This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014R1367
Council Regulation (EU) No 1367/2014 of 15 December 2014 fixing for 2015 and 2016 the fishing opportunities for Union fishing vessels for certain deep-sea fish stocks
Verordening (EU) nr. 1367/2014 van de Raad van 15 december 2014 tot vaststelling, voor 2015 en 2016, van de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen
Verordening (EU) nr. 1367/2014 van de Raad van 15 december 2014 tot vaststelling, voor 2015 en 2016, van de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen
PB L 366 van 20.12.2014, p. 1–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 20/12/2014
20.12.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 366/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 1367/2014 VAN DE RAAD
van 15 december 2014
tot vaststelling, voor 2015 en 2016, van de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 43, lid 3, van het Verdrag moet de Raad op voorstel van de Commissie maatregelen vaststellen voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden. |
(2) |
Krachtens Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) moeten instandhoudingsmaatregelen worden vastgesteld met inachtneming van het beschikbare wetenschappelijke, technische en economische advies, met inbegrip van, waar toepasselijk, de verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV). |
(3) |
De Raad moet maatregelen voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden vaststellen, inclusief in voorkomend geval bepaalde voorwaarden die daar functioneel verband mee houden. De vangstmogelijkheden moeten, met inachtneming van de in Verordening (EU) nr. 1380/2013 bepaalde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, zo over de lidstaten worden verdeeld dat elke lidstaat een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten per bestand of per visserij geniet. |
(4) |
De totaal toegestane vangsten (total allowable catches — TAC's) moeten worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten en van de noodzaak een billijke behandeling van de visserijsectoren te garanderen, alsmede in het licht van de standpunten die worden ingenomen tijdens de raadpleging van de belanghebbenden, en met name de betrokken regionale adviesraden. |
(5) |
De vastgestelde vangstmogelijkheden moeten in overeenstemming zijn met de internationale overeenkomsten, onder meer de overeenkomst van de Verenigde Naties van 1995 betreffende de instandhouding en het beheer van grensoverschrijdende bestanden en bestanden van over grote afstanden trekkende soorten (2), en de gedetailleerde beheersbeginselen zoals vastgesteld in de in 2008 door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties vastgestelde internationale richtsnoeren voor het beheer van de diepzeevisserij op volle zee, waarin met name wordt gesteld dat wetgevers voorzichtiger moeten zijn wanneer informatie onzeker, onbetrouwbaar of niet adequaat is. Het ontbreken van adequate wetenschappelijke gegevens mag geen reden zijn om instandhoudings- en beheersmaatregelen uit te stellen of achterwege te laten. |
(6) |
Uit het meest recente advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en van het WTECV blijkt dat de meeste diepzeebestanden nog steeds op niet-duurzame wijze worden geëxploiteerd, en dat om de duurzaamheid van die bestanden te verzekeren, de desbetreffende vangstmogelijkheden verder moeten worden verlaagd, totdat de ontwikkeling van de bestanden een positieve trend te zien geeft. De ICES heeft verder geadviseerd de gerichte visserij op Atlantische slijmkop in alle gebieden en de gerichte visserij op bepaalde bestanden zeebrasem en rondneusgrenadier te verbieden. |
(7) |
Wat de vier bestanden rondneusgrenadier betreft, blijkt uit wetenschappelijk advies en recente besprekingen in de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) dat vangsten van deze soort mogelijk verkeerd zijn opgegeven als vangsten van noordelijke grenadier. Daarom dient in dit verband een TAC te worden vastgesteld die voor beide soorten geldt en het tegelijkertijd mogelijk maakt elke soort afzonderlijk op te geven. |
(8) |
De voornaamste commerciële soorten diepzeehaaien worden als uitgeput beschouwd, en daarom mag geen gerichte bevissing van diepzeehaaien plaatsvinden. Aangezien diepzeehaaien trekgedrag vertonen en breed verspreid over het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan voorkomen, heeft het WTECV voorts aanbevolen beheersmaatregelen voor deze soorten uit te breiden tot de Uniewateren van de Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) rond Madeira. |
(9) |
De vangstmogelijkheden voor diepzeesoorten als omschreven in artikel 2, punt a), van Verordening (EG) nr. 2347/2002 (3), worden telkens voor twee jaar vastgesteld. Hierop wordt evenwel een uitzondering gemaakt voor de bestanden grote zilvervis en de bestanden blauwe leng. De visserij op blauwe leng als hoofdactiviteit hangt samen met de jaarlijkse onderhandelingen met Noorwegen; omwille van de vereenvoudiging moeten alle TAC's voor blauwe leng samen met die TAC en in dezelfde wetshandeling worden vastgesteld. De vangstmogelijkheden voor de bestanden grote zilvervis en bestanden blauwe leng moeten daarom worden vastgesteld in een andere jaarlijkse verordening waarbij vangstmogelijkheden worden vastgesteld. |
(10) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad (4), moeten de bestanden waarvoor diverse daarin bedoelde maatregelen gelden, worden vastgesteld. Voorzorgs-TAC's moeten worden vastgesteld voor bestanden waarvoor geen wetenschappelijk gefundeerde evaluatie van de vangstmogelijkheden beschikbaar is voor het jaar waarin de TAC's moeten worden vastgesteld; in de andere gevallen moeten analytische TAC's worden vastgesteld. In het licht van het advies van de ICES en het WTECV voor diepzeebestanden moeten voor de bestanden waarvoor geen wetenschappelijk gefundeerde evaluatie van de betrokken vangstmogelijkheden beschikbaar is, voorzorgs-TAC's worden vastgesteld in deze verordening. |
(11) |
Met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten en om het inkomen van de vissers in de Unie veilig te stellen, dient deze verordening met ingang van 1 januari 2015 van toepassing te zijn. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp
Bij deze verordening wordt voor 2015 en 2016 vastgesteld welke jaarlijkse vangstmogelijkheden voor bestanden van bepaalde diepzeevissoorten ter beschikking van Unievissersvaartuigen staan in Uniewateren en in bepaalde niet-Uniewateren waar vangstbeperkingen nodig zijn.
Artikel 2
Definities
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) „Unievissersvaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;
b) „Uniewateren”: de wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten, met uitzondering van wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag genoemde gebieden;
c) „totaal toegestane vangst (TAC)”: de hoeveelheid van elk visbestand die elk jaar mag worden gevangen en aangeland;
d) „quotum”: een aan de Unie of een lidstaat toegewezen aandeel van de TAC;
e) „internationale wateren”: wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen.
2. Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:
a) ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea: Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) gespecificeerde geografische gebieden;
b) voor de CECAF-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries: Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6) gespecificeerde geografische gebieden.
Artikel 3
TAC's en toewijzingen
De TAC's voor diepzeesoorten die door Unievissersvaartuigen in Uniewateren en in bepaalde niet-Uniewateren worden gevangen, de verdeling van die TAC's over de lidstaten, en in voorkomend geval de voorwaarden die daar functioneel mee verbonden zijn, worden in de bijlage bij deze verordening vastgesteld.
Artikel 4
Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden
1. De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening over de lidstaten verdeeld onverminderd:
a) |
het uitwisselen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013; |
b) |
kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (7) en artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (8); |
c) |
extra aanlandingen op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96; |
d) |
kortingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. |
2. Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing op bestanden waarvoor een voorzorgs-TAC is vastgesteld, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor een analytische TAC is vastgesteld, tenzij anders vermeld in de bijlage bij deze Verordening.
Artikel 5
Voorwaarden voor de aanlanding van vangsten en bijvangsten
Vis van bestanden waarvoor TAC's zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of worden aangeland indien deze is gevangen door vissersvaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en indien dat quotum nog niet is opgebruikt.
Artikel 6
Gegevensverstrekking
Wanneer de lidstaten overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in de bijlage bij de onderhavige verordening vermelde bestandscodes.
Artikel 7
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2015.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 december 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
M. MARTINA
(1) Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 356 van 22.12.2012, blz. 22).
(2) Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 189 van 3.7.1998, blz. 16).
(3) Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bij-zondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6).
(4) Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota (PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3).
(5) Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).
(6) Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).
(7) Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
(8) Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).
BIJLAGE
Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijzones verwijzingen naar ICES-zones.
DEEL 1
Definitie van soorten en groepen van soorten
1. |
In de lijst in deel 2 van deze bijlage zijn de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde van de Latijnse namen van de vissoorten. Diepzeehaaien staan evenwel bovenaan in de lijst. Hieronder volgt een vergelijkende overzichtstabel met naast de in deze verordening gebruikte wetenschappelijke namen de gewone namen:
|
2. |
Voor de toepassing van deze verordening zijn „diepzeehaaien” haaien die voorkomen in de volgende lijst van soorten:
|
DEEL 2
Jaarlijkse vangstmogelijkheden per soort en per gebied (in ton levend gewicht) voor vissersvaartuigen van de Unie in gebieden met TAC's
Soort: |
Diepzeehaaien |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX; Uniewateren van CECAF 34.1.1, 34.1.2 en 34.2 (DWS/ 56789-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Duitsland |
0 |
0 |
|
|
Estland |
0 |
0 |
|
|
Ierland |
0 |
0 |
|
|
Spanje |
0 |
0 |
|
|
Frankrijk |
0 |
0 |
|
|
Litouwen |
0 |
0 |
|
|
Polen |
0 |
0 |
|
|
Portugal |
0 |
0 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
0 |
0 |
|
|
Unie |
0 |
0 |
|
|
TAC |
0 |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
Soort: |
Diepzeehaaien |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van X (DWS/ 10-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Portugal |
0 |
0 |
|
|
Unie |
0 |
0 |
|
|
TAC |
0 |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
Soort: |
Diepzeehaaien, Deania hystricosa en Deania profundorum |
Gebied: |
Internationale wateren van XII (DWS/12INT-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Ierland |
0 |
0 |
|
|
Spanje |
0 |
0 |
|
|
Frankrijk |
0 |
0 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
0 |
0 |
|
|
Unie |
0 |
0 |
|
|
TAC |
0 |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
Soort: |
Zwarte haarstaartvis Aphanopus carbo |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van I, II, III en IV (BSF/1234-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Duitsland |
3 |
3 |
|
|
Frankrijk |
3 |
3 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
3 |
3 |
|
|
Unie |
9 |
9 |
|
|
TAC |
9 |
9 |
|
Voorzorgs-TAC
|
Soort: |
Zwarte haarstaartvis Aphanopus carbo |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van V, VI, VII en XII (BSF/56712-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Duitsland |
42 |
39 |
|
|
Estland |
20 |
19 |
|
|
Ierland |
104 |
96 |
|
|
Spanje |
208 |
191 |
|
|
Frankrijk |
2 918 |
2 684 |
|
|
Letland |
136 |
125 |
|
|
Litouwen |
1 |
1 |
|
|
Polen |
1 |
1 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
208 |
191 |
|
|
Andere (1) |
11 |
10 |
|
|
Unie |
3 649 |
3 357 |
|
|
TAC |
3 649 |
3 357 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Zwarte haarstaartvis Aphanopus carbo |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van VIII, IX en X (BSF/8910-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Spanje |
12 |
12 |
|
|
Frankrijk |
29 |
29 |
|
|
Portugal |
3 659 |
3 659 |
|
|
Unie |
3 700 |
3 700 |
|
|
TAC |
3 700 |
3 700 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Zwarte haarstaartvis Aphanopus carbo |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van CECAF 34.1.2 (BSF/C3412-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Portugal |
3 141 |
2 827 |
|
|
Unie |
3 141 |
2 827 |
|
|
TAC |
3 141 |
2 827 |
|
Voorzorgs-TAC
|
Soort: |
Beryx spp. Beryx spp. |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV (ALF/3X14-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Ierland |
9 |
9 |
|
|
Spanje |
67 |
67 |
|
|
Frankrijk |
18 |
18 |
|
|
Portugal |
193 |
193 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
9 |
9 |
|
|
Unie |
296 |
296 |
|
|
TAC |
296 |
296 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Rondneusgrenadier en noordelijke grenadier Coryphaenoides rupestris en Macrourus berglax |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van I, II en IV (RNG/124-) voor rondneusgrenadier; (RHG/124-) voor noordelijke grenadier |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Denemarken |
1 |
1 |
|
|
Duitsland |
1 |
1 |
|
|
Frankrijk |
10 |
10 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
1 |
1 |
|
|
Unie |
13 |
13 |
|
|
TAC |
13 |
13 |
|
Voorzorgs-TAC
|
Soort: |
Rondneusgrenadier en noordelijke grenadier Coryphaenoides rupestris en Macrourus berglax |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van III (RNG/03-) voor rondneusgrenadier; (2) (RHG/03-) voor noordelijke grenadier |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Denemarken |
412 |
329 |
|
|
Duitsland |
2 |
2 |
|
|
Zweden |
21 |
17 |
|
|
Unie |
435 |
348 |
|
|
TAC |
435 |
348 |
|
Voorzorgs-TAC
|
Soort: |
Rondneusgrenadier en noordelijke grenadier Coryphaenoides rupestris en Macrourus berglax |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van Vb, VI en VII (RNG/5B67-) voor rondneusgrenadier; (5) (RHG/5B67-) voor noordelijke grenadier |
|
Jaar |
|
|
||
Duitsland |
8 |
8 |
|
|
Estland |
59 |
60 |
|
|
Ierland |
260 |
265 |
|
|
Spanje |
65 |
66 |
|
|
Frankrijk |
3 302 |
3 358 |
|
|
Litouwen |
76 |
77 |
|
|
Polen |
38 |
39 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
194 |
197 |
|
|
Andere (4) |
8 |
8 |
|
|
Unie |
4 010 |
4 078 |
|
|
TAC |
4 010 |
4 078 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Rondneusgrenadier en noordelijke grenadier Coryphaenoides rupestris en Macrourus berglax |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van VIII, IX, X, XII en XIV (RNG/8X14-) voor rondneusgrenadier; (7) (RHG/8X14-) voor noordelijke grenadier |
|
Jaar |
2015 (6) |
2016 (6) |
|
|
Duitsland |
24 |
21 |
|
|
Ierland |
5 |
5 |
|
|
Spanje |
2 617 |
2 354 |
|
|
Frankrijk |
121 |
109 |
|
|
Letland |
42 |
38 |
|
|
Litouwen |
5 |
5 |
|
|
Polen |
819 |
737 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
11 |
10 |
|
|
Unie |
3 644 |
3 279 |
|
|
TAC |
3 644 |
3 279 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Atlantische slijmkop Hoplostethus atlanticus |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van VI (ORY/06-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Ierland |
0 |
0 |
|
|
Spanje |
0 |
0 |
|
|
Frankrijk |
0 |
0 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
0 |
0 |
|
|
Unie |
0 |
0 |
|
|
TAC |
0 |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
Soort: |
Atlantische slijmkop Hoplostethus atlanticus |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van VII (ORY/07-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Ierland |
0 |
0 |
|
|
Spanje |
0 |
0 |
|
|
Frankrijk |
0 |
0 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
0 |
0 |
|
|
Andere |
0 |
0 |
|
|
Unie |
0 |
0 |
|
|
TAC |
0 |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
Soort: |
Atlantische slijmkop Hoplostethus atlanticus |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VIII, IX, X, XII en XIV (ORY/1CX14) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Ierland |
0 |
0 |
|
|
Spanje |
0 |
0 |
|
|
Frankrijk |
0 |
0 |
|
|
Portugal |
0 |
0 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
0 |
0 |
|
|
Andere |
0 |
0 |
|
|
Unie |
0 |
0 |
|
|
TAC |
0 |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
Soort: |
Zeebrasem Pagellus bogaraveo |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van VI, VII en VIII (SBR/678-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Ierland |
5 |
5 |
|
|
Spanje |
135 |
128 |
|
|
Frankrijk |
7 |
6 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
17 |
16 |
|
|
Andere (8) |
5 |
5 |
|
|
Unie |
169 |
160 |
|
|
TAC |
169 |
160 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Zeebrasem Pagellus bogaraveo |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van IX (SBR/09-) |
|
Jaar |
2015 (9) |
2016 (9) |
|
|
Spanje |
294 |
144 |
|
|
Portugal |
80 |
39 |
|
|
Unie |
374 |
183 |
|
|
TAC |
374 |
183 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Zeebrasem Pagellus bogaraveo |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van X (SBR/10-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Spanje |
6 |
5 |
|
|
Portugal |
678 |
507 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
6 |
5 |
|
|
Unie |
690 |
517 |
|
|
TAC |
690 |
517 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Gaffelkabeljauw Phycis blennoides |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van I, II, III en IV (GFB/1234-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Duitsland |
10 |
10 |
|
|
Frankrijk |
10 |
10 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
17 |
17 |
|
|
Unie |
37 |
37 |
|
|
TAC |
37 |
37 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Gaffelkabeljauw Phycis blennoides |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van V, VI en VII (GFB/567-) |
|
Jaar |
2015 (10) |
2016 (10) |
|
|
Duitsland |
12 |
12 |
|
|
Ierland |
312 |
312 |
|
|
Spanje |
706 |
706 |
|
|
Frankrijk |
427 |
427 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
977 |
977 |
|
|
Unie |
2 434 |
2 434 |
|
|
TAC |
2 434 |
2 434 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Gaffelkabeljauw Phycis blennoides |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van VIII en IX (GFB/89-) |
|
Jaar |
2015 (11) |
2016 (11) |
|
|
Spanje |
290 |
290 |
|
|
Frankrijk |
18 |
18 |
|
|
Portugal |
12 |
12 |
|
|
Unie |
320 |
320 |
|
|
TAC |
320 |
320 |
|
Analytische TAC
|
Soort: |
Gaffelkabeljauw Phycis blennoides |
Gebied: |
Uniewateren en internationale wateren van X en XII (GFB/1012-) |
|
Jaar |
2015 |
2016 |
|
|
Frankrijk |
10 |
10 |
|
|
Portugal |
45 |
45 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
10 |
10 |
|
|
Unie |
65 |
65 |
|
|
TAC |
65 |
65 |
|
Analytische TAC
|
(1) Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
(2) In afwachting van het resultaat van het overleg tussen de Europese Unie en Noorwegen mag niet gericht op grenadiervis worden gevist in ICES-zone IIIa.
(3) Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevist in de Uniewateren en internationale wateren van VIII, IX, X, XII en XIV (RNG/*8X14-).
(4) Uitsluitend voor bijvangsten. Gerichte visserij is niet toegestaan.
(5) Wat betreft rondneusgrenadier, mag niet meer dan 95 % van het quotum van elke lidstaat worden aangeland.
(6) Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevist in de Uniewateren en internationale wateren van Vb, VI en VII (RNG/*5B67-).
(7) Wat betreft rondneusgrenadier, mag niet meer dan 80 % van het quotum van elke lidstaat worden aangeland.
(8) Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
(9) Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de Uniewateren en internationale wateren van VI, VII en VIII (SBR/*678-).
(10) Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de Uniewateren en internationale wateren van VIII en IX (GFB/*89-).
(11) Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de Uniewateren en internationale wateren van V, VI en VII (GFB/*567-).