This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TN0643
Case T-643/16: Action brought on 11 September 2016 — Gamaa Islamya Egypte v Council
Zaak T-643/16: Beroep ingesteld op 11 september 2016 — Gamaa Islamya Egypte/Raad
Zaak T-643/16: Beroep ingesteld op 11 september 2016 — Gamaa Islamya Egypte/Raad
PB C 419 van 14.11.2016, p. 50–51
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.11.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 419/50 |
Beroep ingesteld op 11 september 2016 — Gamaa Islamya Egypte/Raad
(Zaak T-643/16)
(2016/C 419/66)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Gamaa Islamya Egypte (Egypte) (vertegenwoordiger: L. Glock, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
nietigverklaring van besluit (GBVB) 2016/1136 van de Raad van 12 juli 2016 inzake de actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en tot intrekking van besluit (GBVB) 2015/2430 (PB 2016, L 188, blz. 21), voor zover het verzoekster betreft; |
— |
nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) 2016/1127 van de Raad van 12 juli 2016 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van uitvoeringsverordening (EU) 2015/2425 (PB 2016, L 188, blz. 1), voor zover zij verzoekster betreft; |
— |
verwijzing van de Raad in alle kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster acht middelen aan.
1. |
Eerste middel: schending van artikel 1, lid 5, van gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (2001/931/GBVB; PB 2001, L 344, blz. 93; hierna: „gemeenschappelijk standpunt 2001/931”). |
2. |
Tweede middel: schending van artikel 1, lid 4, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931. |
3. |
Derde middel: onjuiste opvatting van de Raad wat betreft het bestaan van de aan verzoekster ten laste gelegde feiten. |
4. |
Vierde middel: onjuiste beoordeling door de Raad wat betreft de kwalificatie van verzoekster als „terroristische groepering”. |
5. |
Vijfde middel: schending van artikel 1, lid 6, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931. |
6. |
Zesde middel: niet-nakoming van de motiveringsplicht. |
7. |
Zevende middel: schending van de rechten van de verdediging en van het recht op effectieve rechterlijke bescherming. |
8. |
Achtste middel: geen authenticatie van de motivering. |