EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002R2289

Verordening (EG) nr. 2289/2002 van de Raad van 19 december 2002 tot beëindiging van een procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1600/1999 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India, tot wederinstelling van het recht ten aanzien van een exporteur in dit land en tot beëindiging van de registratie van de invoer van dit product

PB L 348 van 21.12.2002, p. 54–55 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2002/2289/oj

32002R2289

Verordening (EG) nr. 2289/2002 van de Raad van 19 december 2002 tot beëindiging van een procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1600/1999 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India, tot wederinstelling van het recht ten aanzien van een exporteur in dit land en tot beëindiging van de registratie van de invoer van dit product

Publicatieblad Nr. L 348 van 21/12/2002 blz. 0054 - 0055


Verordening (EG) nr. 2289/2002 van de Raad

van 19 december 2002

tot beëindiging van een procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1600/1999 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer uit India, tot wederinstelling van het recht ten aanzien van een exporteur in dit land en tot beëindiging van de registratie van de invoer van dit product

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) (hierna "de basisverordening" genoemd), en met name op artikel 11, lid 4,

Gelet op het voorstel dat de Commissie, na raadpleging van het raadgevend comité, heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1) Bij Verordening (EG) nr. 1600/1999(2) heeft de Raad definitieve antidumpingrechten ingesteld op roestvrij staaldraad met een diameter van 1 mm of meer (hierna "het betrokken product" genoemd), ingedeeld onder GN-code ex 7223 00 19, van oorsprong uit India. De rechten varieerden van 0 % tot 55,6 %, al naar gelang de exporteur, terwijl het residuele recht 55,6 % bedroeg.

B. ONDERHAVIGE PROCEDURE

1. Verzoek om een herzieningsprocedure ten behoeve van een nieuwe exporteur

(2) Na de vaststelling van de definitieve antidumpingmaatregelen heeft de Commissie een verzoek ontvangen om de inleiding van een procedure, ten behoeve van een "nieuwe exporteur", voor de herziening van Verordening (EG) nr. 1600/1999. Dit verzoek was ingediend op grond van artikel 11, lid 4, van de basisverordening door een Indiase producent, Garg Sales Co. PVT Ltd, die beweerde geen banden te hebben met andere exporteurs van het betrokken product in India. Voorts beweerde deze exporteur dat hij het betrokken product in het oorspronkelijke onderzoektijdvak (1 april 1997 tot en met 31 maart 1998) niet naar de Gemeenschap had uitgevoerd, maar dit wel na dit tijdvak had gedaan. Op grond hiervan verzocht hij om de vaststelling van een individueel antidumpingrecht, in geval voor hem dumping werd vastgesteld.

2. Inleiding van een herzieningsprocedure

(3) De Commissie heeft het door de indiener van het verzoek voorgelegde bewijsmateriaal onderzocht en was van oordeel dat dit toereikend was om tot de inleiding van een herzieningsprocedure over te gaan overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de basisverordening. Na overleg in het raadgevend comité en nadat de betrokken EG-producenten in de gelegenheid waren gesteld opmerkingen te maken, heeft de Commissie, bij Verordening (EG) nr. 1325/2002(3), ten behoeve van de indiener van het verzoek een procedure ingeleid voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1600/1999 en is zij met een onderzoek begonnen. Tevens werd het antidumpingrecht ten aanzien van de indiener van het verzoek geschorst en werd bepaald dat de invoer moest worden geregistreerd van het betrokken product dat van de indiener van het verzoek afkomstig was overeenkomstig artikel 11, lid 4, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening.

3. Gebrek aan medewerking van de producent/exporteur

(4) Om de informatie te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig had, heeft de Commissie de indiener van het verzoek een vragenlijst gezonden. De Commissie heeft echter binnen de gestelde termijn geen antwoord op de vragenlijst ontvangen. De indiener van het verzoek heeft evenmin om de verlenging van de termijn verzocht. De Commissie heeft de indiener van het verzoek medegedeeld dat zij in deze omstandigheden voornemens was de procedure te beëindigen zonder dat het verzoek om de vaststelling van een individueel recht verder onderzocht zou worden. De indiener van het verzoek werd in de gelegenheid gesteld hierover binnen tien dagen opmerkingen te maken. Over de mededeling van de Commissie dat zij voornemens was de herzieningsprocedure te beëindigen werden echter geen opmerkingen van de indiener van het verzoek ontvangen.

(5) De conclusie is derhalve dat Garg Sales Co. PVT Ltd geen medewerking heeft verleend aan het onderzoek, omdat zij de vragenlijst van de Commissie niet heeft beantwoord. De procedure dient daarom te worden beëindigd en het antidumpingrecht dat bij artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1325/2002 werd ingetrokken, dient met terugwerkende kracht tot 24 juli 2002 weer te worden ingesteld. Daarnaast moet een einde worden gemaakt aan de registratie van de invoer op grond van artikel 3 van dezelfde verordening,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De procedure voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1600/1999 die bij artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1325/2002 van de Commissie werd ingeleid ten aanzien van roestvrij staaldraad, met een diameter van 1 mm of meer, bevattende 2,5 of meer gewichtspercenten nikkel, met uitzondering van roestvrij staaldraad dat 28 of meer doch niet meer dan 31 gewichtspercenten nikkel en 20 of meer doch niet meer dan 22 gewichtspercenten chroom bevat, ingedeeld onder GN-code ex 7223 00 19, van oorsprong uit India, geproduceerd en naar de Gemeenschap uitgevoerd door Garg Sales Co. PVT Ltd (aanvullende Taric-code A404) wordt beëindigd.

Artikel 2

Het antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1600/1999 en dat werd ingetrokken bij artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1325/2002 wordt vanaf 24 juli 2002 weer ingesteld ten aanzien van het in artikel 1 bedoelde product.

Artikel 3

Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt de douaneautoriteiten hierbij de instructie gegeven de registratie van de invoer van het in artikel 1 bedoelde product te beëindigen.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2002.

Voor de Raad

De voorzitster

L. Espersen

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002 (PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1).

(2) PB L 189 van 22.7.1999, blz. 19.

(3) PB L 194 van 23.7.2002, blz. 27.

Top