Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TA0724

    Zaak T-724/14: Arrest van het Gerecht van 5 oktober 2016 — European Children’s Fashion Association en Instituto de Economía Pública/EACEA [„Arbitragebeding — Subsidieovereenkomst in het kader van het actieprogramma ‚Lifelong Learning (2007-2013)’ — Project ,Brand & Merchandising manager for SMEs in the childrens’ product sector’ — Beroep tot nietigverklaring — Niet voor beroep vatbare handeling — Handeling die te plaatsen is in een zuiver contractueel kader waarmee zij onlosmakelijk is verbonden — Niet-ontvankelijkheid — Niet-subsidiabele kosten — Terugbetaling van de uitgekeerde bedragen — Auditverslag”]

    PB C 419 van 14.11.2016, p. 37–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.11.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 419/37


    Arrest van het Gerecht van 5 oktober 2016 — European Children’s Fashion Association en Instituto de Economía Pública/EACEA

    (Zaak T-724/14) (1)

    ([„Arbitragebeding - Subsidieovereenkomst in het kader van het actieprogramma ‚Lifelong Learning (2007-2013)’ - Project ,Brand & Merchandising manager for SMEs in the childrens’ product sector’ - Beroep tot nietigverklaring - Niet voor beroep vatbare handeling - Handeling die te plaatsen is in een zuiver contractueel kader waarmee zij onlosmakelijk is verbonden - Niet-ontvankelijkheid - Niet-subsidiabele kosten - Terugbetaling van de uitgekeerde bedragen - Auditverslag”])

    (2016/C 419/46)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partijen: European Children’s Fashion Association (Valencia, Spanje) en Instituto de Economía Pública, SL (Valencia) (vertegenwoordiger: A. Haegeman, advocaat)

    Verwerende partij: Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (vertegenwoordigers: H. Monet en A. Jaume, gemachtigden)

    Voorwerp

    Primair, een verzoek krachtens artikel 272 VWEU, ertoe strekkende dat de eerste verzoekster niet is gehouden tot terugbetaling van het bedrag dat het EACEA haar heeft uitgekeerd uit hoofde van de overeenkomst die is gesloten ter verwezenlijking van het project „Brand & Merchandising manager for SMEs in the childrens’ product sector”, en, subsidiair, een verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring, ten eerste, van de vooraankondiging van het EACEA van 1 augustus 2014 waarbij de eerste verzoekster erover werd ingelicht dat zij 82 378,81 EUR moest terugbetalen na de audit van dat project en, ten tweede, van debetnota nr. 3241401420, uitgegeven door het EACEA op 5 augustus 2014 met het oog op de terugbetaling van dat bedrag

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt verworpen.

    2)

    European Children’s Fashion Association en Instituto de Economía Pública, SL worden verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 7 van 12.1.2015.


    Top