EUR-Lex Adgang til EU-lovgivningen

Tilbage til forsiden

Dette dokument er et uddrag fra EUR-Lex

Dokument 62015TN0357

Zaak T-357/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 7 juli 2015 door Maria Luisa Garcia Minguez tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 28 april 2015 in zaak F-72/14, Garcia Minguez/Commissie

PB C 279 van 24.8.2015, s. 49–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.8.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 279/49


Hogere voorziening ingesteld op 7 juli 2015 door Maria Luisa Garcia Minguez tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 28 april 2015 in zaak F-72/14, Garcia Minguez/Commissie

(Zaak T-357/15 P)

(2015/C 279/62)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirerende partij: Maria Luisa Garcia Minguez (Brussel, België) (vertegenwoordigers: L. Ortiz Blanco en Á. Givaja Sanz, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie van 28 april 2015 in zaak F-72/14 te vernietigen;

uitspraak te doen over het beroep in zaak F-72/14 en het besluit van de Commissie om rekwirante niet toe te laten tot intern vergelijkend onderzoek COM/3/AD 9/13 nietig te verklaren, en

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan een verkeerde rechtsopvatting bij uitlegging van de begrippen „Commissie” en „instelling” zoals opgenomen in de aankondiging van het vergelijkend onderzoek en in de artikelen 27 en 29 van het Ambtenarenstatuut. Rekwirante betoogt dat het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) voor de bepaling van de personen die in aanmerking komen voor een intern vergelijkend onderzoek, moet worden aangemerkt als een onderdeel van de Commissie.

2.

Tweede middel, ontleend aan een verkeerde rechtsopvatting bij de uitlegging van de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie alsmede van de artikelen 27 en 29 van het Ambtenarenstatuut. Volgens rekwirante is het onwettig om functionarissen die rechtstreeks voor een instelling werken, daaronder begrepen zij die bij een uitvoerend Agentschap zijn gedetacheerd, toe te laten tot een intern vergelijkend onderzoek, en tegelijkertijd andere functionarissen die voor datzelfde Agentschap werken daarvan uit te sluiten.

3.

Derde middel, dat subsidiair wordt aangevoerd en is ontleend aan een niet-nakoming van de verplichting om antwoord te geven op een middel van het verzoekschrift, ontoereikende motivering en een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie alsmede van de handelingen van de instellingen. Rekwirante betoogt dat haar bijzondere situatie — zij had met instemming van de Commissie de functie van hoofd van twee eenheden in het organogram van de Commissie uitgeoefend — rechtvaardigde dat zij tot het betrokken vergelijkend onderzoek werd toegelaten.


Op