EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CA0186

Zaak C-186/10: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 juli 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales), Civil Division) — Verenigd Koninkrijk) — Tural Oguz/Secretary of State for the Home Department (Associatieovereenkomst EEG-Turkije — Artikel 41, lid 1, van aanvullend protocol — Standstill-clausule — Vrijheid van vestiging — Weigering van verlenging van verblijfsvergunning van Turks staatsburger die onderneming heeft opgericht in strijd met in vergunning gestelde voorwaarden — Rechtsmisbruik)

PB C 269 van 10.9.2011, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/14


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 juli 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Court of Appeal (England & Wales), Civil Division) — Verenigd Koninkrijk) — Tural Oguz/Secretary of State for the Home Department

(Zaak C-186/10) (1)

(Associatieovereenkomst EEG-Turkije - Artikel 41, lid 1, van aanvullend protocol - Standstill-clausule - Vrijheid van vestiging - Weigering van verlenging van verblijfsvergunning van Turks staatsburger die onderneming heeft opgericht in strijd met in vergunning gestelde voorwaarden - Rechtsmisbruik)

2011/C 269/22

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

Court of Appeal (England & Wales) (Civil Division)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Tural Oguz

Verwerende partij: Secretary of State for the Home Department

in tegenwoordigheid van: Centre for Advice on Individual Rights in Europe

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Court of Appeal (England & Wales) Civil Division) — Uitlegging van artikel 41, lid 1, van het aanvullend protocol en financieel protocol, beide ondertekend op 23 november 1970, en gehecht aan de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije en betreffende de te nemen maatregelen voor de inwerkingtreding ervan (PB L 293, blz. 4) — Standstillclausule — Strekking — Verbod voor lidstaten om nieuwe beperkingen van de vrijheid van vestiging en van het vrij verrichten van diensten vast te stellen — Turks staatsburger die in het Verenigd Koninkrijk een onderneming heeft opgericht nadat hij aldaar een verblijfsvergunning had verkregen die was verleend onder de voorwaarde dat hij zonder toestemming van de Secretary of State geen beroepswerkzaamheid mocht uitoefenen — Weigering van verlenging van de verblijfsvergunning wegens niet-inachtneming van die voorwaarden

Dictum

Artikel 41, lid 1, van het aanvullend protocol, op 23 november 1970 te Brussel ondertekend, en namens de Gemeenschap gesloten, goedgekeurd en bevestigd bij verordening (EEG) nr. 2760/72 van de Raad van 19 december 1972, moet aldus worden uitgelegd dat een Turks staatsburger aan wiens verblijfsvergunning in een lidstaat de voorwaarde is verbonden dat hij geen enkele commerciële activiteit of beroepsactiviteit zal uitoefenen, maar die in strijd met deze voorwaarde een activiteit als zelfstandige opstart en vervolgens de nationale autoriteiten om een verlenging van zijn verblijfsvergunning verzoekt op grond dat hij inmiddels een onderneming heeft opgericht, zich op artikel 41, lid 1, van het aanvullend protocol kan beroepen.


(1)  PB C 179 van 3.7.2010.


Top