Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0507

    Zaak C-507/06: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Innsbruck — Oostenrijk) — Malina Klöppel/Tiroler Gebietskrankenkasse (Recht op Oostenrijkse kinderverzorgingsuitkering — Niet-meetelling van tijdvakken waarin in andere lidstaat gezinsbijslagen zijn ontvangen — Verordening (EEG) nr. 1408/71)

    PB C 92 van 12.4.2008, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.4.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 92/8


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 21 februari 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Innsbruck — Oostenrijk) — Malina Klöppel/Tiroler Gebietskrankenkasse

    (Zaak C-507/06) (1)

    (Recht op Oostenrijkse kinderverzorgingsuitkering - Niet-meetelling van tijdvakken waarin in andere lidstaat gezinsbijslagen zijn ontvangen - Verordening (EEG) nr. 1408/71)

    (2008/C 92/12)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Oberlandesgericht Innsbruck

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Malina Klöppel

    Verwerende partij: Tiroler Gebietskrankenkasse

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — Oberlandesgericht Innsbruck — Uitlegging van artikel 72 van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1386/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001 (PB L 187, blz. 1), in samenhang met artikel 10, lid 2, sub a, van verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 410/2002 van de Commissie van 27 februari 2002 (PB L 62, blz. 17) — Recht op kinderverzorgingsuitkering — Mogelijkheid van verlenging van de uitkeringsperiode van 30 naar 36 maanden wanneer de verzorging en het uitkeringsrecht wordt overgedragen aan de andere ouder — Niet-inaanmerkingneming van door de vader samen met de moeder vervulde tijdvakken, gedurende welke een vergelijkbare uitkering aan de andere ouder is betaald in een andere lidstaat

    Dictum

    Artikel 3, lid 1, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, zoals gewijzigd en bijgewerkt bij verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1386/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001, staat eraan in de weg dat een lidstaat weigert, voor de toekenning van een gezinsbijslag als de Oostenrijkse kinderverzorgingsuitkering het tijdvak waarover in een andere lidstaat een vergelijkbare uitkering is ontvangen, op dezelfde wijze mee te tellen als wanneer dit tijdvak op zijn eigen grondgebied zou zijn vervuld.


    (1)  PB C 56 van 10.3.2007.


    Top