EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0857

2009/857/EG: Besluit van de Raad van 13 december 2007 betreffende de uitvoering van artikel 9 C, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 205, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017 , enerzijds, en vanaf 1 april 2017 , anderzijds

PB L 314 van 1.12.2009, p. 73–74 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/857/oj

1.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/73


BESLUIT VAN DE RAAD

van 13 december 2007

betreffende de uitvoering van artikel 9 C, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 205, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017, enerzijds, en vanaf 1 april 2017, anderzijds

(2009/857/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er dienen bepalingen te worden vastgesteld die een vlotte overgang mogelijk maken van het systeem van besluitvorming in de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen — als omschreven in artikel 3, lid 3, van het protocol betreffende de overgangsbepalingen, dat tot en met 31 oktober 2014 van toepassing zal blijven — naar de stemprocedure als bepaald bij artikel 9 C, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 205, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die vanaf 1 november 2014 van toepassing zal zijn, met inbegrip van de in artikel 3, lid 2, van dat protocol vastgestelde specifieke bepalingen, die gedurende een overgangsperiode tot en met 31 maart 2017, van toepassing zullen zijn.

(2)

Er zij aan herinnerd dat het gebruikelijk is dat de Raad zich zoveel mogelijk inspant om de democratische legitimiteit van met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgestelde handelingen te versterken.

BESLUIT:

DEEL 1

TUSSEN 1 NOVEMBER 2014 EN 31 MAART 2017 TOEPASSELIJKE BEPALINGEN

Artikel 1

Indien, tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017, leden van de Raad die:

a)

ten minste driekwart van de bevolking, of

b)

ten minste driekwart van het aantal lidstaten

vertegenwoordigen, zoals vereist voor het vormen van een blokkerende minderheid ingevolge de toepassing van artikel 9 C, lid 4, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie of artikel 205, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangeven zich ertegen te verzetten dat de Raad een handeling met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vaststelt, bespreekt de Raad de kwestie.

Artikel 2

De Raad doet tijdens deze besprekingen alles wat in zijn vermogen ligt om, binnen een redelijke tijd en zonder afbreuk te doen aan de dwingende termijnen die door het recht van de Unie worden voorgeschreven, een bevredigende oplossing te vinden om tegemoet te komen aan de bezwaren van de in artikel 1 bedoelde leden van de Raad.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad neemt hiertoe, met de hulp van de Commissie en met inachtneming van het reglement van orde van de Raad, ieder initiatief dat nodig is om een grotere mate van overeenstemming in de Raad te vergemakkelijken. De leden van de Raad zijn hem daarbij behulpzaam.

DEEL 2

VANAF 1 APRIL 2017 TOEPASSELIJKE BEPALINGEN

Artikel 4

Indien, vanaf 1 april 2017, leden van de Raad die:

a)

ten minste 55 % van de bevolking, of

b)

ten minste 55 % van het aantal lidstaten

vertegenwoordigen, zoals vereist voor het vormen van een blokkerende minderheid ingevolge de toepassing van artikel 9 C, lid 4, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie of artikel 205, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangeven zich ertegen te verzetten dat de Raad een handeling met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vaststelt, bespreekt de Raad de kwestie.

Artikel 5

De Raad doet tijdens deze besprekingen alles wat in zijn vermogen ligt om, binnen een redelijke tijd en zonder afbreuk te doen aan de dwingende termijnen die door het recht van de Unie worden voorgeschreven, een bevredigende oplossing te vinden om tegemoet te komen aan de bezwaren van de in artikel 4 bedoelde leden van de Raad.

Artikel 6

De voorzitter van de Raad neemt hiertoe, met de hulp van de Commissie en met inachtneming van het reglement van orde van de Raad, ieder initiatief dat nodig is om een grotere mate van overeenstemming in de Raad te vergemakkelijken. De leden van de Raad zijn hem daarbij behulpzaam.

DEEL 3

INWERKINGTREDING VAN HET BESLUIT

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.

Gedaan te Brussel, 13 december 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

L. AMADO


Top