli 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour administrative d’appel de Lyon — Frankrijk) — Maurice Leone, Blandine Leone/Garde des Sceaux, Ministre de la Justice, Caisse nationale de retraite des agents des collectivités locales

    (Zaak C-173/13) (1)

    ((Sociale politiek - Artikel 141 EG - Gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers - Vervroegd pensioen met onmiddellijke uitkering - Bonificatie voor berekening van pensioen - Voordelen die voornamelijk vrouwelijke ambtenaren toevallen - Indirecte discriminatie - Objectieve rechtvaardiging - Daadwerkelijke wil om beweerd doel te bereiken - Coherente uitvoering - Artikel 141, lid 4, EG - Maatregelen ter compensatie van nadelen in beroepsloopbaan van vrouwelijke werknemers - Niet-toepasselijkheid))

    2014/C 315/17

    Procestaal: Frans

    Verwijzende rechter

    Cour administrative d’appel de Lyon

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Maurice Leone, Blandine Leone

    Verwerende partijen: Garde des Sceaux, Ministre de la Justice, Caisse nationale de retraite des agents des collectivités locales

    Dictum

    1)

    Artikel 141 EG moet aldus worden uitgelegd dat een pensioenbonificatiestelsel zoals dat in het hoofdgeding een met dit artikel strijdige indirecte discriminatie tussen vrouwelijke en mannelijke werknemers op het gebied van beloning oplevert, tenzij het kan worden gerechtvaardigd door objectieve factoren die niets van doen hebben met discriminatie op grond van geslacht, zoals een wettige doelstelling van sociaal beleid, en dit stelsel geschikt is om de aangevoerde doelstelling te bereiken en daartoe noodzakelijk is, wat vereist dat het daadwerkelijk ertoe strekt deze doelstelling te bereiken en dat het daartoe coherent en stelselmatig wordt toegepast.

    2)

    Artikel 141 EG moet aldus worden uitgelegd dat een stelsel van vervroegd pensioen met onmiddellijke uitkering zoals dat in het hoofgeding een met dit artikel strijdige indirecte discriminatie tussen vrouwelijke en mannelijke werknemers op het gebied van beloning oplevert, tenzij het kan worden gerechtvaardigd door objectieve factoren die niets van doen hebben met discriminatie op grond van geslacht, zoals een wettige doelstelling van sociaal beleid, en het geschikt is om de aangevoerde doelstelling te bereiken en daartoe noodzakelijk is, wat vereist dat het daadwerkelijk ertoe strekt deze doelstelling te bereiken en dat het daartoe coherent en stelselmatig wordt toegepast.

    3)

    Artikel 141 EG moet aldus worden uitgelegd dat niet onder de in deze bepaling bedoelde maatregelen vallen, nationale maatregelen zoals die in het hoofdgeding die de betrokken werknemers alleen recht geven op een vervroegd pensioen met onmiddellijke uitkering en een anciënniteitsbonificatie bij hun pensionering, zonder de problemen op te lossen waarmee zij tijdens hun beroepsleven kunnen worden geconfronteerd.


    (1)  PB C 171 van 15.6.2013.


    Top