This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CA0054
Case C-54/08: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 24 May 2011 — European Commission v Federal Republic of Germany (Failure of a Member State to fulfil obligations — Article 43 EC — Freedom of establishment — Civil-law notaries — Nationality condition — Article 45 EC — Connection with the exercise of official authority — Directives 89/48/EEC and 2005/36/EC)
Zaak C-54/08: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 24 mei 2011 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland (Niet-nakoming — Artikel 43 EG — Vrijheid van vestiging — Notarissen — Nationaliteitsvereiste — Artikel 45 EG — Deelneming aan uitoefening van openbaar gezag — Richtlijnen 89/48/EEG en 2005/36/EG)
Zaak C-54/08: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 24 mei 2011 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland (Niet-nakoming — Artikel 43 EG — Vrijheid van vestiging — Notarissen — Nationaliteitsvereiste — Artikel 45 EG — Deelneming aan uitoefening van openbaar gezag — Richtlijnen 89/48/EEG en 2005/36/EG)
PB C 204 van 9.7.2011, p. 4–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.7.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 204/4 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 24 mei 2011 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland
(Zaak C-54/08) (1)
(Niet-nakoming - Artikel 43 EG - Vrijheid van vestiging - Notarissen - Nationaliteitsvereiste - Artikel 45 EG - Deelneming aan uitoefening van openbaar gezag - Richtlijnen 89/48/EEG en 2005/36/EG)
2011/C 204/07
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: H. Støvlbæk en G. Braun, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van verzoekende partij: Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordiger: S. Behzadi-Spencer, gemachtigde)
Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma, J. Kemper, U. Karpenstein en J. Möller, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Republiek Bulgarije (vertegenwoordigers: T. Ivanov en E. Petranova, gemachtigden), Tsjechische Republiek (vertegenwoordiger: M. Smolek, gemachtigde), Republiek Estland (vertegenwoordiger: L. Uibo, gemachtigde), Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en B. Messmer, gemachtigden), Republiek Letland (vertegenwoordigers: L. Ostrovska, K. Drēviņa en J. Barbale, gemachtigden), Republiek Litouwen (vertegenwoordigers: D. Kriaučiūnas en E. Matulionytė, gemachtigden), Republiek Hongarije (vertegenwoordigers: R. Somssich, K. Veres en M. Fehér, gemachtigden), Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: E. Riedl, G. Holley en M. Aufner, gemachtigden), Republiek Polen (vertegenwoordigers: M. Dowgielewicz, C. Herma en D. Lutostańska, gemachtigden), Republiek Slovenië (vertegenwoordigers: T. Ivanov en E. Petranova, gemachtigden), Slowaakse Republiek (vertegenwoordigers: J. Čorba en B. Ricziová, gemachtigden)
Voorwerp
Niet-nakoming — Schending van de artikelen 43 en 45 EG — Niet-uitvoering van richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma’s waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PB L 19, blz. 16) en van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255, blz. 22) voor het ambt van notaris — Nationale regeling die de uitoefening van het ambt van notaris afhankelijk stelt van nationaliteit — Begrip „werkzaamheid ter uitoefening van het openbaar gezag”
Dictum
1) |
Door voor de toegang tot het beroep van notaris een nationaliteitsvereiste te stellen, is de Bondsrepubliek Duitsland de krachtens artikel 43 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen. |
2) |
Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
3) |
De Europese Commissie, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Franse Republiek, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland dragen hun eigen kosten. |