Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0283

Zaak T-283/17: Beroep ingesteld op 15 mei 2017 — SH/Commissie

PB C 231 van 17.7.2017, pp. 35–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 231/35


Beroep ingesteld op 15 mei 2017 — SH/Commissie

(Zaak T-283/17)

(2017/C 231/44)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: SH (vertegenwoordiger: N. de Montigny, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren,

dientengevolge,

de onwettigheid vast te stellen van artikel 2, lid 2, derde alinea, van bijlage VII bij het Ambtenarenstatuut;

nietig te verklaren het besluit van 13 juli 2016 van het Bureau beheer en afwikkeling van individuele rechten (hierna: „het PMO”) en, voor zover nodig, het uitdrukkelijke besluit tot afwijzing van de klacht van 3 februari 2017;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan een exceptie van onwettigheid van het besluit van 13 juli 2016, aangezien het is gebaseerd op de toepassing van artikel 2, lid 2, derde alinea, van bijlage VII bij het Ambtenarenstatuut, dat in strijd is met het verbod van discriminatie op grond van nationaliteit en/of afkomst, met het gelijkheidsbeginsel, het recht op onderwijs, de bescherming van de belangen van kinderen, het evenredigheidsbeginsel en de legitimiteit van elke afwijking van door het Handvest verleende rechten.

2.

Tweede middel, ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, aangezien het besluit van 13 juli 2016 gebaseerd is op een onwettige bepaling van het Statuut.


Top