EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0818

Zaak T-818/14: Beroep ingesteld op 19 december 2014 — BSCA/Commissie

PB C 65 van 23.2.2015, p. 42–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 65/42


Beroep ingesteld op 19 december 2014 — BSCA/Commissie

(Zaak T-818/14)

(2015/C 065/58)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Brussels South Charleroi Airport (BSCA) (Charleroi, België) (vertegenwoordiger: P. Frühling, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

artikel 3 van het bestreden besluit nietig te verklaren, voor zover de Commissie daarin vaststelt dat de maatregelen die in strijd met artikel 108, lid 3, VWEU onrechtmatig ten uitvoer zijn gelegd door België ten gunste van BSCA op grond van de onderconcessieovereenkomst van 15 april 2002 tussen SOWAER en BSCA en aanhangsel nr. 3 van 29 maart 2002 bij de overeenkomst tussen het Waals Gewest en BSCA, alsook op grond van het investeringsbesluit van het Waals Gewest van 3 april 2003, sinds 4 april 2014 met de interne markt onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU;

de artikelen 4, 5 en 6 van het bestreden besluit derhalve nietig te verklaren;

de Europese Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar beroep verzoekt verzoekster om gedeeltelijke nietigverklaring van besluit C(2014) 6849 final van de Commissie van 1 oktober 2014 betreffende de maatregelen die België ten uitvoer heeft gelegd ten gunste van Brussels South Charleroi Airport (BSCA) en Ryanair [steunmaatregel SA.14093 (C 76/2002)], waarbij de Commissie heeft geconstateerd dat de maatregelen die ten uitvoer zijn gelegd op grond van (i) de domaniale onderconcessieovereenkomst van 15 april 2002 die de Société wallonne des aéroports (hierna: „SOWAER”) en BSCA hebben gesloten, (ii) aanhangsel nr. 3 van 29 maart 2002 bij de overeenkomst tussen het Waals Gewest en BSCA, en (iii) het investeringsbesluit van het Waals Gewest van 3 april 2003, met de interne markt onverenigbare staatssteun vormen. De Commissie heeft derhalve de terugvordering ervan gelast.

Tot staving van haar beroep voert verzoekster negen middelen aan.

1.

Eerste middel: de Commissie heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting en een kennelijke beoordelingsfout gemaakt bij de bepaling van de datum waarop het besluit tot verlening van financiering door het Waals Gewest aan BSCA is vastgesteld.

2.

Tweede middel: de vordering van de Commissie kan wegens verjaring niet slagen, aangezien het onderzoek van de litigieuze maatregelen is ingeleid meer dan tien jaar na de besluiten waarbij deze maatregelen zijn genomen.

3.

Derde middel: de Commissie heeft blijk gegeven van onjuiste rechtsopvattingen, feitelijke vergissingen begaan, een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en de motiveringsplicht geschonden, door de investeringen en grote herstellingen met betrekking tot het ILS-systeem (Instrument Landing System; instrumentlandingssysteem) en de bebakening van de landingsbanen als economisch aan te merken.

4.

Vierde middel: de Commissie heeft een feitelijke vergissing begaan, een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en de motiveringsplicht geschonden, door vast te stellen dat slechts 7 % van de investeringskosten voor de nieuwe luchthaventerminal niet economisch van aard waren.

5.

Vijfde en zesde middel: de Commissie heeft blijk gegeven van onjuiste rechtsopvattingen, feitelijke vergissingen begaan en kennelijke beoordelingsfouten gemaakt bij de bepaling van de geactualiseerde nettowaarden van de litigieuze maatregelen.

6.

Zevende middel: de Commissie heeft de motiveringsplicht geschonden en blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij de bepaling van de aanvullende vergoeding die vanaf 1 januari 2016 moet worden betaald, aangezien de door de Commissie vastgestelde formule het onmogelijk maakt om het bedrag van die vergoeding te berekenen.

7.

Achtste middel: de Commissie heeft blijk gegeven van onjuiste rechtsopvattingen, feitelijke vergissingen begaan, een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en de motiveringsplicht geschonden bij het onderzoek van de betrokken markt en de vermeende verstoringen van de mededinging tussen de luchthaven van Charleroi en de Luchthaven Brussel-Nationaal.

8.

Negende middel: de Commissie heeft het vertrouwensbeginsel geschonden.


Top