EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0752

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 752/2013 van de Commissie van 31 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008, wat betreft nationale steunprogramma’s en handel met derde landen in de wijnsector

PB L 210 van 6.8.2013, p. 17–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 210 van 6.8.2013, p. 4–7 (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/752/oj

6.8.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 210/17


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 752/2013 VAN DE COMMISSIE

van 31 juli 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008, wat betreft nationale steunprogramma’s en handel met derde landen in de wijnsector

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (1), en met name artikel 103 octovicies en artikel 158 bis, lid 4, in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de artikelen 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie (2) zijn de subsidiabiliteitscriteria en de selectieprocedure vastgesteld voor in nationale steunprogramma’s opgenomen acties ter bevordering van de afzet van wijn op markten van derde landen.

(2)

Gezien het specifieke karakter van de maatregel ter bevordering van de afzet van wijn op markten van derde landen en gezien de ervaring die met de tenuitvoerlegging van de nationale steunprogramma’s is opgedaan, moeten voorschriften worden vastgesteld inzake de subsidiabiliteit van personeelskosten en overheadkosten die bij de uitvoering van dergelijke maatregelen door de begunstigde worden gemaakt.

(3)

Artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 555/2008 voorziet in het financiële beheer van investeringsmaatregelen. Om de uitvoering van investeringsprojecten in het kader van de tenuitvoerlegging in de programmeringsperiode 2014-2018 te vergemakkelijken, dient het maximumpercentage voor voorschotbetalingen voor de jaren 2014 en 2015 te worden verhoogd. Dezelfde aanpak moet worden toegepast voor de uitvoering van investeringsprojecten in het kader van het einde van de eerste programmeringsperiode 2009-2013. Bijgevolg moet het maximumpercentage voor voorschotbetalingen ook voor het jaar 2013 worden verhoogd.

(4)

Er moeten maatregelen worden ingevoerd om in het kader van nationale steunprogramma’s gezond financieel beheer te waarborgen en de controle van EU-financiering die in de vorm van voorschotten aan de begunstigden wordt betaald, te verbeteren. Deze maatregelen moeten, rekening houdend met de tijd die de lidstaten voor de tenuitvoerlegging ervan nodig hebben, met ingang van 2014 van toepassing zijn, behalve wanneer lidstaten besluiten om in 2013 voorschotten te verlenen die worden verhoogd tot de in artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 555/2008 vastgestelde maxima.

(5)

In titel III, hoofdstuk II, deel 2, van Verordening (EG) nr. 555/2008 zijn de voorschriften vastgesteld voor de invoer van wijn, druivensap en druivenmost in de Unie. Met name moet hetzij op een formulier V I 1 volgens het model in bijlage IX bij die verordening een document V I 1 worden opgesteld dat wordt ondertekend door een ambtenaar van een officiële instantie en een ambtenaar van een erkend laboratorium, hetzij een vereenvoudigd papieren document V I 1 worden opgesteld voor wijnproducten die in de Unie worden ingevoerd. Om rekening te houden met de ontwikkeling van geautomatiseerde systemen in deze sector en om het toezicht op de overbrenging en de controles van wijnbouwproducten te vergemakkelijken, dient het gebruik van geautomatiseerde systemen en dus ook van elektronische documenten eveneens te worden toegestaan. Geautomatiseerde systemen mogen echter alleen worden gebruikt mits bepaalde voorwaarden in acht worden genomen en mits de Unie erkent dat het controlesysteem van het derde land voldoende garanties biedt met betrekking tot de aard, de oorsprong en de traceerbaarheid van de wijnproducten die uit dat derde land in de Unie worden ingevoerd. Tegen deze achtergrond dient te worden bepaald aan welke minimumvoorwaarden moet worden voldaan vooraleer de Unie officieel aanvaardt dat het controlesysteem van het betrokken derde land gelijkwaardig is aan dat van de Unie.

(6)

Omwille van de duidelijkheid moeten derde landen die beschikken over een door de Unie als gelijkwaardig erkend controlesysteem, in een lijst worden opgenomen.

(7)

Nadat het door de bevoegde autoriteiten van Chili ingediende verzoek om toepassing van de vereenvoudigde procedure van artikel 45 van Verordening (EG) nr. 555/2008 is onderzocht en nadat de Unie heeft erkend dat het in de Chileense wijnsector toegepaste controlesysteem speciale garanties biedt met betrekking tot de controle van in Chili geproduceerde wijnen en de traceerbaarheid van deze wijnen, moet worden bepaald dat documenten V I 1 die zijn opgesteld door individueel door hun bevoegde autoriteiten goedgekeurde en geïnspecteerde wijnproducenten uit Chili, dienen te worden beschouwd als certificaten of analyseverslagen die zijn opgesteld door instanties en laboratoria als vermeld op de in artikel 48 van die verordening bedoelde lijst. De in artikel 43, lid 2, en artikel 45 van Verordening (EG) nr. 555/2008 bedoelde lijst van derde landen die is opgenomen in bijlage XII bij die verordening, dient overeenkomstig te worden aangevuld.

(8)

Verordening (EG) nr. 555/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in de onderhavige verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 555/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In titel II, hoofdstuk II, deel 1, wordt het volgende artikel 5 bis toegevoegd:

„Artikel 5 bis

Subsidiabele kosten

1.   Door in artikel 4 bedoelde begunstigden gedane personeelskosten worden als subsidiabel beschouwd als deze verband houden met de voorbereiding, tenuitvoerlegging of follow-up, inclusief evaluatie, van het specifieke afzetbevorderingsproject waarvoor steun wordt verleend. Deze kosten omvatten de kosten van het personeel dat de begunstigde specifiek naar aanleiding van het afzetbevorderingsproject aanwerft, alsmede de kosten voor het deel van de werkuren dat het vaste personeel van de begunstigde aan het afzetbevorderingsproject besteedt.

De lidstaten beschouwen personeelskosten alleen als subsidiabel, indien de begunstigden bewijsstukken overleggen met daarin nadere informatie over het werk dat daadwerkelijk is besteed aan het specifieke afzetbevorderingsproject waarvoor steun wordt verleend.

2.   Door de begunstigden gedane overheadkosten worden alleen als subsidiabel beschouwd, indien deze:

a)

verband houden met de voorbereiding, tenuitvoerlegging of follow-up van het project, en

b)

niet meer bedragen dan 4 % van de daadwerkelijke kosten voor de tenuitvoerlegging van de projecten.

De lidstaten kunnen beslissen of deze overheadkosten worden gesubsidieerd op basis van een forfait of op basis van de overlegging van bewijsstukken. In het laatste geval worden deze kosten berekend aan de hand van de boekhoudbeginselen, -regels en -methoden van het land van de begunstigde.”.

2)

Artikel 19, lid 2, tweede alinea, wordt vervangen door:

„Het voorschot mag niet meer dan 20 % van de overheidssteun voor de investering bedragen en mag pas worden betaald wanneer een bankgarantie of een gelijkwaardige garantie ten belope van 110 % van het voor te schieten bedrag is gesteld. Voor investeringen waarvoor het individuele besluit tot steunverlening in de begrotingsjaren 2013, 2014 of 2015 wordt genomen, kan het bedrag van de voorschotten eventueel tot maximaal 50 % van de overheidssteun voor de betrokken investering worden verhoogd. Met het oog op de toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie (3) moet het totale voorschot uiterlijk twee jaar na betaling ervan worden uitgegeven in het kader van de tenuitvoerlegging van de betrokken actie.

3)

In titel II, hoofdstuk III, wordt het volgende artikel 37 ter toegevoegd:

„Artikel 37 ter

Aanmelding met betrekking tot voorschotten

1.   Indien overeenkomstig artikel 5, lid 7, artikel 9, lid 2, artikel 19, lid 2, of artikel 24, lid 3, voorschotten worden toegekend, verstrekken de begunstigden jaarlijks voor elk project de volgende informatie aan de betaalorganen:

a)

per maatregel een kostenstaat, met een motivering van het gebruik van de voorschotten in de periode tot en met 15 oktober, en

b)

per maatregel een bevestiging van het saldo van de voorschotten dat op 15 oktober nog niet is benut.

De lidstaten stellen in hun nationale voorschriften een datum voor toezending van deze informatie vast die het mogelijk maakt deze informatie tegen de in artikel 7, lid 2, van die verordening vastgestelde termijn op te nemen in de in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 885/2006 bedoelde lopende jaarrekeningen van de betaalorganen.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op de jaarrekeningen van 2013, behalve wanneer voorschotten ten belope van meer dan 20 % en maximaal 50 % van de overheidssteun voor de investeringen worden toegekend overeenkomstig artikel 19, lid 2, tweede alinea.

3.   Met het oog op de toepassing van artikel 18, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 worden de laatste in lid 1 bedoelde kostenstaat en bevestiging van het saldo overgelegd als bewijs dat de betrokkene definitief recht heeft op het voorschot.

Met betrekking tot overeenkomstig artikel 9, lid 2, en artikel 19, lid 2, van de onderhavige verordening toegekende voorschotten worden de laatste in de leden 1 en 2 bedoelde kostenstaat en bevestiging van het saldo uiterlijk aan het einde van het tweede begrotingsjaar na de betaling van de voorschotten overgelegd.”.

4)

In titel III, hoofdstuk II, wordt het volgende artikel 45 bis toegevoegd:

„Artikel 45 bis

Elektronische documenten

1.   Overeenkomstig de artikelen 43 en 45 opgestelde documenten V I 1 kunnen worden vervangen door een elektronisch document voor de invoer in de Unie van wijnproducten uit derde landen, mits deze derde landen beschikken over een controlesysteem dat door de Unie is aanvaard als gelijkwaardig aan het systeem dat bij de EU-wetgeving is ingesteld voor dezelfde producten.

Een controlesysteem van een derde land mag worden aanvaard als gelijkwaardig aan het systeem dat bij de EU-wetgeving voor dezelfde producten is ingesteld, indien dit systeem op zijn minst aan de volgende voorwaarden voldoet:

a)

het biedt voldoende garanties met betrekking tot de aard, de oorsprong en de traceerbaarheid van de wijnproducten die op het grondgebied van het betrokken derde land worden geproduceerd of verhandeld;

b)

het staat borg voor toegang tot de gegevens die in het gebruikte elektronische systeem worden bewaard, met name tot gegevens met betrekking tot de registratie en identificatie van marktdeelnemers, controle-instanties en analyselaboratoria;

c)

het garandeert dat de onder b) bedoelde gegevens kunnen worden gecontroleerd in het kader van onderlinge administratieve samenwerking.

Derde landen die beschikken over een controlesysteem dat door de Unie als gelijkwaardig in de zin van de tweede alinea wordt aanvaard, worden opgenomen in de lijst in bijlage XII, deel C.

2.   Het in lid 1 bedoelde elektronische document bevat op zijn minst de informatie die voor het opstellen van het document V I 1 vereist is.

Aan het elektronische document wordt een unieke administratieve referentiecode toegekend door, of onder toezicht van, de bevoegde autoriteiten van het derde land van uitvoer. Deze code wordt vermeld op de handelsdocumenten die voor de invoer op het grondgebied van de Unie vereist zijn.

3.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming krijgen op verzoek toegang tot het elektronische document of tot de gegevens die voor het opstellen ervan vereist zijn.

De in de eerste alinea bedoelde gegevens kunnen worden opgevraagd in de vorm van een papieren document waarin de gegevens worden weergegeven in de vorm van data-elementen die op dezelfde manier worden uitgedrukt als in het elektronische document.”.

5)

Bijlage XII wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 31 juli 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector (PB L 170 van 30.6.2008, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie van 28 maart 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (PB L 92 van 30.3.2012, blz. 4).”.


BIJLAGE

„BIJLAGE XII

Lijst van de in artikel 43, lid 2, artikel 45 en artikel 45 bis bedoelde derde landen

DEEL A

:

Lijst van derde landen als bedoeld in artikel 43, lid 2:

Australië

Chili

DEEL B

:

Lijst van derde landen als bedoeld in artikel 45:

Australië

Chili

Verenigde Staten van Amerika

DEEL C

:

Lijst van derde landen als bedoeld in artikel 45 bis:

—;”


Top