Schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven in andere EU-landen
SAMENVATTING VAN:
Richtlijn 2004/80/EG — Betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven
WAT IS HET DOEL VAN DEZE RICHTLIJN?
-
Bij deze richtlijn wordt een systeem van samenwerking opgezet om slachtoffers van misdrijven te helpen schadeloosstelling in situaties te krijgen ongeacht waar in de Europese Unie (EU) het misdrijf is gepleegd.
-
Het systeem opereert op basis van nationale schadeloosstellingsregelingen van EU-landen voor slachtoffers van opzettelijke geweldmisdrijven die zijn gepleegd op hun eigen grondgebied.
KERNPUNTEN
De richtlijn bevat twee hoofdelementen.
-
De richtlijn vereist dat alle EU-landen een schadeloosstellingsregeling hebben voor slachtoffers van opzettelijke geweldmisdrijven die zijn gepleegd op hun grondgebied. De organisatie en werking van deze regelingen worden aan het oordeel van elk EU-land overgelaten.
-
De richtlijn stelt een EU-breed samenwerkingssysteem in op basis van voornoemde nationale regelingen.
De garantie van adequate schadeloosstelling
Het zorgen voor adequate schadeloosstelling voor slachtoffers kan lastig zijn, ofwel omdat:
-
de dader niet over de nodige financiële middelen beschikt, of
-
omdat het niet mogelijk was om de dader te identificeren of te vervolgen (de mogelijkheid om schadeloosstelling van de dader te verkrijgen, is behandeld in Richtlijn 2012/29/EU tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten).
De richtlijn vereist dat slachtoffers:
-
worden schadeloosgesteld ongeacht hun land van verblijf of het EU-land waarin het misdrijf is gepleegd;
-
een billijke en passende schadeloosstelling ontvangen — het exacte bedrag daarvan wordt overgelaten aan het oordeel van het EU-land waarin het misdrijf is gepleegd.
Samenwerking
Alle EU-landen dienden voor 1 juli 2005 nationale regelingen in te stellen waarin billijke en passende schadeloosstelling werd geboden. De richtlijn stelt een systeem van samenwerking tussen nationale autoriteiten in om toegang tot schadeloosstelling voor slachtoffers in de hele EU te bevorderen:
-
Slachtoffers van misdrijven in een EU-land anders dan het land waarin zij gewoonlijk wonen, kunnen informatie opvragen bij een autoriteit in het land waarin zij wonen (assistentieverlenende instantie) over hoe zij schadeloosstelling kunnen aanvragen.
-
Vervolgens verstuurt die nationale instantie de aanvraag direct naar de nationale instantie van het EU-land waarin het misdrijf is gepleegd (beslissende instantie), die verantwoordelijk is voor de beoordeling van de aanvraag en de uitbetaling van de schadeloosstelling.
-
Alle communicatie dient plaats te vinden in de taal van het beslissende land. De Europese Commissie heeft standaardformulieren opgesteld voor de verzending van aanvragen en beslissingen met betrekking tot schadeloosstelling aan slachtoffers.
-
De richtlijn creëert een systeem van centrale contactpunten in elk EU-land om de samenwerking in grensoverschrijdende situaties te bevorderen; deze centrale contactpunten komen regelmatig bijeen. Aanvullende informatie is beschikbaar op de website van het Europees e-justitieportaal.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn trad op 26 augustus 2004 in werking. EU-landen moesten de richtlijn voor 1 januari 2006 omzetten naar hun nationale wetgeving.
ACHTERGROND
Kijk voor meer informatie op:
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn 2004/80/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 15-18)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Besluit 2006/337/EGvan de Commissie van 19 april 2006 tot vaststelling van standaardformulieren voor de toezending van aanvragen en beslissingen overeenkomstig Richtlijn 2004/80/EG van de Raad betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven (PB L 125 van 12.5.2006, blz. 25-30)
Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 57-73)
Laatste bijwerking 08.12.2015