EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AP0453

P8_TA(2018)0453 Europees wetboek voor elektronische communicatie ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 november 2018 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking) COM(2016)0590 — C8-0379/2016 — 2016/0288(COD)) P8_TC1-COD(2016)0288 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 november 2018 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2018/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking)

PB C 363 van 28.10.2020, p. 260–261 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 363/260


P8_TA(2018)0453

Europees wetboek voor elektronische communicatie ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 november 2018 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking) COM(2016)0590 — C8-0379/2016 — 2016/0288(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure — herschikking)

(2020/C 363/33)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2016)0590),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0379/2016),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie,

gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 26 januari 2017 (1),

gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 8 februari 2017 (2),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten (3),

gezien de brief d.d. maandag 17 oktober 2016 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie industrie, onderzoek en energie overeenkomstig artikel 104, lid 3, van zijn Reglement,

gezien het overeenkomstig artikel 69 septies, lid 4, van zijn Reglement door de bevoegde commissie goedgekeurde voorlopig akkoord en de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 29 juni 2018 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

gezien de artikelen 104 en 59 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie cultuur en onderwijs en de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A8-0318/2017),

A.

overwegende dat het voorstel van de Commissie volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel louter een codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast, rekening houdend met de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;

2.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 125 van 21.4.2017, blz. 65.

(2)  PB C 207 van 30.6.2017, blz. 87.

(3)  PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.


P8_TC1-COD(2016)0288

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 november 2018 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2018/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (herschikking)

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn (EU) 2018/1972.)


Top