EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CA0723

Gevoegde zaken C-723/17: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 juni 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — België) — Lies Craeynest e.a./Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussels Instituut voor Milieubeheer (Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 2008/50/EG — Artikelen 6, 7, 13 en 23 — Bijlage III — Beoordeling van de luchtkwaliteit — Criteria tot vaststelling dat de grenswaarden voor stikstofdioxide zijn overschreden — Metingen door vaste bemonsteringspunten — Keuze van de geschikte locaties — Interpretatie van de meetresultaten van de bemonsteringspunten — Verplichtingen van de lidstaten — Rechterlijk toezicht — Omvang van het toezicht — Injunctiebevoegdheid)

PB C 280 van 19.8.2019, p. 4–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.8.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 280/4


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 juni 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel — België) — Lies Craeynest e.a./Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussels Instituut voor Milieubeheer

(Gevoegde zaken C-723/17) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2008/50/EG - Artikelen 6, 7, 13 en 23 - Bijlage III - Beoordeling van de luchtkwaliteit - Criteria tot vaststelling dat de grenswaarden voor stikstofdioxide zijn overschreden - Metingen door vaste bemonsteringspunten - Keuze van de geschikte locaties - Interpretatie van de meetresultaten van de bemonsteringspunten - Verplichtingen van de lidstaten - Rechterlijk toezicht - Omvang van het toezicht - Injunctiebevoegdheid)

(2019/C 280/04)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Lies Craeynest, Cristina Lopez Devaux, Frédéric Mertens, Stefan Vandermeulen, Karin De Schepper, ClientEarth VZW

Verwerende partijen: Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussels Instituut voor Milieubeheer

In tegenwoordigheid van: Belgische Staat

Dictum

1)

Artikel 4, lid 3, VEU en artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU, gelezen in samenhang met artikel 288, derde alinea, VWEU, en de artikelen 6 en 7 van richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa dienen aldus te worden uitgelegd dat het aan de nationale rechter staat, wanneer bij hem een vordering daartoe is ingesteld door particulieren die rechtstreeks getroffen worden door de overschrijding van de in artikel 13, lid 1, van deze richtlijn bedoelde grenswaarden, om te onderzoeken of de in een bepaalde zone geplaatste bemonsteringspunten zijn geïnstalleerd overeenkomstig de in bijlage III, deel B, punt 1, onder a), bij deze richtlijn gestelde criteria en, zo dat niet het geval is, jegens de bevoegde nationale autoriteit alle noodzakelijke maatregelen te treffen, zoals een bevel indien daarin naar nationaal recht is voorzien, opdat deze bemonsteringspunten geplaatst worden overeenkomstig die criteria.

2)

Artikel 13, lid 1, en artikel 23, lid 1, van richtlijn 2008/50 dienen aldus te worden uitgelegd dat het voor de vaststelling dat een in bijlage XI bij deze richtlijn vastgestelde grenswaarde met middelingstijd van een kalenderjaar is overschreden, volstaat dat op één bemonsteringspunt, afzonderlijk beschouwd, een niveau van verontreiniging wordt gemeten dat hoger is dan deze grenswaarde.


(1)  PB C 104 van 19.3.2018.


Top