Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D0809

    Besluit (EU) 2016/809 van de Commissie van 20 mei 2016 betreffende de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de wens deel te nemen aan bepaalde handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld en die geen deel uitmaken van het Schengenacquis

    C/2016/3032

    PB L 132 van 21.5.2016, p. 105–106 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/809/oj

    21.5.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 132/105


    BESLUIT (EU) 2016/809 VAN DE COMMISSIE

    van 20 mei 2016

    betreffende de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de wens deel te nemen aan bepaalde handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld en die geen deel uitmaken van het Schengenacquis

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien Protocol nr. 36 betreffende de overgangsbepalingen, en met name artikel 10, lid 5, in samenhang met artikel 4 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, en artikel 331, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 10, lid 4, van Protocol nr. 36 bepaalt dat het Verenigd Koninkrijk, uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van de in artikel 10, lid 3, van Protocol nr. 36 genoemde overgangsperiode van vijf jaar, de Raad ervan in kennis kan stellen dat het, met betrekking tot de handelingen van de Unie op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken die waren aangenomen vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, de bevoegdheden van de Commissie en het Hof van Justitie als bedoeld in artikel 10, lid 1, van Protocol nr. 36, niet aanvaardt.

    (2)

    Bij brief van 24 juli 2013 aan de voorzitter van de Raad heeft het Verenigd Koninkrijk van die mogelijkheid gebruikgemaakt door mee te delen dat het de bedoelde bevoegdheden van de Commissie en het Hof van Justitie niet aanvaardt, met als gevolg dat de desbetreffende handelingen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken met ingang van 1 december 2014 niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk.

    (3)

    Artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36 geeft het Verenigd Koninkrijk de mogelijkheid de Raad kennisgeving te doen van zijn wens deel te nemen aan de handelingen die opgehouden zijn op hem van toepassing te zijn.

    (4)

    Bij besluit 2014/858/EU van de Commissie (1) is de deelname van het Verenigd Koninkrijk aan bepaalde handelingen bevestigd.

    (5)

    Bij Besluit 2014/836/EU van de Raad (2) is bevestigd dat Besluit 2008/615/JBZ van de Raad (3), Besluit 2008/616/JBZ van de Raad (4) en Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad (5) (hierna de „Prüm-besluiten” genoemd) sinds 1 december 2014 niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk en als gevolg van dat besluit kon het Verenigd Koninkrijk voor rechtshandhavingsdoeleinden geen toegang krijgen tot de Eurodac-database tot het moment dat het opnieuw deelneemt aan de Prüm-besluiten. In Besluit 2014/836/EU is het Verenigd Koninkrijk er ook toe opgeroepen een volledig dossier over de werking en tenuitvoerlegging aan te leggen teneinde te beoordelen welke verdiensten en praktische voordelen verbonden zijn aan de deelname aan de Prüm-besluiten. Het Verenigd Koninkrijk heeft een volledig dossier over de werking en tenuitvoerlegging aangelegd en zijn parlement heeft gestemd vóór deelname aan de Prüm-besluiten.

    (6)

    Bij Besluit 2014/857/EU van de Raad (6) is bevestigd dat het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland kennisgeving heeft gedaan van de wens deel te nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis die zijn opgenomen in handelingen van de Unie op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

    (7)

    Bij brief van 22 januari 2016 aan de voorzitter van de Raad heeft het Verenigd Koninkrijk een verder beroep gedaan op artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36 om kennisgeving te doen van zijn wens om deel te nemen aan Besluit 2008/615/JBZ, Besluit 2008/616/JBZ en Kaderbesluit 2009/905/JBZ.

    (8)

    Met betrekking tot handelingen die geen deel uitmaken van het Schengenacquis, verwijst artikel 10, lid 5, van Protocol nr. 36 naar Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Artikel 4 van Protocol nr. 21 verwijst naar de procedure waarin wordt voorzien in artikel 331, lid 1, VWEU. Luidens deze laatste bepaling bevestigt de Commissie de deelneming van de lidstaat die wenst deel te nemen en constateert zij, in voorkomend geval, dat aan de voorwaarden voor deelneming is voldaan.

    (9)

    Volgens artikel 10, lid 5, vierde zin, van Protocol nr. 36, trachten de instellingen van de Unie en het Verenigd Koninkrijk opnieuw tot de ruimst mogelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk aan het acquis van de Unie op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht te komen zonder de praktische toepasbaarheid van de verschillende onderdelen daarvan ernstig in het gedrang te brengen en rekening houdend met de samenhang daarvan.

    (10)

    Aan de in artikel 10, lid 5, vierde zin, van Protocol nr. 36 vastgestelde voorwaarden is voldaan voor de handelingen waarvoor het Verenigd Koninkrijk heeft meegedeeld dat het eraan wenst deel te nemen.

    (11)

    De deelname van het Verenigd Koninkrijk aan de in overweging 7 vermelde handelingen moet daarom worden bevestigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De deelname van het Verenigd Koninkrijk aan de volgende besluiten van de Raad wordt bevestigd:

     

    Besluit 2008/615/JBZ,

     

    Besluit 2008/616/JBZ,

     

    Kaderbesluit 2009/905/JBZ.

    Artikel 2

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het treedt in werking op 21 mei 2016.

    Gedaan te Brussel, 20 mei 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  Besluit 2014/858/EU van de Commissie van 1 december 2014 betreffende de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de wens deel te nemen aan de handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld en die geen deel uitmaken van het Schengenacquis (PB L 345 van 1.12.2014, blz. 6).

    (2)  Besluit 2014/836/EU van de Raad van 27 november 2014 tot vaststelling van bepaalde regelingen en overgangsregelingen betreffende de beëindiging van de deelname van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland aan een aantal handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld (PB L 343 van 28.11.2014, blz. 11).

    (3)  Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 1).

    (4)  Besluit 2008/616/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de uitvoering van Besluit 2008/615/JBZ inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (PB L 210 van 6.8.2008, blz. 12).

    (5)  Kaderbesluit 2009/905/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over de accreditatie van aanbieders van forensische diensten die laboratoriumactiviteiten verrichten (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 14).

    (6)  Besluit 2014/857/EU van de Raad van 1 december 2014 betreffende de kennisgeving door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland van de wens deel te nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis die zijn opgenomen in handelingen van de Unie op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, en tot wijziging van Besluit 2000/365/EG en Besluit 2004/926/EG (PB L 345 van 1.12.2014, blz. 1).


    Top