EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0018

Zaak C-18/14: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 25 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het College van Beroep voor het bedrijfsleven — Nederland) — CO Sociedad de Gestión y Participación SA e.a./De Nederlandsche Bank NV en De Nederlandsche Bank NV/CO Sociedad de Gestión y Participación SA e.a. (Prejudiciële verwijzing — Harmonisatie van de wetgevingen — Directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche — Richtlijn 92/49/EEG — Artikelen 15, 15 bis en 15 ter — Prudentiële beoordeling van de verwervingen en de vergrotingen van gekwalificeerde deelnemingen — Mogelijkheid om aan de goedkeuring van een voorgenomen verwerving een beperking of een vereiste te verbinden)

PB C 279 van 24.8.2015, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.8.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 279/11


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 25 juni 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het College van Beroep voor het bedrijfsleven — Nederland) — CO Sociedad de Gestión y Participación SA e.a./De Nederlandsche Bank NV en De Nederlandsche Bank NV/CO Sociedad de Gestión y Participación SA e.a.

(Zaak C-18/14) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Harmonisatie van de wetgevingen - Directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche - Richtlijn 92/49/EEG - Artikelen 15, 15 bis en 15 ter - Prudentiële beoordeling van de verwervingen en de vergrotingen van gekwalificeerde deelnemingen - Mogelijkheid om aan de goedkeuring van een voorgenomen verwerving een beperking of een vereiste te verbinden))

(2015/C 279/13)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: CO Sociedad de Gestión y Participación SA, Depsa 96 SA, INOC SA, Corporación Catalana Occidente SA, La Previsión 96 SA, Grupo Catalana Occidente SA, Grupo Compañia Española de Crédito y Caución SL, Atradius NV, Atradius Insurance Holding NV, J. M. Serra Farré, M. A. Serra Farré, J. Serra Farré, De Nederlandsche Bank NV

Verwerende partijen: De Nederlandsche Bank NV, CO Sociedad de Gestión y Participación SA, Depsa 96 SA, INOC SA, Corporación Catalana Occidente SA, La Previsión 96 SA, Grupo Catalana Occidente SA, Grupo Compañia Española de Crédito y Caución SL, Atradius NV, Atradius Insurance Holding NV, J. M. Serra Farré, M. A. Serra Farré, J. Serra Farré

Dictum

1)

Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG (derde richtlijn schadeverzekering), zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007, moet aldus worden uitgelegd dat die richtlijn er niet aan in de weg staat dat een lidstaat op basis van zijn nationale recht — in een situatie waarin de bevoegde nationale autoriteit zich op goede gronden tegen een voorgenomen verwerving zou kunnen verzetten krachtens artikel 15 ter, lid 2, van die richtlijn — die autoriteit toestaat, op eigen initiatief dan wel op basis van de toezeggingen van de kandidaat-verwerver aan de goedkeuring van voorgenomen verwervingen beperkingen of voorschriften te verbinden, mits de rechten van die kandidaat uit hoofde van voormelde richtlijn niet worden geschaad.

2)

Richtlijn 92/49, zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/44, moet aldus worden uitgelegd dat de bevoegde nationale autoriteit de kandidaat-verwerver niet aan beperkingen of voorschriften hoeft te onderwerpen alvorens zich tegen de voorgenomen verwerving te kunnen verzetten. Wanneer die autoriteit besluit aan de goedkeuring van een voorgenomen verwerving beperkingen of voorschriften te verbinden, mogen die beperkingen of voorschriften niet berusten op een criterium dat niet behoort tot de criteria vermeld in artikel 15 ter, lid 1, van voormelde richtlijn, en niet verder gaan dan noodzakelijk is opdat de verwerving beantwoordt aan die criteria.

3)

Artikel 15 ter, lid 1, van richtlijn 92/49, zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/44, moet aldus worden uitgelegd dat het er in beginsel niet aan in de weg staat dat de bevoegde nationale autoriteit een vereiste ten aanzien van de corporate governance van de onderneming stelt dat, zoals in het hoofdgeding, betrekking heeft op de samenstelling van de raden van commissarissen van de bij de voorgenomen verwerving betrokken verzekeringsondernemingen.

Het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om, rekening houdend met alle omstandigheden in het hoofdgeding, te beoordelen of dat vereiste noodzakelijk is om de in het hoofdgeding aan de orde zijnde verwervingen te doen stroken met de criteria van die bepaling.


(1)  PB C 112 van 14.4.2014.


Top