EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998F0429

98/429/JBZ: Gemeenschappelijk optreden van 29 juni 1998 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, tot vaststelling van een mechanisme voor collectieve evaluatie van de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Europese Unie op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken in de kandidaat-lidstaten

PB L 191 van 7.7.1998, p. 8–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/1998/429/oj

31998F0429

98/429/JBZ: Gemeenschappelijk optreden van 29 juni 1998 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, tot vaststelling van een mechanisme voor collectieve evaluatie van de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Europese Unie op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken in de kandidaat-lidstaten

Publicatieblad Nr. L 191 van 07/07/1998 blz. 0008 - 0009


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN van 29 juni 1998 door de Raad aangenomen op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, tot vaststelling van een mechanisme voor collectieve evaluatie van de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Europese Unie op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken in de kandidaat-lidstaten (98/429/JBZ)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel K.3, lid 2, onder b),

Gezien de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen van 1993, en van Luxemburg van 1997,

Gezien de conclusies van de Raadszitting van 19 maart 1998 in Brussel,

Overwegende dat het wenselijk is een mechanisme vast te stellen dat deskundigen van de lidstaten en de Commissie in staat stelt tot een collectieve evaluatie, binnen het kader van de Raad, van de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Europese Unie op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken in de kandidaat-lidstaten;

Overwegende dat de Commissie bij de bijstelling van de prioriteiten en doelstellingen van de partnerschappen voor de toetreding, alsook binnen de bestaande structuren van de Europese Unie, in het kader van toekomstige besprekingen over de uitbreiding, rekening moet houden met deze evaluaties,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN AANGENOMEN:

Artikel 1

Doel

1. Onverminderd de bevoegdheid van de Gemeenschap of de bestaande structuren voor de bepaling van het standpunt van de lidstaten in toetredingsonderhandelingen, wordt, overeenkomstig de hiernavolgende bepalingen, een mechanisme vastgesteld voor de collectieve evaluatie van de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Europese Unie op het gebied van Justitie en Binenlandse Zaken in de staten die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie ("kandidaat-lidstaten").

2. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn nationale autoriteiten hun volledige medewerking verlenen aan de uitvoering van het bij dit gemeenschappelijk optreden vastgestelde mechanisme voor collectieve evaluatie ("het evaluatiemechanisme").

Artikel 2

Groep deskundigen

1. Een groep van deskundigen, opgericht overeenkomstig het reglement van orde van de Raad onder toezicht van het Comité van Permanente Vertegenwoordigers van de lidstaten (Coreper), heeft tot taak het opstellen en bijwerken van collectieve evaluaties van de situatie in de kandidaat-lidstaten voor wat betreft de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Unie op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken.

2. In nauwe samenwerking met de Commissie kunnen een of meer lidstaten bijzondere steun verlenen bij het opstellen en bijhouden, voor een bepaalde kandidaat-lidstaat, van uitvoerige rapporten die, rekening houdend met de uit hoofde van artikel 3 beschikbaar gestelde informatie, de grondslag voor de in lid 1 bedoelde evaluaties vormen.

3. De groep van deskundigen vermijdt doublures van reeds ondernomen werkzaamheden en overlapping van andere activiteiten van de Unie op dit gebied.

Artikel 3

Bijeenbrenging van de informatie

1. De lidstaten en de Commissie stellen alle terzake dienende informatie in verband met de inwerkingtreding, de toepassing en de daadwerkelijke uitvoering van het acquis van de Unie op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken in de kandidaat-lidstaten ter beschikking van de groep deskundigen opdat deze collectieve evaluaties van de situatie in elke kandidaat-lidstaat kan opstellen en bijhouden, en eventuele probleemgebieden kan aanwijzen.

2. De gegevens voor de in lid 1 bedoelde evaluaties worden in eerste instantie meer bepaald betrokken uit:

- individueel of collectief door de lidstaten verstrekte informatie op basis van hun rechtstreekse ervaringen met de kandidaat-lidstaten, met inbegrip van informatie beschikbaar in het kader van Schengen;

- verslagen, naargelang het geval, van de ambassades van de lidstaten en de delegaties van de Commissie in de kandidaat-lidstaten, zonodig op basis van een door de groep van deskundigen opgestelde vragenlijst;

- informatie waarover de Commissie beschikt als gevolg van haar rol in het gehele toetredingsproces, met inbegrip van verslagen van missies in het kader van het Phare-programma;

- verslagen van de Raad van Europa over de uitvoering van de verdragen en aanbevelingen van de Raad van Europa, of uit andere bronnen die, gelet op de inhoud van het acquis, nuttig worden geacht.

3. Indien aanvullende informatie nodig wordt geacht, worden ad hoc-teams gevormd van vertegenwoordigers en deskundigen van de lidstaten en de Commissie die, zonder dat de kandidaat-lidstaten overlast wordt bezorgd, verdere missies met betrekking tot specifieke aspecten uitvoeren. Na advies van de groep deskundigen, die nauw samenwerkt met de Commissie, neemt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit inzake het instellen van dergelijke missies en inzake samenstelling, tijdschema en taakomschrijving van die missies.

Artikel 4

Vorderingen en resultaten van het evaluatiemechanisme

1. Via het Coreper en in nauwe samenwerking met het bij artikel K.4 van het Verdrag ingestelde comité en andere Raadsinstanties die bij het uitbreidingsproces betrokken zijn, informeert de groep deskundigen de Raad over de vorderingen en de resultaten van de evaluaties. De groep houdt ook andere bevoegde Raadsinstanties op de hoogte van haar werkzaamheden.

2. De Commissie wordt verzocht in haar voorstellen voor belangrijke wijzigingen van de prioriteiten en doelstellingen van de partnerschappen voor de toetreding, die overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 622/98 van de Raad (1) ter goedkeuring aan de Raad worden voorgelegd, rekening te houden met de collectieve evaluaties. In het kader van toekomstige besprekingen over de uitbreiding wordt, binnen de bestaande structuren van de Europese Unie, eveneens rekening gehouden met deze evaluaties.

Artikel 5

Herziening van het evaluatiemechanisme

Uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van dit gemeenschappelijk optreden, beziet de Raad de werking en het toepassingsgebied van het evaluatiemechanisme opnieuw en past hij het mechanisme zonodig aan.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad.

Artikel 7

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

Gedaan te Luxemburg, 29 juni 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

R. COOK

(1) PB L 85 van 20. 3. 1998, blz. 1.

Top