Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CB0293

    Zaak C-293/18: Beschikking van het Hof (Tweede kamer) van 19 maart 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Galicia — Spanje) — Sindicato Nacional de CCOO de Galicia/Unión General de Trabajadores de Galicia (UGT), Universidad de Santiago de Compostela en Confederación Intersindical Gallega (Prejudiciële verwijzing — Sociale politiek — Richtlijn 1999/70/EG — Door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd — Clausules 2 en 3 — Begrip „werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd” — Clausule 4 — Niet-discriminatiebeginsel — Vergelijkbaarheid van situaties — Rechtvaardiging — Vergoeding bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd om objectieve redenen — Geen vergoeding na afloop van een predoctorale arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd)

    PB C 280 van 19.8.2019, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.8.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 280/11


    Beschikking van het Hof (Tweede kamer) van 19 maart 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Galicia — Spanje) — Sindicato Nacional de CCOO de Galicia/Unión General de Trabajadores de Galicia (UGT), Universidad de Santiago de Compostela en Confederación Intersindical Gallega

    (Zaak C-293/18) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Sociale politiek - Richtlijn 1999/70/EG - Door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd - Clausules 2 en 3 - Begrip „werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd” - Clausule 4 - Niet-discriminatiebeginsel - Vergelijkbaarheid van situaties - Rechtvaardiging - Vergoeding bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd om objectieve redenen - Geen vergoeding na afloop van een predoctorale arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd)

    (2019/C 280/13)

    Procestaal: Spaans

    Verwijzende rechter

    Tribunal Superior de Justicia de Galicia

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Sindicato Nacional de CCOO de Galicia

    Verwerende partijen: Unión General de Trabajadores de Galicia (UGT), Universidad de Santiago de Compostela en Confederación Intersindical Gallega

    Dictum

    1)

    De op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, en met name clausule 2, lid 1, en clausule 3, punt 1, daarvan, moet aldus worden uitgelegd dat zij van toepassing is op werknemers zoals de personeelsleden die in dienst zijn op grond van een predoctorale overeenkomst als die in het hoofdgeding.

    2)

    Clausule 4, lid 1, van de raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling op grond waarvan werknemers die uit hoofde van een predoctorale arbeidsovereenkomst als die in het hoofdgeding in dienst zijn genomen, na afloop van die overeenkomst geen vergoeding krijgen, terwijl werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wel recht hebben op een vergoeding als hun overeenkomst om objectieve redenen wordt beëindigd.


    (1)  PB C 259 van 23.7.2018.


    Top