EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0409

Zaak T-409/20: Beroep ingesteld op 3 juli 2020 — KS / Frontex

PB C 279 van 24.8.2020, p. 52–53 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 279/52


Beroep ingesteld op 3 juli 2020 — KS / Frontex

(Zaak T-409/20)

(2020/C 279/66)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: KS (vertegenwoordiger: N. de Montigny, advocaat)

Verwerende partij: Europees Grens- en kustwachtagentschap

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het ontslagbesluit van 30 augustus 2019 nietig te verklaren alsook, voor zover nodig, het uitdrukkelijke besluit tot afwijzing van de klacht van 23 maart 2020;

het besluit tot afwijzing van het verzoek om bijstand en tot schadevergoeding van 13 februari 2020 nietig te verklaren;

de verwerende partij te veroordeling tot betaling van een vergoeding van 250 000 EUR wegens niet-contractuele aansprakelijkheid;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep tegen het besluit tot beëindiging van haar overeenkomst van arbeidscontractant voert de verzoekende partij zes middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan het ontbreken van motivering en schending van het recht om te worden gehoord.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van de status van “informant” zoals bedoeld in de artikelen 21 bis, lid 3, en 22 bis, lid 3, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie (hierna: “Statuut”).

3.

Derde middel, ontleend aan misbruik van procedure.

4.

Vierde middel, ontleend aan schending van het recht op een eerlijk proces en, meer bepaald, van de rechten van de verdediging en van het vermoeden van onschuld, niet-nakoming van de zorgplicht alsmede van de verplichting tot onpartijdigheid, neutraliteit en objectiviteit, ontbreken van een onderzoek teneinde de echtheid en de rechtvaardiging vast te stellen van de redenen die voor het verbreken van de vertrouwensband zijn aangevoerd, en een verschillende behandeling van personeelsleden.

5.

Vijfde middel, ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling.

6.

Zesde middel, ontleend aan niet-nakoming van de bijstands- en de zorgplicht alsmede aan schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en van het evenredigheidsbeginsel.

Ter ondersteuning van het beroep tegen het besluit tot afwijzing van het verzoek om bijstand voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan het ontbreken van motivering en schending van het recht om te worden gehoord.

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van de status van “informant” zoals bedoeld in de artikelen 21 bis, lid 3, en 22 bis, lid 3, van het Statuut.

3.

Derde middel, ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling

Ter ondersteuning van het beroep tegen het besluit tot afwijzing van haar verzoek tot schadevergoeding voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending van artikel 26 van het Statuut en van verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 45/2001 en besluit nr. 1247/2002/EG (PB 2018, L 295, blz. 39).

2.

Tweede middel, ontleend aan niet-nakoming van de zorgplicht en van de verplichting tot behoorlijk bestuur in verband met het welzijn op het werk en de arbeidsomstandigheden van elk personeelslid.

3.

Derde middel, ontleend aan ontleend aan schending van de artikelen 21 bis, lid 3, en 22 bis, lid 3, van het Statuut alsmede aan niet-nakoming van de bijstands- en de zorgplicht en de verplichting tot behoorlijk bestuur.


Top