This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008TN0052
Case T-52/08 P: Appeal brought on 5 February 2008 by Commission of the European Communities against the judgment of the Civil Service Tribunal delivered on 22 November 2007 in Case F-110/06, Carpi Badía v Commission
Zaak T-52/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 5 februari 2008 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie
Zaak T-52/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 5 februari 2008 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie
PB C 92 van 12.4.2008, p. 38–38
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
12.4.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 92/38 |
Hogere voorziening ingesteld op 5 februari 2008 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie
(Zaak T-52/08 P)
(2008/C 92/76)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekster: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: G. Berscheid en K. Herrmann, gemachtigden)
Andere partij in de procedure: José María Carpi Badía (Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg)
Conclusies
— |
het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie, nietig verklaren en de zaak terugwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken; |
— |
verweerder verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De Commissie vordert in hogere voorziening vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (hierna: „Gerecht”) van 22 november 2007 in zaak F-110/06, Carpi Badía/Commissie, houdende nietigverklaring van haar besluit om verzoeker in eerste aanleg onvoldoende bevorderingspunten toe te kennen om te worden bevorderd in het kader van de bevorderingsronde 2005, en van haar besluit tot vaststelling van de lijst van ambtenaren die in het kader van genoemde bevorderingsronde zijn bevorderd, voor zover de naam van verzoeker hier niet in is opgenomen.
Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert de Commissie drie middelen tot vernietiging aan, die identiek zijn aan die welke in het kader van zaak T-51/08 P, Commissie/Dittert, zijn aangevoerd.