Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02017R1770-20221214

    Consolidated text: Verordening (EU) 2017/1770 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/1770/2022-12-14

    02017R1770 — NL — 14.12.2022 — 008.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    VERORDENING (EU) 2017/1770 VAN DE RAAD

    van 28 september 2017

    betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

    (PB L 251 van 29.9.2017, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

     M1

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1163 VAN DE COMMISSIE van 5 juli 2019

      L 182

    33

    8.7.2019

     M2

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/8 VAN DE RAAD van 7 januari 2020

      L 4I

    1

    8.1.2020

    ►M3

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/116 VAN DE RAAD van 27 januari 2020

      L 22

    25

    28.1.2020

    ►M4

    VERORDENING (EU) 2021/2201 VAN DE RAAD van 13 december 2021

      L 446

    1

    14.12.2021

     M5

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/156 VAN DE RAAD van 4 februari 2022

      L 25I

    1

    4.2.2022

    ►M6

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/595 VAN DE COMMISSIE van 11 april 2022

      L 114

    60

    12.4.2022

    ►M7

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2179 VAN DE RAAD van 8 november 2022

      L 288

    1

    9.11.2022

    ►M8

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2436 VAN DE RAAD van 12 december 2022

      L 319

    8

    13.12.2022


    Gerectificeerd bij:

    ►C1

    Rectificatie, PB L 047I, 20.2.2020, blz.  8 (2020/116)

    ►C2

    Rectificatie, PB L 008, 13.1.2022, blz.  192 (2021/2201)




    ▼B

    VERORDENING (EU) 2017/1770 VAN DE RAAD

    van 28 september 2017

    betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali



    Artikel 1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    a)

    „vordering” :

    een vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

    i) 

    een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

    ii) 

    een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

    iii) 

    een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

    iv) 

    een tegenvordering;

    v) 

    een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

    b)

    „contract of transactie” : een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband wordt er onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties of contragaranties, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

    c)

    „bevoegde autoriteiten” : de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage II;

    d)

    „economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

    e)

    „bevriezing van economische middelen” : voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

    f)

    „bevriezing van tegoeden” : het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

    g)

    „tegoeden” :

    financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

    i) 

    contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

    ii) 

    deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

    iii) 

    in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

    iv) 

    rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

    v) 

    krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

    vi) 

    kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven, en

    vii) 

    bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

    h)

    „Sanctiecomité” : het comité van de Veiligheidsraad, opgericht overeenkomstig punt 9 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

    i)

    „grondgebied van de Unie” : het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

    ▼M4

    Artikel 2

    1.  
    Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan, direct of indirect, van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam die in bijlage I of I bis is vermeld, worden bevroren.
    2.  
    Aan of ten behoeve van de in bijlage I of I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

    ▼M4

    Artikel 2 bis

    1.  

    Bijlage I omvat natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die volgens de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité:

    a) 

    vijandelijkheden aangaan die een inbreuk vormen op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (het “akkoord”);

    b) 

    maatregelen nemen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, door verdere vertraging bemoeilijken of in het gedrang brengen;

    c) 

    optreden voor, namens of op aanwijzing van, de onder de punten a) of b) bedoelde personen en entiteiten dan wel deze anderszins ondersteunen of financieren, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, met inbegrip van de productie van en de handel in verdovende middelen en hun precursoren, die afkomstig zijn van of via Mali worden doorgevoerd, de mensenhandel en de migrantensmokkel, de wapensmokkel en -handel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen;

    d) 

    betrokken zijn bij het beramen, aansturen, steunen of plegen van aanslagen tegen:

    i) 

    de verschillende in het akkoord vermelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese strijdkrachten en veiligheidstroepen;

    ii) 

    vredeshandhavers van de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA) en ander VN-personeel en geassocieerd personeel, met inbegrip van leden van het deskundigenpanel;

    iii) 

    internationale veiligheidstroepen, waaronder de Force Conjointe des États du G5 Sahel (FC-G5S, de gezamenlijke strijdkrachten van de Sahel G5), missies van de Europese Unie en Franse strijdkrachten;

    e) 

    de verlening van humanitaire bijstand aan Mali of van de toegang tot of verdeling van humanitaire bijstand in Mali belemmeren;

    f) 

    in Mali daden plannen, aansturen of plegen die het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationaal humanitair recht schenden, naargelang het geval, of die een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het viseren van burgers, met inbegrip van vrouwen of kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld), ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers een toevlucht zoeken;

    g) 

    betrokken zijn bij de inzet en rekrutering van kinderen door gewapende groepen of strijdkrachten die daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden in het kader van het gewapende conflict in Mali, of

    h) 

    willens en wetens het reizen vergemakkelijken van een in de lijst opgenomen persoon, in strijd met de reisbeperkingen.

    2.  
    In bijlage I worden de redenen vermeld waarom de personen, entiteiten en lichamen op de lijst zijn geplaatst.
    3.  
    Bijlage I bevat verder, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen te kunnen identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer, en plaats van vestiging.

    Artikel 2 ter

    1.  

    Bijlage I bis omvat de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die door de Raad zijn aangewezen omdat zij:

    a) 

    verantwoordelijk zijn voor, medeplichtig zijn aan, of direct of indirect hebben deelgenomen aan acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Mali bedreigen, zoals de in artikel 2 bis, lid 1, bedoelde acties of beleidsmaatregelen, of

    b) 

    de succesvolle voltooiing van de politieke overgang van Mali belemmeren of ondermijnen, onder meer door het houden van verkiezingen of de overdracht van bevoegdheden aan gekozen autoriteiten te belemmeren of te ondermijnen, of

    c) 

    in verband worden gebracht met de onder a) of b) bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

    2.  
    In bijlage I bis worden de redenen vermeld voor het opnemen van de vermelde personen en entiteiten in de lijst.
    3.  
    Bijlage I bis bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Die informatie kan, wat natuurlijke personen betreft, bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, het registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

    ▼B

    Artikel 3

    1.  

    In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

    ▼M4

    a) 

    noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

    ▼B

    b) 

    uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

    ▼M4

    c) 

    uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

    indien de toestemming een persoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I, betreft en op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van de desbetreffende lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en van haar voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na deze kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

    2.  

    In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, op voorwaarde dat:

    a) 

    de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de toestemming een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam betreft, het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en deze door het Sanctiecomité is goedgekeurd, alsmede

    b) 

    de betrokken lidstaat, wanneer de toestemming een in bijlage I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I bis vermeld lichaam betreft, de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken op voorhand heeft gemeld op welke gronden hij van mening is dat de specifieke toestemming moet worden verleend.

    3.  
    In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, met betrekking tot natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, vermeld in bijlage I, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, op voorwaarde dat het Sanctiecomité, per geval, heeft vastgesteld dat deze afwijking een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Mali en de stabiliteit in de regio.
    4.  
    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die op grond van dit artikel is verleend binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

    ▼M4

    Artikel 3 bis

    1.  
    In afwijking van artikel 2, en met betrekking tot personen, entiteiten of lichamen, vermeld in bijlage I bis, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat het verstrekken van die tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden, zoals de verlening van hulp of het vergemakkelijken daarvan, met inbegrip van medische benodigdheden, levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire hulpverleners en daarmee verband houdende hulp, of bijstand voor evacuaties uit Mali.
    2.  
    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

    Artikel 3 ter

    1.  
    In afwijking van artikel 2, en met betrekking tot personen, entiteiten of lichamen, vermeld in bijlage I bis, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat is vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen moeten worden betaald aan of van een rekening van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht, voor zover zij noodzakelijk zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties.
    2.  
    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

    ▼M4

    Artikel 4

    1.  

    In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen voor de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen voor de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) 

    de tegoeden of de economische middelen zijn het voorwerp van:

    i) 

    voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I: een gerechtelijk, administratief of arbitraal besluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bis bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werd opgenomen, of een gerechtelijk, administratief of arbitraal vonnis van vóór die datum;

    ▼C2

    ii) 

    voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I bis: een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 ter bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage I bis, of een rechterlijke of administratieve beslissing die in de Unie is uitgesproken, of een rechterlijke beslissing die in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en die van voor of na die datum dateert;

    ▼M4

    b) 

    de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een in punt a) genoemde beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

    c) 

    het besluit of het vonnis komt niet ten goede aan een in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam;

    d) 

    de erkenning van het besluit of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat, alsmede

    e) 

    voor een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam: het Sanctiecomité is door de lidstaat in kennis gesteld van het besluit of het retentierecht.

    2.  
    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

    Artikel 5

    1.  

    In afwijking van artikel 2, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage I of I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I of I bis vermeld lichaam op grond van een contract of overeenkomst dat of die is gesloten of een verplichting die is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam in bijlage I of bijlage I bis werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

    a) 

    de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I of bijlage I bis, alsmede

    b) 

    de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2.

    2.  
    Voor een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam wordt het voornemen om toestemming te verlenen tien werkdagen van tevoren door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité gemeld.
    3.  
    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

    ▼B

    Artikel 6

    1.  
    Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in de lijst opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

    ▼M4

    2.  

    Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

    a) 

    rente of andere inkomsten op die rekeningen;

    b) 

    betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen werden opgenomen in bijlage I of I bis, of

    c) 

    betalingen verschuldigd aan een in bijlage I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I bis vermeld lichaam op grond van gerechtelijke, administratieve of arbitrale beslissingen die zijn genomen in de EU of die in de betrokken lidstaat ten uitvoer kunnen worden gelegd;

    mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2 worden bevroren.

    ▼B

    Artikel 7

    1.  

    Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

    a) 

    alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, en

    b) 

    samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

    2.  
    Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.
    3.  
    Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

    Artikel 8

    Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 bedoelde maatregelen worden omzeild.

    Artikel 9

    1.  
    De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
    2.  
    Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.

    Artikel 10

    1.  

    Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

    ▼M4

    a) 

    de in bijlage I of I bis opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

    ▼B

    b) 

    een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

    2.  
    In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.
    3.  
    Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

    Artikel 11

    1.  

    De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie:

    a) 

    met betrekking tot middelen die zijn bevroren krachtens artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend krachtens de artikelen 3, 4 en 5;

    b) 

    met betrekking tot inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

    2.  
    De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

    ▼M4

    Artikel 12

    1.  
    Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, neemt de Raad deze natuurlijke persoon of rechtspersoon, deze entiteit of dit lichaam op in bijlage I.
    2.  
    De Raad stelt de lijst van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage I bis vast en wijzigt deze.
    3.  
    De Raad stelt de in de leden 1 en 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij direct, wanneer het adres bekend is, of door de bekendmaking van een kennisgeving, waarbij die natuurlijke persoon of rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam de mogelijkheid wordt geboden opmerkingen in te dienen.
    4.  
    Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam dienovereenkomstig op de hoogte.
    5.  
    Wanneer de Verenigde Naties besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te wijzigen, wijzigt de Raad bijlage I dienovereenkomstig.
    6.  
    De lijst in bijlage I bis wordt regelmatig, en ten minste eens om de twaalf maanden, geëvalueerd.
    7.  
    De Commissie is bevoegd bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

    ▼B

    Artikel 13

    1.  
    De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
    2.  
    De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

    ▼M4

    Artikel 13 bis

    1.  

    De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Deze taken omvatten het volgende:

    a) 

    wat betreft de Raad, het opstellen en wijzigen van bijlage I en I bis;

    b) 

    wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het opstellen van wijzigingen van bijlage I en I bis;

    c) 

    wat betreft de Commissie:

    i) 

    het toevoegen van de inhoud van bijlage I en I bis aan de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de Europese Unie van toepassing zijn, en aan de interactieve sanctiekaart, die beide openbaar worden gemaakt;

    ii) 

    het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door de bevoegde autoriteiten verleende toestemming.

    2.  
    De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van die personen of veiligheidsmaatregelen betreffende die personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage I en I bis.
    3.  
    Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de in bijlage II bij deze verordening vermelde dienst van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van die verordening kunnen uitoefenen.

    ▼B

    Artikel 14

    1.  
    De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren deze op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II genoemde websites.
    2.  
    De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mee wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en delen haar alle latere wijzigingen mee.
    3.  
    Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

    Artikel 15

    Deze verordening is van toepassing:

    a) 

    op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

    b) 

    aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

    c) 

    op alle zich binnen of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

    d) 

    op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

    e) 

    op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

    Artikel 16

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE I

    ▼M4

    Lijst van de in artikel 2 bis bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen

    ▼C1

    1.    AHMED AG ALBACHAR (alias: Intahmadou Ag Albachar)

    ▼M3

    Hoedanigheid: voorzitter van de Humanitaire Commissie van het Bureau Régional d'Administration et Gestion van Kidal

    Geboortedatum: 31 dec. 1963

    Geboorteplaats: Tin-Essako, regio Kidal, Mali

    Nationaliteit: Mali

    Nationaal identificatienr.: 1 63 08 4 01 001 005E

    Adres: Quartier Aliou, Kidal, Mali

    Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

    Overige informatie: Ahmed Ag Albachar is een vooraanstaand zakenman en sinds begin 2018 bijzonder adviseur van de gouverneur van de regio Kidal. Als invloedrijk lid van de Haut Conseil pour l'unité de l'Azawad (HCUA), die deel uitmaakt van de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, is Ahmed Ag Albachar ook bemiddelaar tussen de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA) en Ansar Dine (QDe.135). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

    Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

    https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

    Aanvullende informatie

    Ahmed Ag Albachar wordt op de lijst geplaatst uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen, en van paragraaf 8, punt e), van Resolutie 2374 (2017) wegens het belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali.

    In januari wendde Ag Albachar zijn invloed aan om te controleren en te kiezen welke humanitaire en ontwikkelingsprojecten er in het Kidal-gebied plaatsvinden, wie ze uitvoert, waar en wanneer. Geen enkele humanitaire actie kan plaatsvinden zonder dat hij er weet van heeft en er zijn goedkeuring aan hecht. Als zelfbenoemd voorzitter van de humanitaire commissie is Ag Albachar verantwoordelijk voor het verlenen van verblijfs- en werkvergunningen aan hulpverleners in ruil voor geld of diensten. De commissie bepaalt ook welke bedrijven en personen zich kunnen inschrijven op aanbestedingen voor projecten die ngo’s in Kidal publiceren, wat Ag Albachar de macht geeft om de humanitaire acties in de regio te manipuleren en de mensen te kiezen die voor ngo’s werken. De hulp kan enkel onder zijn toezicht worden verdeeld, waardoor hij invloed heeft op beslissingen wie er hulp krijgt.

    Daarnaast zet Albachar werkloze jongeren in om ngo’s te intimideren en af te persen, wat hun werk zwaar belemmert. De hele humanitaire gemeenschap en vooral het kwetsbaardere nationale personeel werkt in Kidal in een klimaat van angst.

    Ahmed Ag Albachar is ook mede-eigenaar van transportbedrijf Timitrine Voyage, een van de weinige transportbedrijven waarop ngo’s in Kidal een beroep mogen doen. Samen met een tiental andere transportbedrijven die eigendom zijn van een kleine groep invloedrijke notabelen uit de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, eigent Ag Albachar zich een aanzienlijk deel van de humanitaire hulp in Kidal toe. Door de monopoliepositie van Ag Albachar verloopt bovendien de hulpverlening in bepaalde gemeenschappen moeilijker dan in andere.

    Door terreur uit te oefenen, en door ngo’s te bedreigen en hun activiteiten te controleren, gebruikt Albachar de humanitaire hulp als instrument om zijn persoonlijke belangen en de politieke belangen van de HCUA te dienen, wat ervoor zorgt dat de hulp moeilijk bij de begunstigden in de regio Kidal terechtkomt. Ahmed Ag Albachar belemmert derhalve de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand aldaar.

    Zijn optreden is ook in strijd met artikel 49 van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Dat verplicht de partijen ertoe de beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid — die de leidraad vormen voor het humanitaire optreden — te eerbiedigen, om te voorkomen dat humanitaire hulp een politiek, economisch of militair instrument wordt, en om humanitaire organisaties gemakkelijker toegang te geven en om de veiligheid van hun personeel te garanderen. Albachar belemmert of bedreigt derhalve de uitvoering van het akkoord.

    2.    HOUKA HOUKA AG ALHOUSSEINI (alias: a) Mohamed Ibn Alhousseyni b) Muhammad Ibn Al-Husayn c) Houka Houka)

    Titel: cadi

    Geboortedatum: a) 1 jan. 1962 b) 1 jan. 1963 c) 1 jan. 1964

    Geboorteplaats: Ariaw, regio Timboektoe, Mali

    Nationaliteit: Mali

    Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

    Overige informatie: Na de oprichting van het jihadistisch kalifaat in het noorden van Mali werd Houka Houka Ag Alhousseini in april 2012 door Iyad Ag Ghaly (QDi.316) benoemd tot de cadi van Timboektoe.

    Houka Houka werkte nauw samen met de Hesbah, de islamitische politie onder leiding van Ahmad Al Faqi Al Mahdi, die sinds september 2016 gevangen zit in het detentiecentrum van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

    Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

    https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

    Aanvullende informatie

    Houka Houka Ag Alhousseini wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

    Na de interventie van de Franse strijdkrachten in januari 2013 werd Houka Houka Ag Alhousseini op 17 januari 2014 gearresteerd maar op 15 augustus 2014 lieten de Malinese autoriteiten hem weer vrij, waarop door mensenrechtenorganisaties afwijzend werd gereageerd.

    Houka Houka Ag Alhousseini verblijft sindsdien in Ariaw, in de buurt van Zouéra, een dorp ten westen van Timboektoe (gemeente Essakane), aan de oever van het Faguibinemeer, dat in de richting van de Mauritaanse grens ligt. Daar werd hij op 27 september 2017 door Koina Ag Ahmadou, de gouverneur van Timboektoe, officieel in zijn ambt van leraar hersteld nadat druk was uitgeoefend door Mohamed Ousmane Ag Mohamidoune (MLi.003), de leider van de Coalition du peuple de l'Azawad (CPA), die op 20 december 2018 door het sanctiecomité van de Verenigde Naties voor Mali op de lijst werd geplaatst wegens onder andere het aanhoudend belemmeren of vertragen van de uitvoering van het akkoord. Mohamed Ousmane richtte in 2017 een bredere alliantie van splintergroepen op — de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME) — die hij zelf voorzat. Tijdens de oprichtingsbijeenkomst bedreigde de CME in een officiële verklaring openlijk de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. De CME was ook betrokken bij belemmeringen die de uitvoering van het akkoord vertraagden. Zo werden de Malinese overheid en de internationale gemeenschap onder druk gezet om de CME te integreren in de verschillende bij het akkoord opgezette mechanismen.

    Houka Houka en Mohamed Ousmane hebben elkaar geholpen op te klimmen. Zo heeft laatstgenoemde de contacten van Houka Houka met overheidsfunctionarissen vergemakkelijkt en heeft eerstgenoemde een belangrijke rol gespeeld bij het uitbreiden van de macht van Ousmane over de regio Timboektoe. Houka Houka heeft sinds 2017 deelgenomen aan de meeste gemeenschapsbijeenkomsten die Mohamed Ousmane sinds 2017 heeft georganiseerd, en heeft zo bijgedragen aan de bekendheid en geloofwaardigheid van Ousmane in de regio. Hij nam ook deel aan de oprichtingsceremonie van de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME), die hij publiekelijk zijn zegen gaf.

    De invloedssfeer van Houka Houka is onlangs verder uitgebreid naar het oosten, naar de Ber-regio (bolwerk van de Bérabich-Arabieren, 50 kilometer ten oosten van Timboektoe), en het noorden van Timboektoe. Ook al komt hij niet uit een cadi-dynastie en is hij pas in 2012 aan zijn opmars begonnen, toch kon Houka Houka zijn gezag als cadi en zijn vermogen om de openbare veiligheid in bepaalde gebieden te handhaven, uitbreiden door gebruik te maken van de middelen van Al-Furqan en de angst die deze terroristische organisatie in de regio Timboektoe zaait met complexe aanvallen tegen de internationale en Malinese defensie- en veiligheidstroepen en met gerichte moordaanslagen.

    Door Mohamed Ousmane te steunen en het akkoord te belemmeren, bedreigt Houka Houka Ag Alhousseini derhalve de uitvoering van het akkoord en de vrede, veiligheid en stabiliteit in heel Mali.

    ▼M7

    3.    MAHRI SIDI AMAR BEN DAHA (alias a) Yoro Ould Daha b) Yoro Ould Daya c) Sidi Amar Ould Daha d) Yoro)

    Hoedanigheid: plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao

    Geboortedatum: 1 januari 1978

    Geboorteplaats: Djebock, Mali

    Nationaliteit: Mali

    Nationaal identificatienr.: 11262/1547

    Adres: Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali

    Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 december 2019, 14 januari 2020 en 5 oktober 2022)

    Overige informatie: Mahri Sidi Amar Ben Daha is een leider van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en militair stafchef van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden). Naar verluidt overleden in februari 2020.

    Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

    https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals

    Aanvullende informatie

    Mahri Sidi Amar Ben Daha wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

    Ben Daha was een hogere officier bij de islamitische politie die in Gao actief was toen de Mouvement pour l'unicité et le jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134) van juni 2012 tot januari 2013 de stad in handen had. Ben Daha is plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao.

    Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) — Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

    Van 14 tot 18 november 2018 belemmerden tientallen strijders van de MAA-Plateforme en van de CMFPR-groeperingen het regionale overleg. Onder leiding en met deelname van Ben Daha werden ten minste zes pick-uptrucks van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA-Plateforme) voor en rond de ambtswoning van de gouverneur in Gao opgesteld. Er werden ook twee MOC-voertuigen van de MAA-Plateforme gezien.

    Op 17 november 2018 vond een incident plaats tussen gewapende elementen die de toegang tot de ambtswoning van de gouverneur blokkeerden en een FAMa-patrouille die door het gebied liep, maar de gemoederen werden bedaard voordat de situatie kon escaleren en ontaarden in een schending van het staakt-het-vuren. Op 18 november 2018 maakten in totaal twaalf voertuigen en gewapende elementen een einde aan de blokkade van de ambtswoning van de gouverneur na een laatste onderhandelingspoging met de gouverneur van Gao.

    Op 30 november 2018 organiseerde Ben Daha in Tinfanda een inter-Arabische bijeenkomst om de veiligheid en de administratieve herstructurering te bespreken. Deze bijeenkomst werd ook bijgewoond door de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001), die door Ben Daha wordt gesteund en verdedigd.

    Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, belemmerde Ben Daha de uitvoering van het akkoord. Voorts steunt Ben Daha een persoon die als een bedreiging voor de uitvoering van de overeenkomst wordt gezien wegens zijn betrokkenheid bij schendingen van het staakt-het-vuren en georganiseerde criminele activiteiten.

    4.    MOHAMED BEN AHMED MAHRI (alias a) Mohammed Rougi b) Mohamed Ould Ahmed Deya c) Mohamed Ould Mahri Ahmed Daya d) Mohamed Rougie e) Mohamed Rouggy f) Mohamed Rouji)

    Geboortedatum: 1 januari 1979

    Geboorteplaats: Tabankort, Mali

    Nationaliteit: Mali

    Paspoortnr.: a) AA00272627 b) AA0263957 c) AA0344148, afgegeven op 21 maart 2019 (vervaldatum: 20 maart 2024)

    Adres: Bamako, Mali

    Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 december 2019, 14 januari 2020 en 5 oktober 2022)

    Overige informatie: Mohamed Ben Ahmed Mahri is een zakenman uit de Arabische Lehmar-gemeenschap in de regio Gao die eerder samenwerkte met de Mouvement pour l'unicité et le Jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

    Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

    https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals

    Aanvullende informatie

    Mohamed Ben Ahmed Mahri wordt op grond van paragraaf 8, punt c), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij handelt voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verleent aan personen en entiteiten die in paragraaf 8, punten a) en b), van Resolutie 2374 (2017) worden bedoeld, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en migrantensmokkel, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen.

    Tussen december 2017 en april 2018 voerde Mohamed Ben Ahmed Mahri het bevel over een smokkeloperatie van meer dan tien ton Marokkaanse cannabis, die in koelwagens door Mauritanië, Mali, Burkina Faso en Niger werd vervoerd. In de nacht van 13 op 14 juni 2018 werd in Niamey een kwart van de lading in beslag genomen, terwijl in de nacht van 12 op 13 april 2018 een rivaliserende groep naar verluidt het andere driekwart al had gestolen.

    In december 2017 was Mohamed Ben Ahmed Mahri met een Malinees in Niamey om de operatie voor te bereiden. De Malinees werd in Niamey gearresteerd nadat hij op 15 en 16 april 2018 met twee Marokkanen en twee Algerijnen per vliegtuig vanuit Marokko was aangereisd om gestolen cannabis te proberen terug te krijgen. Ook drie vertrouwelingen van hem werden gearresteerd, waaronder een Marokkaan die in 2014 in Marokko tot vijf maanden gevangenisstraf wegens drughandel was veroordeeld. Mohamed Ben Ahmed Mahri leidt de smokkel van cannabishars naar Niger dwars door het noorden van Mali.

    Hij maakt daarbij gebruik van konvooien die worden geleid door leden van de Groupe d'autodéfense des Touaregs Imghad et leurs alliés (GATIA), waaronder de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001). Mohamed Ben Ahmed Mahri betaalt Asriw voor het gebruik van deze konvooien. Deze konvooien gaan vaak in de clinch met concurrenten die samenwerken met de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA).

    Mohamed Ben Ahmed Mahri gebruikt drugsgeld om financiële steun te verlenen aan gewapende terroristische groeperingen, met name de op de sanctielijst geplaatste entiteit Al-Mourabitoun (QDe.141). Hij probeert tevens ambtenaren om te kopen om gearresteerde strijders vrij te laten en helpt strijders zich aan te sluiten bij de Mouvement Arabe pour l'Azawad (MAA) Plateforme.

    Met inkomsten uit georganiseerde misdaad steunt Mohamed Ben Ahmed Mahri dus een persoon die overeenkomstig paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) wordt aangemerkt als een bedreiging voor de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali, naast een terroristische groepering die uit hoofde van Resolutie 1267 als dusdanig wordt aangemerkt.

    5.    MOHAMED OULD MATALY

    Hoedanigheid: parlementslid

    Geboortedatum: 1958

    Nationaliteit: Mali

    Paspoortnr.: a) D9011156, b) AA0260156, afgegeven op 3 augustus 2018 (vervaldatum: 2 augustus 2023)

    Adres: a) Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali b) Almoustarat, Gao, Mali

    Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 december 2019, 14 januari 2020 en 5 oktober 2022)

    Overige informatie: Mohamed Ould Mataly was vroeger burgemeester van Bourem en is momenteel parlementslid voor het kiesdistrict van Bourem. Hij is lid van de Rassemblement pour le Mali (RPM, de politieke partij van president Ibrahim Boubacar Keïta). Hij maakt deel uit van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en is een invloedrijk lid van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

    Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

    https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals

    Aanvullende informatie

    Mohamed Ould Mataly wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

    Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) — Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

    Zijn naaste medestander Mahri Sidi Amar Ben Daha (alias Yoro Ould Daha), die in zijn huis in Gao onderdak krijgt, heeft in die periode deelgenomen aan de blokkade van het overleg in het kantoor van de gouverneur.

    Voorts was Ould Mataly op 12 juli 2016 ook een van de initiatiefnemers van de betogingen tegen de uitvoering van het akkoord.

    Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, vertraagde en belemmerde Ould Mataly de uitvoering van het akkoord.

    Tot slotte heeft Ould Mataly gepleit voor de vrijlating van leden van zijn gemeenschap die in het kader van de terrorismebestrijding gevangen zijn genomen. Door zijn betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad en gewapende terroristische groeperingen bedreigt Mohamed Ould Mataly de uitvoering van de overeenkomst.

    ▼M8




    BIJLAGE I bis

    Lijst van de in artikel 2 ter bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen



     

    Naam

    Identificatiegegevens

    Motivering

    Datum van plaatsing op de lijst

    1.

    DIAW, Malick

    Geboorteplaats: Ségou

    Geboortedatum: 2.12.1979

    Nationaliteit: Malinees

    Paspoortnummer: B0722922, geldig tot en met 13.8.2018

    Geslacht: man

    Functie: voorzitter van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali), kolonel

    Malick Diaw is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta. Als chef-staf van de derde militaire regio Kati was hij naast kolonel-majoor Ismaël Wagué, kolonel Assimi Goïta, kolonel Sadio Camara en kolonel Modibo Koné, een van de aanstichters en leiders van de staatsgreep van 18 augustus 2020.

    Malick Diaw is derhalve verantwoordelijk voor acties of beleidsmaatregelen die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen.

    Malick Diaw is ook een sleutelfiguur in de context van de politieke transitie, als voorzitter van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition – CNT) sinds december 2020.

    De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest van 1 oktober 2020 (het “overgangshandvest”) en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest.

    De Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Malick Diaw) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven.

    Malick Diaw belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali.

    4.2.2022

    2.

    WAGUÉ, Ismaël

    Geboorteplaats: Bamako

    Geboortedatum: 2.3.1975

    Nationaliteit: Malinees

    Paspoortnummer: diplomatiek paspoort AA0193660, geldig tot en met 15.2.2023

    Geslacht: man

    Functie: minister van Verzoening, kolonel-majoor

    Kolonel-majoor Ismaël Wagué is een van de belangrijkste vertrouwelingen van kolonel Assimi Goïta en was naast kolonel Goïta, kolonel Sadio Camara, kolonel Modibo Koné en kolonel Malick Diaw een van de belangrijkste verantwoordelijken voor de staatsgreep van 18 augustus 2020.

    Op 19 augustus 2020 kondigde hij aan dat het leger de macht had overgenomen, waarna hij woordvoerder werd van het nationaal comité voor het welzijn van het volk (Comité national pour le salut du peuple – CNSP).

    Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen.

    Als minister van Verzoening van de overgangsregering sinds oktober 2020 is Ismaël Wagué belast met de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Met zijn verklaring in oktober 2021 en zijn constante onenigheden met de leden van het comité voor permanente gestructureerde samenwerking (Comité de coopération structurée permanente - CSP) droeg hij bij tot de belemmering van de werkzaamheden van het comité dat toezicht moest houden op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (Comité de Suivi de l'Accord – CSA), waardoor er geen vergaderingen van het CSA konden plaatsvinden van oktober 2021 tot september 2022. Die situatie heeft de uitvoering van het akkoord, dat één van de “missies” van de politieke transitie van Mali is als bedoeld in artikel 2 van het overgangshandvest belemmerd.

    Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ismaël Wagué) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven.

    Ismaël Wagué is derhalve verantwoordelijk voor acties die de vrede, veiligheid en stabiliteit van Mali bedreigen, en voor het belemmeren en ondermijnen van de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali.

    4.2.2022

    3.

    MAÏGA, Choguel

    Geboorteplaats: Tabango, Gao, Mali

    Geboortedatum: 31.12.1958

    Nationaliteit: Malinees

    Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort nr. DA0004473, afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven

    Geslacht: man

    Functie: minister-president

    Als minister-president sinds juni 2021 leidt Choguel Maïga de overgangsregering van Mali die na de staatsgreep van 24 mei 2021 is gevormd.

    In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, kondigde hij in juni 2021 de instelling van de “Assises nationales de la refondation” (ANR) aan, als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als een eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

    Zoals door Choguel Maïga zelf aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn.

    Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Choguel Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven.

    In zijn positie als minister-president is Choguel Maïga rechtstreeks verantwoordelijk voor het uitstellen van de verkiezingen waarin het overgangshandvest voorziet, en belemmert en ondermijnt hij dus de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

    4.2.2022

    4.

    MAÏGA, Ibrahim Ikassa

    Geboorteplaats: Tondibi, regio Gao, Mali

    Geboortedatum: 5.2.1971

    Nationaliteit: Malinees

    Paspoortnummer: Diplomatiek paspoort afgegeven door Mali

    Geslacht: man

    Functie: minister van Wederoprichting

    Ibrahim Ikassa Maïga is lid van het strategisch comité van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita.

    Als minister van Wederoprichting sinds 2021 was Ibrahim Ikassa Maïga belast met de planning van de door minister-president Choguel Maïga aangekondigde “Assises nationales de la Refondation” (ANR).

    In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden de ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

    Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn.

    Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Ibrahim Ikassa Maïga) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven.

    In zijn positie als minister van Wederoprichting belemmert en ondermijnt Ibrahim Ikassa Maïga de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

    4.2.2022

    5.

    DIARRA, Adama Ben

    Ook bekend als “Ben Le Cerveau”

    Geboorteplaats: Kati, Mali

    Nationaliteit: Malinees

    Paspoortnummer: diplomatiek paspoort afgegeven door Mali, Schengenvisum afgegeven

    Geslacht: man

    Functie: lid van de nationale overgangsraad (wetgevend orgaan van de politieke transitie van Mali)

    Adama Ben Diarra, ook bekend als Camarade Ben Le Cerveau is één van de jonge leiders van de M5-RFP (Mouvement du 5 Juin-Rassemblement des Forces Patriotiques), die een belangrijke rol speelde bij de afzetting van president Keita. Adama Ben Diarra is ook de leider van Yéréwolo, de belangrijkste organisatie die de overgangsautoriteiten steunt, en is lid van de nationale overgangsraad (Conseil National de Transition, CNT) sinds 3 december 2021.

    De CNT is er niet in geslaagd tijdig resultaten te boeken ten aanzien van de “missies” die zijn vastgelegd in het overgangshandvest en die binnen 18 maanden voltooid hadden moeten worden, zoals blijkt uit de vertraagde vaststelling van de ontwerpkieswet door de CNT. Mede hierdoor liep de organisatie van de verkiezingen, en daarmee de succesvolle voltooiing van de politieke transitie, vertraging op. Bovendien is het in de nieuwe kieswet, zoals uiteindelijk aangenomen door de CNT op 17 juni 2022 en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Republiek Mali op 24 juni 2022, toegestaan dat de president en vicepresident van de transitie en de leden van de overgangsregering zich kandidaat stellen voor de presidents- en parlementsverkiezingen, hetgeen in strijd is met het overgangshandvest.

    Adama Ben Diarra heeft actief gepleit voor en steun verleend aan de verlenging van de politieke transitie van Mali tijdens politieke bijeenkomsten en op sociale media, waarbij hij stelde dat de verlenging met vijf jaar van de overgangsperiode waartoe de overgangsautoriteiten na de “Assises nationales de la Refondation” (ANR) hebben besloten, een oprechte wens van het Malinese volk was.

    In tegenstelling tot het tijdpad voor hervorming en verkiezingen dat eerder met Ecowas was overeengekomen in overeenstemming met het overgangshandvest, werden deze ANR door de overgangsregering aangekondigd als een proces dat moest voorafgaan aan de hervormingen en als eerste vereiste voor de organisatie van de voor 27 februari 2022 geplande verkiezingen.

    Zoals door Choguel Maïga aangekondigd, werden de ANR vervolgens verschillende keren uitgesteld, waardoor de verkiezingen vertraging opliepen. De ANR, die uiteindelijk in december 2021 werden gehouden, werden door meerdere belanghebbenden geboycot. Op basis van de definitieve aanbevelingen van de ANR presenteerde de overgangsregering een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in december 2025, zodat de overgangsautoriteiten langer dan vijf jaar aan de macht kunnen blijven. In juni 2022 presenteerde de overgangsregering aan Ecowas een nieuw tijdpad voor het houden van presidentsverkiezingen in maart 2024, d.w.z. meer dan twee jaar na de in het overgangshandvest vastgestelde termijn.

    Ecowas heeft in november 2021 individuele sancties ingesteld tegen de overgangsautoriteiten (waaronder Adama Ben Diarra) vanwege de vertraging bij de organisatie van de verkiezingen en bij de voltooiing van de politieke transitie van Mali. Ecowas benadrukte dat de overgangsautoriteiten de noodzaak om hervormingen door te voeren als voorwendsel hebben gebruikt om de verlenging van de politieke transitie van Mali te rechtvaardigen en zonder democratische verkiezingen zelf aan de macht te blijven. Op 3 juli 2022 heeft Ecowas besloten deze individuele sancties te handhaven.

    Adama Ben Diarra belemmert en ondermijnt derhalve de succesvolle voltooiing van de politieke transitie van Mali, met name door de organisatie van verkiezingen en de machtsoverdracht aan verkozen autoriteiten te belemmeren en te ondermijnen.

    4.2.2022

    ▼B




    BIJLAGE II

    Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

    ▼M6

    BELGIË

    https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

    BULGARIJE

    https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions

    TSJECHIË

    www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

    DENEMARKEN

    http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

    DUITSLAND

    https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html

    ESTLAND

    https://vm.ee/et/rahvusvahelised-sanktsioonid

    IERLAND

    https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/

    GRIEKENLAND

    http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

    SPANJE

    https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

    FRANKRIJK

    http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

    KROATIË

    https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955

    ITALIË

    https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/

    CΥΡRUS

    https://mfa.gov.cy/themes/

    LETLAND

    http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

    LITOUWEN

    http://www.urm.lt/sanctions

    LUXEMBURG

    https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html

    HONGARIJE

    https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato

    MALTA

    https://foreignandeu.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/SMB-Home.aspx

    NEDERLAND

    https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

    OOSTENRIJK

    https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/

    POLEN

    https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe

    https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions

    PORTUGAL

    https://www.portaldiplomatico.mne.gov.pt/politica-externa/medidas-restritivas

    ROEMENIË

    http://www.mae.ro/node/1548

    SLOVENIË

    http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

    SLOWAKIJE

    https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

    FINLAND

    https://um.fi/pakotteet

    ZWEDEN

    https://www.regeringen.se/sanktioner

    Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA)

    Spastraat 2

    B-1049 Brussel, België

    E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu



    ( 1 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

    Top