Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R1238

    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1238 van de Commissie van 7 juli 2017 tot onderwerping van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie

    C/2017/4629

    PB L 177 van 8.7.2017, p. 39–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/1238/oj

    8.7.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 177/39


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1238 VAN DE COMMISSIE

    van 7 juli 2017

    tot onderwerping van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), en met name artikel 14, lid 5,

    Na kennisgeving aan de lidstaten,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 9 december 2016 heeft de Europese Commissie („de Commissie”) in een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2) de inleiding bekendgemaakt van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China („de VRC”); zij deed dit naar aanleiding van een klacht die op 25 oktober 2016 door Eurofer („de klager”) was ingediend namens producenten die samen meer dan 25 % van de totale productie van bepaald corrosiebestendig staal in de Unie voor hun rekening nemen.

    1.   BETROKKEN PRODUCT

    (2)

    Dit onderzoek heeft betrekking op bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

    (3)

    Corrosiebestendig staal bestaat uit gewalste platte producten van ijzer of gelegeerd staal of niet-gelegeerd staal; al-rustig; thermisch geplateerd of bekleed met zink en/of aluminium, en geen ander metaal; chemisch gepassiveerd; bevattende 0,015 of meer doch niet meer dan 0,170 gewichtspercent koolstof, 0,015 of meer doch niet meer dan 0,100 gewichtspercent aluminium, niet meer dan 0,045 gewichtspercent niobium, niet meer dan 0,010 gewichtspercent titaan en niet meer dan 0,010 gewichtspercent vanadium; opgerold, als op maat gesneden platen en als bandstaal aangeboden.

    De volgende producten blijven buiten beschouwing:

    producten van roestvrij staal, van siliciumstaal en van sneldraaistaal;

    producten die enkel warm of koud gewalst zijn.

    (4)

    Het betrokken product wordt momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7210 41 00, ex 7210 49 00, ex 7210 61 00, ex 7210 69 00, ex 7212 30 00, ex 7212 50 61, ex 7212 50 69, ex 7225 92 00, ex 7225 99 00, ex 7226 99 30 en ex 7226 99 70 (Taric-codes: 7210410020, 7210490020, 7210610020, 7210690020, 7212300020, 7212506120, 7212506920, 7225920020, 7225990022, 7225990035, 7225990092, 7226993010, 7226997094).

    2.   VERZOEK

    (5)

    De klager heeft op 24 mei 2017 een verzoek om registratie op grond van artikel 14, lid 5, van de basisverordening ingediend. Hierin verzoekt hij de invoer van het betrokken product aan registratie te onderwerpen, zodat vervolgens met ingang van de datum van registratie op die ingevoerde producten maatregelen kunnen worden toegepast.

    3.   MOTIVERING VAN DE REGISTRATIE

    (6)

    Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening kan de Commissie de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat vervolgens op de betrokken producten maatregelen kunnen worden toegepast. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen.

    (7)

    De klager voert aan dat registratie gerechtvaardigd is, aangezien de invoer met dumping van het betrokken product wordt voortgezet en de importeurs goed op de hoogte waren van de dumpingpraktijken, die over een langere periode plaatsvonden en schade veroorzaakten voor de bedrijfstak van de Unie. De klager voert verder aan dat de invoer uit de VRC schade veroorzaakt voor de bedrijfstak van de Unie en dat deze invoer aanzienlijk is toegenomen, zelfs na het verstrijken van het onderzoektijdvak, waardoor het corrigerende effect van het antidumpingrecht, bij toepassing ervan, aanzienlijk zou worden ondermijnd.

    (8)

    De Commissie is van mening dat de importeurs daadwerkelijk op de hoogte waren van de dumpingpraktijken van de exporteurs of hiervan op de hoogte hadden moeten zijn. De klacht bevatte in dit opzicht voldoende voorlopig bewijsmateriaal, zoals werd vermeld in het bericht van inleiding van deze procedure (3). In de niet-vertrouwelijke versie van de klacht zijn de dumpingmarges voor de invoer uit de VRC op 50 % geraamd. Het bewijs van dumping is gebaseerd op een vergelijking tussen de normale waarden, gebaseerd op de prijsinformatie van een producent in Canada, dat als referentieland was gekozen, en de uitvoerprijs (af fabriek) van het betrokken product bij uitvoer naar de Unie. De prijs bij uitvoer uit de VRC is bepaald op basis van door Chinese producenten-exporteurs op de markt van de Unie van augustus 2012 tot en met april 2016 verstrekte informatie.

    (9)

    Gezien de omvang van de vermeende dumping kan redelijkerwijs worden aangenomen dat de importeurs van de situatie op de hoogte waren of hadden moeten zijn.

    (10)

    Daarnaast heeft de klager in zowel de klacht als het verzoek om registratie voldoende bewijsmateriaal verstrekt in de vorm van persmededelingen waarin de dumpingpraktijken door exporteurs uit de VRC staan beschreven en die importeurs op het eerste gezicht niet hadden kunnen of mogen negeren. In het verzoek om een nieuw onderzoek werd ook verwezen naar handelsbeschermende maatregelen die momenteel in derde landen van toepassing zijn, waaronder antidumpingmaatregelen.

    (11)

    Uit een vergelijking van de gemiddelde maandelijks ingevoerde volumes tussen oktober 2015 en september 2016 (d.i. het onderzoektijdvak) met die tussen januari en april 2017 (d.i. de periode na de inleiding) is gebleken dat de invoer sinds de inleiding van de procedure in december 2016 verder is toegenomen met meer dan 50 %. Uit aanvullend voorlopig bewijsmateriaal bleek dat er sprake was van vergrotingen van het marktaandeel en de aanleg van voorraden.

    (12)

    Daarnaast bevat de klacht voldoende voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat er schade wordt veroorzaakt en bevatten de in het kader van dit onderzoek geformuleerde opmerkingen, met inbegrip van het verzoek om registratie, aanwijzingen dat een verdere toename van deze invoer tot bijkomende schade zou leiden. De toename van de omvang van de invoer met dumping dreigt, gezien het tijdstip van die toename en andere omstandigheden (zoals de overcapaciteit in de VRC en het prijsbeleid van de exporteurs uit de VRC, die blijken uit de oorspronkelijke klacht) het compenserende effect van eventuele definitieve rechten aanzienlijk te ondermijnen, tenzij die rechten met terugwerkende kracht worden geheven. Met het oog op de inleiding van de huidige procedure en rekening houdend met de evolutie tot nu toe van de invoer uit de VRC met betrekking tot prijzen en volumes, kan bovendien redelijkerwijs worden aangenomen dat de invoer van het betrokken product vóór de goedkeuring van eventuele voorlopige maatregelen nog verder kan toenemen en dat de importeurs snel voorraden kunnen aanleggen.

    4.   PROCEDURE

    (13)

    Gezien bovenstaande overwegingen is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de klager voldoende voorlopig bewijsmateriaal heeft verstrekt om registratie van de invoer van het betrokken product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening te rechtvaardigen.

    (14)

    Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en ondersteunend bewijsmateriaal in te dienen. Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

    5.   REGISTRATIE

    (15)

    Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van het betrokken product worden geregistreerd zodat, indien het onderzoek leidt tot de instelling van antidumpingrechten, deze rechten overeenkomstig artikel 10, lid 4, van de basisverordening met terugwerkende kracht op de geregistreerde invoer kunnen worden geheven indien aan de nodige voorwaarden is voldaan.

    (16)

    In zijn klacht schat de klager de gemiddelde dumpingmarge voor het betrokken product op ongeveer 50 % en de gemiddelde prijsbederfmarge op 37,8 tot 41,0 %. Het bedrag van de mogelijke toekomstige rechten wordt voor de VRC geraamd op de op basis van de klacht geschatte prijsbederfmarge, d.w.z. op 37,8 tot 41,0 % op de cif-waarde bij invoer van het betrokken product.

    6.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

    (17)

    Persoonsgegevens die in het kader van deze registratie worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De douaneautoriteiten wordt overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 opgedragen passende maatregelen te nemen om de invoer in de Unie te registreren van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China bestaande uit gewalste platte producten van ijzer of gelegeerd staal of niet-gelegeerd staal; al-rustig; thermisch geplateerd of bekleed met zink en/of aluminium, en geen ander metaal; chemisch gepassiveerd; bevattende 0,015 of meer doch niet meer dan 0,170 gewichtspercent koolstof, 0,015 of meer doch niet meer dan 0,100 gewichtspercent aluminium, niet meer dan 0,045 gewichtspercent niobium, niet meer dan 0,010 gewichtspercent titaan en niet meer dan 0,010 gewichtspercent vanadium; opgerold, als op maat gesneden platen en als bandstaal aangeboden, met uitzondering van:

    producten van roestvrij staal, van siliciumstaal en van sneldraaistaal;

    producten die enkel warm of koud gewalst zijn;

    en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7210 41 00, ex 7210 49 00, ex 7210 61 00, ex 7210 69 00, ex 7212 30 00, ex 7212 50 61, ex 7212 50 69, ex 7225 92 00, ex 7225 99 00, ex 7226 99 30 en ex 7226 99 70 (Taric-codes: 7210410020, 7210490020, 7210610020, 7210690020, 7212300020, 7212506120, 7212506920, 7225920020, 7225990022, 7225990035, 7225990092, 7226993010, 7226997094).

    De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

    2.   Alle belanghebbenden wordt verzocht uiterlijk 20 dagen na de bekendmaking van deze verordening hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken, bewijsmateriaal in te dienen of te verzoeken te worden gehoord.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 7 juli 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)  PB C 459 van 9.12.2016, blz. 17.

    (3)  PB C 459 van 9.12.2016, blz. 17 (punt 3 van het bericht van inleiding).

    (4)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


    Top