Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0426

    Uitvoeringsverordening (EU) 2020/426 van de Commissie van 19 maart 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 van de Commissie van 14 maart 2020 tot onderwerping van de uitvoer van bepaalde producten aan de overlegging van een uitvoervergunning

    C/2020/1864

    PB L 84I van 20.3.2020, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 26/04/2020

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/426/oj

    20.3.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    LI 84/1


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/426 VAN DE COMMISSIE

    van 19 maart 2020

    tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 van de Commissie van 14 maart 2020 tot onderwerping van de uitvoer van bepaalde producten aan de overlegging van een uitvoervergunning

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 (1), en met name artikel 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 heeft de Europese Commissie de uitvoer van bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen onderworpen aan de overlegging van een uitvoervergunning, wegens de toenemende vraag naar die producten in de Europese Unie en de daaruit voortvloeiende tekorten in bepaalde lidstaten. Dit systeem van voorafgaande toestemming geldt voor de uitvoer naar alle derde landen.

    (2)

    De interne markt voor medische en persoonlijke beschermingsmiddelen is ook over de grenzen van de Unie heen sterk geïntegreerd, en dat is ook het geval voor de waardeketens van de productie en de distributienetwerken. Dit is met name het geval voor de vier lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie. Het onderwerpen van de uitvoer van bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen naar deze landen aan een uitvoervergunning zou derhalve, gezien de verregaande integratie van de waardeketens van de productie en de distributienetten, contraproductief zijn, nu die middelen essentiële producten zijn die nodig zijn om de verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen en de gezondheid van medisch personeel dat zieke patiënten behandelt, te beschermen. Daarom is het passend om die landen uit te sluiten van het toepassingsgebied van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402.

    (3)

    Het is ook passend om de in bijlage II bij het Verdrag genoemde landen en gebieden overzee, alsmede de Faeröer, Andorra, San Marino en Vaticaanstad uit te sluiten van het toepassingsgebied van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 van de Commissie (2), aangezien zij sterk afhankelijk zijn van de toeleveringsketens van de lidstaten waaraan zij zijn gehecht of van de toeleveringsketens van naburige lidstaten.

    (4)

    De autoriteiten van de uitgesloten landen en gebieden moeten voldoende garanties bieden dat zij hun eigen uitvoer van de betrokken producten zullen controleren, teneinde de doelstelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 niet te ondermijnen. De Commissie moet dit aspect van nabij volgen.

    (5)

    De uitvoer van bepaalde hoeveelheden specifieke producten kan onder specifieke omstandigheden worden toegestaan, bijvoorbeeld om de bevoorrading van humanitaire hulpverleningsorganisaties in derde landen te verzekeren,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Aan artikel 1 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

    “3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen zijn niet van toepassing op de uitvoer naar Noorwegen, IJsland, Liechtenstein, Zwitserland, de landen en gebieden overzee die zijn vermeld in bijlage II bij het Verdrag, en de Faeröer, Andorra, San Marino en Vaticaanstad.”.

    2)

    Artikel 2, lid 3, derde streepje, wordt vervangen door:

    “ —

    om te reageren op verzoeken om bijstand die gericht zijn aan en worden behandeld door het Uniemechanisme voor civiele bescherming, door derde landen of internationale organisaties, en om de levering van noodhulp in het kader van humanitaire hulp mogelijk te maken.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 19 maart 2020

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 83 van 27.3.2015, blz. 34.

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 van de Commissie van 14 maart 2020 tot onderwerping van de uitvoer van bepaalde producten aan de overlegging van een uitvoervergunning (PB L 77I van 15.3.2020, blz. 1).


    Top