EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AE1791

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1288/2009 van de Raad (COM(2012) 298 final — 2012/0158 (COD))

PB C 351 van 15.11.2012, p. 83–84 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 351/83


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1288/2009 van de Raad

(COM(2012) 298 final — 2012/0158 (COD))

2012/C 351/18

Algemeen rapporteur: Brian CURTIS

De Raad en het Europees Parlement hebben op resp. 5 en 10 juli 2012 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over het

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1288/2009

COM(2012) 298 final — 2012/0158 (COD).

Op 10 juli 2012 besloot het bureau van het Europees Economisch en Sociaal Comité de afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu te belasten met de voorbereiding van het advies ter zake.

Gezien de urgente aard van de werkzaamheden heeft het EESC tijdens zijn op 18 en 19 september 2012 gehouden 483e zitting (vergadering van 18 september 2012) besloten de heer CURTIS als algemeen rapporteur aan te wijzen, en heeft het vervolgens met 122 stemmen vóór en 1 stem tegen, bij 2 onthoudingen, onderstaand advies uitgebracht.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1

Aangezien de geldigheidsduur van de tijdelijke technische maatregelen die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1288/2009 van de Raad, op 31 december 2012 verstrijkt, kan het Europees Economisch en Sociaal Comité zich vinden in het voorstel van de Commissie, dat bedoeld is om rechtszekerheid te bieden nu er, als onderdeel van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid, nog wordt gewerkt aan een nieuwe kaderverordening betreffende technische maatregelen.

1.2

Gezien het belang van deze technische maatregelen voor de duurzame visserij moet de continuïteit ervan worden gegarandeerd. Stopzetting van deze maatregelen, zelfs tijdelijk, zou negatieve gevolgen hebben voor de instandhouding van de visbestanden en voor kwetsbare diepzeehabitats, onder meer in een aantal NATURA 2000-gebieden. Ook zou stopzetting betekenen dat een aantal gerechtvaardigde en aanvaarde afwijkingen van Verordening (EG) nr. 850/98 niet langer meer van toepassing zou zijn.

1.3

Het Comité stelt voor om de technische overgangsmaatregelen uit Verordening (EG) nr. 1288/2009 nogmaals met een periode van 18 maanden te verlengen, in plaats van de maatregelen op te nemen in de bestaande Verordening (EG) nr. 850/98.

2.   Achtergrond

2.1

Op 4 juni 2008 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een verordening van de Raad betreffende de instandhouding van visbestanden via technische maatregelen (1), die bedoeld was om Verordening (EG) nr. 850/98 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen te vervangen en permanent uitvoering te geven aan de technische maatregelen die op voorlopige basis in de jaarlijkse verordening inzake vangstmogelijkheden waren opgenomen.

2.2

Het EESC heeft hierover een advies uitgebracht, dat op 25 februari 2009 tijdens de 451e zitting volgens de gebruikelijke procedure werd goedgekeurd (2).

2.3

De behandeling van de voorgestelde verordening door de Commissie werd in 2009 echter bemoeilijkt door de onderhandelingen over het Verdrag van Lissabon.

2.4

Gezien de urgentie van de situatie werd in de tussentijd Verordening (EG) nr. 43/2009 tot vaststelling, voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, goedgekeurd (3).

2.5

Terwijl de verordening van de Raad betreffende de technische maatregelen in 2009 dus nog in de pijplijn zat, verstreek de geldigheidsduur van de maatregelen waarin werd voorzien in bijlage III van de eerder vermelde Verordening (EG) nr. 43/2009.

2.6

Met het oog op de rechtszekerheid en op de instandhouding en het adequate beheer van de mariene rijkdommen, werd daarom overgegaan tot de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1288/2009 van de Raad tot vaststelling van technische overgangsmaatregelen van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2011 (4), waarin is bepaald dat de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 43/2009 opgenomen tijdelijke technische maatregelen worden gehandhaafd voor een overgangsperiode van 18 maanden.

2.7

In het licht van de nieuwe vereisten van het Verdrag van Lissabon heeft de Commissie in 2010 het voorstel uit 2008 ingetrokken.

2.8

De looptijd van die maatregelen werd met nog eens 18 maanden verlengd bij Verordening (EU) nr. 579/2011, aangezien het ook toen niet mogelijk was om ze uiterlijk op 30 juni 2011 op te nemen in de bestaande Verordening (EG) nr. 850/98 (of in een nieuwe verordening ter vervanging daarvan).

2.9

Na de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid, waarover momenteel onderhandeld wordt, zal de Commissie Verordening (EG) nr. 850/98 in overeenstemming daarmee herzien. Daardoor is het niet mogelijk om een nieuwe verordening betreffende technische maatregelen klaar te hebben voor inwerkingtreding op 1 januari 2013. Er moet dus een oplossing worden gevonden waardoor de technische overgangsmaatregelen ook na 31 december 2012 blijven gelden, zodat er tijd is om een nieuw kader voor technische maatregelen te ontwikkelen.

2.10

Resultaat van dit alles is het hier behandelde voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad, zodat de technische maatregelen in kwestie daarin kunnen worden opgenomen.

3.   Opmerkingen

3.1

Artikel 34 ter zou aan duidelijkheid winnen als lid 3 volgde op lid 1: het is logischer om de uitzondering onmiddellijk te doen volgen op het algemene verbod, zoals dat ook het geval is in Verordening (EG) nr. 43/2009. De vereiste van een speciale vismachtiging voor staand tuig (lid 2 in het huidige voorstel) zou dan pas daarna worden ingevoegd.

3.2

De in paragraaf 9.12 van bijlage III van Verordening (EG) nr. 43/2009 vastgelegde uitzonderingsmaatregel, die geldt tot 31 december, moet worden verlengd. Onderzoek tijdens het laatste kwartaal van 2011 en het eerste halfjaar van 2012 in wateren die dieper zijn dan 600 meter heeft immers aangetoond dat slechts in zeer geringe mate bijvangst van haaien voorkomt, wat een dergelijke uitzondering voor de zeeduivelvisserij met kieuwnetten rechtvaardigt, op voorwaarde dat het rapport wordt goedgekeurd door het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij.

3.3

Van de paragrafen 1, 2, 4, 5a, 5b, 5c, 5d, 17 en 18 uit Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 43/2009, waarvan de looptijd verstrijkt op 31 december 2012, is in dit voorstel geen spoor meer. De Commissie heeft erop gewezen dat de paragrafen 5a, c en d op 1 januari 2010 overbodig zijn geworden; 1 en 2 zijn weggevallen en worden op verzoek van Denemarken niet opnieuw opgenomen; de paragrafen 17 en 18 zijn in het voorstel opgenomen, resp. onder lid 6 en lid 3.

Brussel, 18 september 2012

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  COM(2008) 324 final.

(2)  PB C 218 van 11.9.2009.

(3)  PB L 22 van 26.1.2009, blz. 1

(4)  PB L 347 van 24.12.2009, blz. 6.


Top