EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0771

2013/771/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG

PB L 341 van 18.12.2013, p. 73–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2021; opgeheven door 32021D0173

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/771/oj

18.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 341/73


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 december 2013

tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG

(2013/771/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (1), en met name artikel 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 58/2003 verleent de Commissie de bevoegdheid om aan uitvoerende agentschappen de taak te delegeren om, namens haar en onder haar verantwoordelijkheid, EU-programma’s of -projecten geheel of gedeeltelijk uit te voeren.

(2)

Door de uitvoering van programma’s toe te vertrouwen aan uitvoerende agentschappen kan de Commissie zich focussen op haar kernactiviteiten en -taken die niet kunnen worden uitbesteed, zonder dat zij evenwel de controle en de eindverantwoordelijkheid verliest over de door de uitvoerende agentschappen beheerde activiteiten.

(3)

De delegatie van taken voor de uitvoering van een programma aan een uitvoerend agentschap vereist een duidelijke scheiding tussen de stadia van de programmering met een ruime beoordelingsmarge om door beleidsoverwegingen gemotiveerde keuzes te maken, wat door de Commissie gebeurt, en de uitvoering van het programma, die moet worden toevertrouwd aan het uitvoerend agentschap.

(4)

De Commissie heeft bij Besluit 2004/20/EG (2) het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie” (hierna het „Agentschap” genoemd) opgericht en belast met het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van duurzame energiebronnen en energie-efficiëntie.

(5)

Vervolgens heeft de Commissie bij Besluit 2007/372/EG (3) het mandaat van het Agentschap gewijzigd om het uit te breiden tot het beheer van nieuwe projecten en programma’s op het gebied van innovatie, ondernemerschap en mobiliteit, waarbij de naam van het Agentschap werd gewijzigd in „Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie”.

(6)

Het bij Besluit 2004/20/EG opgerichte agentschap heeft aangetoond dat wanneer het beheer van specifieke operationele programma’s wordt uitbesteed, de bevoegde directoraten-generaal zich kunnen focussen op de beleidsgerelateerde aspecten van de programma’s. Gelet op de voortdurende beperkingen van de EU-begroting is het kostenefficiënter om taken over te dragen aan een uitvoerend agentschap. Uit de twee tussentijdse evaluaties van het Agentschap is gebleken dat het in het algemeen goed functioneert en dat het de initiatieven waarvoor het operationeel verantwoordelijk is, efficiënt en doeltreffend kan uitvoeren.

(7)

In haar mededeling van 29 juni 2011„Een begroting voor Europa 2020” (4) heeft de Commissie voorgesteld intensiever gebruik te maken van bestaande uitvoerende agentschappen voor de uitvoering van EU-programma’s in het volgende meerjarige financiële kader.

(8)

Uit de kosten-batenanalyse (5) overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 58/2003 is gebleken dat de verwachte kosten 295 miljoen EUR bedragen, tegenover 399 miljoen EUR bij intern beheer. In vergelijking met intern beheer mag men bij beheer door een agentschap uitgaan van een positief saldo van 104 miljoen EUR aan efficiëntievoordeel. Er kan een aanzienlijke kwaliteitsverbetering tot stand worden gebracht door meer samenhangende programmaportefeuilles te laten aansluiten bij de kerntaken en de merkidentiteit van het Agentschap. Uit analyse is gebleken dat het Agentschap voordeel zal hebben van synergieën, vereenvoudiging en schaalvoordelen wanneer het beheer van de volgende programma’s wordt samengevoegd: Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie 2014-2020 (6) (hierna „Horizon 2020” genoemd), het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (2014-2020) (7) (hierna „Cosme” genoemd) en het programma voor het milieu en klimaatactie (8) (hierna „Life” genoemd). Door alle aspecten van het kmo-instrument Horizon 2020 te bundelen, krijgen potentiële begunstigden één enkel punt van toegang en wordt een consistente dienstverlening gegarandeerd. Binnen het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (9) (hierna „EFMZV” genoemd) beantwoorden met name acties die worden gepland op het gebied van het geïntegreerd maritiem beleid goed aan het huidige profiel van het Agentschap inzake innovatie en concurrentievermogen. Door het beheer van de erfenis van het Marco Polo-programma (2007-2013) over te dragen aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken zal het beheer van de infrastructuurprogramma’s voor vervoer in dat agentschap worden gecentraliseerd, waardoor begunstigden een centraal toegangspunt voor financiering krijgen.

(9)

Om de uitvoerende agentschappen een samenhangende identiteit te geven, heeft de Commissie bij de vaststelling van de nieuwe mandaten van de agentschappen voor zover mogelijk de werkzaamheden gegroepeerd per thematisch beleidsterrein.

(10)

Het Agentschap moet worden belast met het beheer van Life, de opvolger van het eerdere programma Life+, dat in het kader van het meerjarige financiële kader (2007-2013) intern door de Commissie wordt beheerd. Het beheer van Life behelst de uitvoering van technische projecten die geen besluitvorming van politieke aard inhouden en vergt een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus. Life wordt gekenmerkt door projecten waarbij veel gelijksoortige en gestandaardiseerde activiteiten worden ontwikkeld.

(11)

Het Agentschap moet worden belast met het beheer van delen van Cosme die de opvolger zijn van delen van het programma voor ondernemerschap en innovatie uit hoofde van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013 (10) (hierna „CIP” genoemd), die thans deels door het Agentschap en deels intern door de Commissie worden beheerd. Het beheer van de delen van Cosme die aan het Agentschap zullen worden gedelegeerd, behelst de uitvoering van projecten met een technisch karakter, die geen besluitvorming van politieke aard inhouden, en vergt een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus. Sommige delen van Cosme worden verder gekenmerkt door projecten waarbij veel gelijksoortige en gestandaardiseerde activiteiten worden ontwikkeld.

(12)

Het Agentschap moet worden belast met het beheer van delen van het EFMZV op het gebied van het geïntegreerd maritiem beleid (GMB), controle, wetenschappelijk advies en wetenschappelijke kennis, die de opvolger zijn van gelijkaardige activiteiten die in het kader van het meerjarige financiële kader (2007-2013) intern door de Commissie worden beheerd. Het beheer van het EFMZV behelst de uitvoering van technische projecten die geen besluitvorming van politieke aard inhouden en vergt een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus.

(13)

Het Agentschap moet worden belast met het beheer van de volgende delen van Horizon 2020:

a)

delen van „Deel II — Industrieel leiderschap” die worden gekenmerkt door projecten waarbij veel gelijksoortige en gestandaardiseerde activiteiten worden ontwikkeld;

b)

delen van „Deel III — Maatschappelijke uitdagingen” die de uitvoering behelzen van technische projecten die geen besluitvorming van politieke aard inhouden en die een grote technische en financiële deskundigheid gedurende de gehele projectcyclus vergen.

(14)

Het Agentschap moet worden belast met het beheer van de erfenis van acties die al als onderdeel van het CIP aan hem zijn gedelegeerd onder het meerjarige financiële kader (2007-2013): „Intelligente energie — Europa” (IEE II), het „Enterprise Europe Network”, de portal „Uw Europa — Bedrijfsleven”, de „Europese IER-helpdesk”, het „eco-innovatie-initiatief” en het project „IPorta”.

(15)

Het Agentschap moet worden belast met het bieden van administratieve en logistieke ondersteuning, met name wanneer de centralisatie van een dergelijke ondersteuning efficiëntie- en schaalvoordelen oplevert.

(16)

Het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen moet worden opgericht. Het dient de vervanger en opvolger te worden van het bij Besluit 2004/20/EG opgerichte agentschap, als gewijzigd bij Besluit 2007/372/EG. Het dient te opereren overeenkomstig het bij Verordening (EG) nr. 58/2003 vastgestelde algemene statuut.

(17)

De Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG moeten worden ingetrokken en er dienen overgangsbepalingen te worden vastgesteld.

(18)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de uitvoerende agentschappen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Oprichting

Het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (hierna het „Agentschap” genoemd) wordt hierbij opgericht als vervanger en opvolger van het bij Besluit 2004/20/EG opgerichte agentschap, als gewijzigd bij Besluit 2007/372/EG, voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2024; de statuten van het Agentschap vallen onder Verordening (EG) nr. 58/2003.

Artikel 2

Vestiging

Het Agentschap is gevestigd te Brussel.

Artikel 3

Doelstellingen en taken

1.   Het Agentschap wordt belast met de uitvoering van delen van de volgende EU-programma’s:

a)

programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) (11);

b)

programma voor het milieu en klimaatactie (Life) 2014-2020 (12);

c)

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) (13), met inbegrip van het geïntegreerd maritiem beleid (GMB), controle, wetenschappelijk advies en wetenschappelijke kennis;

d)

het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie 2014-2020 (Horizon 2020) (14): delen van „Deel II — Industrieel leiderschap” en „Deel III — Maatschappelijke uitdagingen”.

De eerste alinea is van toepassing onder voorbehoud van en met ingang van de datum van inwerkingtreding van elk van die programma’s.

2.   Het Agentschap wordt belast met de uitvoering van de erfenis van de volgende acties uit hoofde van CIP:

a)

„Intelligente energie — Europa (IEE II);

b)

het „eco-innovatie-initiatief”;

c)

het „Enterprise Europe Network”;

d)

het portaal „Uw Europa — Bedrijfsleven”;

e)

de „Europese IER-helpdesk”;

f)

het project „IPorta”.

3.   Het Agentschap wordt belast met de volgende taken met betrekking tot de uitvoering van de in leden 1 en 2 vermelde delen van de EU-programma’s:

a)

het beheer van een aantal of van alle stadia van de uitvoering van het programma en van een aantal of van alle fasen in de cyclus van specifieke projecten op basis van de door de Commissie vastgestelde relevante werkprogramma’s, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

b)

het vaststellen van de instrumenten tot uitvoering van de begroting, zowel aan de ontvangsten- en de uitgavenzijde, en het uitvoeren van alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit;

c)

het verlenen van steun bij de uitvoering van programma’s, voor zover de Commissie het Agentschap daartoe bevoegdheid heeft verleend in het delegatiebesluit.

4.   Het Agentschap kan ermee worden belast administratieve en logistieke ondersteuning te bieden aan de organisaties die programma’s uitvoeren, indien daarin wordt voorzien in het delegatiebesluit en binnen de reikwijdte van de daarin vermelde programma’s.

Artikel 4

Termijn van aanstellingen

1.   De leden van het directiecomité worden benoemd voor twee jaar.

2.   De directeur wordt benoemd voor vijf jaar.

Artikel 5

Controle en verslag over de uitvoering

Het Agentschap wordt onderworpen aan de controle van de Commissie en brengt regelmatig verslag uit over de voortgang bij de uitvoering van de EU-programma’s of delen daarvan waarmee het is belast, op de wijze en met de frequentie die in het delegatiebesluit zijn vastgesteld.

Artikel 6

Uitvoering van de huishoudelijke begroting

Het Agentschap voert zijn huishoudelijke begroting uit overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie (15).

Artikel 7

Intrekkings- en overgangsbepalingen

1.   De Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2014. Verwijzingen naar de ingetrokken besluiten gelden als verwijzingen naar dit besluit.

2.   Het Agentschap wordt beschouwd als de juridische opvolger van het bij Besluit 2004/20/EG opgerichte uitvoerend agentschap, als gewijzigd bij Besluit 2007/372/EG.

3.   Onverminderd de herziening van de indelingscriteria van gedetacheerde ambtenaren waarin het delegatiebesluit voorziet, is dit besluit niet van invloed op de rechten en plichten van het personeel van het Agentschap, met inbegrip van de directeur.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Gedaan te Brussel, 17 december 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(2)  PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85.

(3)  PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52.

(4)  COM(2011) 500 final.

(5)  COST Benefit Analysis for the delegation of certain tasks regarding the implementation of Union Programmes 2014-2020 to the Executive Agencies (Final report), 19 augustus 2013.

(6)  COM(2011) 809 final.

(7)  COM(2011) 834 final.

(8)  COM(2011) 874 final.

(9)  COM(2011) 804 final.

(10)  PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15.

(11)  COM(2011) 834 final.

(12)  COM(2011) 874 final.

(13)  COM(2011) 804 final.

(14)  COM(2011) 809 final.

(15)  PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6.


Top