This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0289
Case C-289/19: Request for a preliminary ruling from the Gerechtshof Den Haag (Netherlands) lodged on 9 April 2019 — Dexia Nederland BV v Z
Zaak C-289/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof Den Haag (Nederland) op 9 april 2019 — Dexia Nederland BV tegen Z
Zaak C-289/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof Den Haag (Nederland) op 9 april 2019 — Dexia Nederland BV tegen Z
PB C 280 van 19.8.2019, p. 18–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.8.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 280/18 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof Den Haag (Nederland) op 9 april 2019 — Dexia Nederland BV tegen Z
(Zaak C-289/19)
(2019/C 280/25)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Gerechtshof Den Haag
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Dexia Nederland BV
Verweerder: Z
Prejudiciële vragen
1) |
Kan de gebruiker van een vernietigd oneerlijk beding, dat strekte tot betaling van een vergoeding bij niet-nakoming door de consument van diens verbintenissen, een beroep doen op de bij wege van aanvullend recht geldende wettelijke schadevergoeding? |
2) |
Maakt het voor de beantwoording van deze vraag nog verschil of de vergoeding waarop bij toepassing van de wettelijke schadevergoedingsregeling aanspraak kan worden gemaakt, gelijk is aan dan wel lager of hoger is dan de vergoeding overeenkomstig het vernietigde beding? |