EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CA0226

Zaak C-226/12: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 januari 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de Oviedo — Spanje) — Constructora Principado SA/José Ignacio Menéndez Álvarez (Richtlijn 93/13/EEG — Consumentenovereenkomsten — Koopovereenkomst voor onroerend goed — Oneerlijke bedingen — Beoordelingscriteria)

PB C 85 van 22.3.2014, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 85/3


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 januari 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de Oviedo — Spanje) — Constructora Principado SA/José Ignacio Menéndez Álvarez

(Zaak C-226/12) (1)

(Richtlijn 93/13/EEG - Consumentenovereenkomsten - Koopovereenkomst voor onroerend goed - Oneerlijke bedingen - Beoordelingscriteria)

2014/C 85/05

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Audiencia Provincial de Oviedo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Constructora Principado SA

Verwerende partij: José Ignacio Menéndez Álvarez

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Audiencia Provincial de Oviedo — Uitlegging van artikel 3, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95, blz. 29) — Begrip „aanzienlijke verstoring van het evenwicht” — In aanmerking te nemen criteria

Dictum

Artikel 3, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat:

het voor een „aanzienlijke verstoring van het evenwicht” niet nodig is dat de kosten die uit hoofde van een contractueel beding ten laste komen van de consument, in verhouding tot het bedrag van de betrokken transactie ernstige financiële gevolgen voor hem hebben, maar reeds voldoende is dat de rechtspositie waarin die consument als partij bij de overeenkomst verkeert krachtens de toepasselijke nationale bepalingen, in voldoende ernstige mate wordt aangetast doordat de inhoud van de rechten die de consument volgens die bepalingen aan die overeenkomst ontleent, wordt beperkt of de uitoefening van die rechten wordt belemmerd dan wel doordat aan de consument een extra verplichting wordt opgelegd waarin de nationale bepalingen niet voorzien;

het aan de verwijzende rechter staat om, bij zijn beoordeling of er eventueel sprake is van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht, alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst alsook alle andere bedingen daarvan in aanmerking te nemen, rekening houdend met de aard van het goed of de dienst waarop die overeenkomst betrekking heeft.


(1)  PB C 227 van 28.7.2012.


Top