EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AE1605

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water (COM(2011) 385 definitief — 2011/0170 (NLE))

PB C 24 van 28.1.2012, p. 122–124 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 24/122


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water

(COM(2011) 385 definitief — 2011/0170 (NLE))

2012/C 24/27

Rapporteur: de heer ZBOŘIL

De Europese Commissie heeft op 27 juni 2011 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de artikelen 31 en 32 van het Euratom-Verdrag te raadplegen over het

Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water

COM(2011) 385 definitief — 2011/0170 (NLE).

De afdeling Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu, die met de voorbereiding van de werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 6 oktober 2011 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 26 en 27 oktober 2011 gehouden 475e zitting (vergadering van 27 oktober) onderstaand advies uitgebracht, dat met 105 stemmen vóór en 2 tegen, bij 2 onthoudingen, werd goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1   Conclusies

1.1.1   Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) verwelkomt dit voorstel tot vaststelling van basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid tegen aan ioniserende straling verbonden gevaren die radioactieve stoffen in drinkwater met zich meebrengen.

1.1.2   Het EESC onderschrijft de beslissing als rechtsgrondslag voor het voorstel hoofdstuk 3 van het Euratom-Verdrag te nemen om de aanpak af te stemmen op de in dit verdrag vastgestelde milieutoezichtverplichtingen en op de basisnormen inzake bescherming tegen straling.

1.1.3   Dit voorstel stelt kwaliteitsnormen en toezichtverplichtingen vast voor standaardomstandigheden. Radiologische noodsituaties en de daarmee gepaard gaande besmetting van drinkwater door kunstmatige stralingsbronnen zijn het voorwerp van een speciale noodverordening (1).

1.1.4   Het EESC begrijpt dat Aanbeveling 2001/928/Euratom van de Commissie (2) van 20 december 2001 betreffende de bescherming van de bevolking tegen blootstelling aan radon in drinkwater handelt over de radiologische kwaliteit van drinkwater met betrekking tot radon en langlevende vervalproducten van radon.

1.2   Aanbevelingen

1.2.1   Het EESC is het ermee eens dat radon en vervalproducten van radon in het toepassingsgebied van deze richtlijn dienen te worden opgenomen, ondanks de bestaande aanbeveling 2001/928/Euratom.

1.2.2   Het strekt daarentegen tot aanbeveling om de langlevende radionucliden polonium (Po-210) en lood (Pb-210) op te nemen in de definitie van de totale indicatieve dosis (TID).

1.2.3   In de voorgestelde richtlijn wordt rekening gehouden met de chemische toxiciteit van uranium in bijlage III, blz. 3 „Prestatiekenmerken en analysemethoden”. Er zou aan Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water tevens een bepaling moeten worden toegevoegd over toxicologische controles van grondwater voor drinkwatervoorziening in blootgestelde gebieden met een hogere concentratie aan uraniumstoffen.

1.2.4   Het EESC stelt vast dat de parameterwaarden van tritium die in bijlage I van de voorgestelde richtlijn zijn opgenomen, honderdmaal lager zijn dan de waarden vermeld in de WHO-richtsnoeren voor drinkwaterkwaliteit (Genève, 3e editie, 2008). Hoewel een veel te lage parameterwaarde voor tritium vandaag niet tot ongerechtvaardigde beperkingen leidt en nuttig kan zijn als aanwijzing voor andere problemen, moet ze in het licht van toekomstige technologieën opnieuw worden bekeken.

1.2.5   Het EESC is ingenomen met de zeer grondige voorbereiding van het voorstel door alle betrokken diensten en roept op het voorstel zo snel mogelijk goed te keuren.

2.   Algemeen kader van het advies

2.1   Water is een van de meest uitvoerig geregelde onderdelen van de communautaire milieuwetgeving. Slechts een erg klein percentage van alle drinkwatersystemen bevindt zich in een gebied dat potentiële bronnen bevat van door de mens veroorzaakte radioactieve besmetting door faciliteiten die radioactieve stoffen gebruiken, vervaardigen of verwijderen.

2.2   Watersystemen die kwetsbaar zijn voor dit soort vervuiling, moeten uitvoerig worden gecontroleerd op radioactieve besmetting om te verzekeren dat het drinkwater veilig is. Er zijn echter heel wat regio's in Europa waar de aanwezigheid van in de natuur voorkomende radioactieve stoffen een punt van zorg vormt.

2.3   Ondertussen is het al meer dan vijf jaar geleden dat technische eisen op Europees niveau werden vastgesteld voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijk gebruik bestemd water. Daaraan is een raadplegingsproces voorafgegaan waarbij de in artikel 31 Euratom bedoelde deskundigengroep, het overeenkomstig de drinkwaterrichtlijn opgerichte comité en het overeenkomstig de artikelen 35 en 36 van het Euratom-Verdrag opgerichte comité van vertegenwoordigers van de lidstaten werden betrokken. Tot nog toe zijn de eisen voor de controle van tritium en de totale indicatieve dosis van Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water niet ten uitvoer gelegd in afwachting van de vaststelling van de wijzigingen van bijlagen II (Controle) en III (Specificaties voor de analyse van parameters).

2.4   Om op communautair niveau de uniformiteit, coherentie en volledigheid van de wetgeving inzake stralingsbescherming te handhaven is het gerechtvaardigd de eisen voor de controle van radioactiviteitsniveaus op te nemen in specifieke wetgeving die in het kader van het Euratom-Verdrag is opgesteld.

2.5   Daarom heeft de Commissie een voorstel ingediend waarin op basis van artikel 31 van het Euratom-Verdrag de eisen voor de bescherming van de volksgezondheid met betrekking tot radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water worden vastgelegd.

2.6   Na goedkeuring van de in het kader van het Euratom-Verdrag opgestelde richtlijn krijgen de desbetreffende bepalingen over radioactieve stoffen in drinkwater voorrang op die van Richtlijn 98/83/EG.

2.7   De voorgestelde richtlijn is gebaseerd op de volgende algemene rechtsbeginselen:

2.7.1

Rechtsgrondslag: de bepalingen van deze richtlijn hebben betrekking op de basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid. Derhalve is de gekozen rechtsgrondslag het Euratom-Verdrag, en met name de artikelen 31 en 32 daarvan.

2.7.2

Subsidiariteitsbeginsel: aangezien de Gemeenschap overeenkomstig titel II, hoofdstuk III, van het Euratom-Verdrag exclusieve wetgevende bevoegdheden heeft, is het voorstel niet onderworpen aan het subsidiariteitsbeginsel.

2.7.3

Evenredigheidsbeginsel: het voorstel voldoet aan het evenredigheidsbeginsel aangezien minimale geharmoniseerde normen voor de controle van tritium en de totale indicatieve dosis worden vastgelegd en de voorschriften van Richtlijn 98/83/EG inzake radioactiviteit worden aangepast aan de recentste wetenschappelijke en technische vooruitgang.

2.7.4

Keuze van instrumenten

De Gemeenschap is weliswaar verantwoordelijk voor de vaststelling van uniforme regels op het gebied van stralingsbescherming, maar het is de taak van de lidstaten deze regels in nationale wetgeving om te zetten en ten uitvoer te leggen.

Een richtlijn is dan ook het meest geschikte instrument om een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen waarin eisen voor radioactiviteitsparameters en voor de controle van de kwaliteit van water voor menselijk gebruik worden vastgelegd.

3.   Opmerkingen

3.1   Het EESC verwelkomt dit doelgerichte en consistente voorstel met duidelijke en expliciete basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid tegen aan ioniserende straling verbonden gevaren die radioactieve stoffen in drinkwater met zich meebrengen. Het verschaft zekerheid over de radiologische kwaliteit van het water in distributiesystemen.

3.2   Het EESC onderschrijft de keuze om als rechtsgrondslag voor het voorstel hoofdstuk 3 van het Euratom-Verdrag te nemen zodat de benadering in overeenstemming is met de in dit verdrag vastgestelde milieutoezichtverplichtingen en met de basisnormen inzake bescherming tegen straling.

3.3   Het voorstel is het resultaat van een uitgebreid raadplegingsproces waarbij deskundigen op het gebied van stralingsbescherming werden gehoord. Het stelt kwaliteitsnormen en toezichtverplichtingen voor standaardsituaties vast. Voor radiologische noodsituaties en de daarmee gepaard gaande besmetting van drinkwater („vloeibare levensmiddelen”) door kunstmatige stralingsbronnen zijn er speciale noodmaatregelen en -procedures (3).

3.4   Het EESC begrijpt dat Aanbeveling 2001/928/Euratom van de Commissie van 20 december 2001 betreffende de bescherming van de bevolking tegen blootstelling aan radon in drinkwater handelt over de radiologische kwaliteit van drinkwater met betrekking tot radon en langlevende vervalproducten van radon.

3.5   Blootstelling aan radongas in huishoudwater gebeurt voornamelijk door het inademen van het binnenshuis vrijgekomen gas, en in veel mindere mate door het drinken van het water.

3.6   Het EESC is er wel voorstander van om de langlevende radionucliden polonium (Po-210) en lood (Pb-210) op te nemen in de definitie van de totale indicatieve dosis (TID).

3.7   Het EESC stelt vast dat in de voorgestelde richtlijn rekening wordt gehouden met de chemische toxiciteit van uranium in bijlage III, blz. 3 „Prestatiekenmerken en analysemethoden”. Een toxicologische controle van grondwater voor drinkwatervoorziening moet worden uitgevoerd in blootgestelde gebieden met een hogere concentratie aan uraniumstoffen in de geologische lagen. Een bepaling in die zin moet worden opgenomen in Richtlijn 98/83/EG van de Raad betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, waarbij rekening wordt gehouden met de voorlopige richtwaarde voor uranium van 30 μg/l, zoals die wordt aanbevolen in de WHO-richtsnoeren voor drinkwaterkwaliteit (4).

3.8   Het EESC stelt vast dat de parameterwaarden van tritium die in bijlage I van de voorgestelde richtlijn zijn opgenomen, honderdmaal lager zijn dan de waarden vermeld in de WHO-richtsnoeren voor drinkwaterkwaliteit (Genève, 3e editie, 2008). Hoewel een veel te lage parameterwaarde voor tritium vandaag niet tot ongerechtvaardigde beperkingen leidt en nuttig kan zijn als aanwijzing voor andere problemen, moet ze in het licht van toekomstige technologieën opnieuw worden bekeken.

3.9   Het EESC stelt in bijlage II bij het richtlijnvoorstel, „Controle van radioactieve stoffen”, opmerking 2, vast dat de Commissie, door de lidstaten toe te staan om voor het bepalen van de controlefrequentie van voor menselijke consumptie bestemd water aangeleverd door een distributienetwerk, zich te baseren „op het aantal inwoners in een leveringsgebied in plaats van op de hoeveelheid water”, geen rekening houdt met gevallen waarin water uit het distributienetwerk na botteling in de handel wordt gebracht.

Brussel, 27 oktober 2011

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad.

(2)  Aanbeveling van de Commissie van 20 december 2001 betreffende de bescherming van de bevolking tegen blootstelling aan radon in drinkwater (2001/928/Euratom).

(3)  Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad.

(4)  WHO-richtsnoeren voor drinkwaterkwaliteit, 4e editie 2011, hoofdstuk 12 Chemical Factsheets.


Top