EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R2040

Verordening (EU) 2022/2040 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 805/2004 wat betreft het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing teneinde die verordening aan te passen aan artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (Voor de EER relevante tekst)

PE/55/2022/INIT

PB L 275 van 25.10.2022, p. 30–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2040/oj

25.10.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/30


VERORDENING (EU) 2022/2040 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 19 oktober 2022

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 805/2004 wat betreft het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing teneinde die verordening aan te passen aan artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag van Lissabon heeft het juridisch kader voor de door de wetgever aan de Commissie toegekende bevoegdheden ingrijpend gewijzigd en een onderscheid ingevoerd tussen de aan de Commissie overgedragen bevoegdheden om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen tot aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling (gedelegeerde handelingen), en de aan de Commissie toegekende bevoegdheden om handelingen vast te stellen teneinde eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van juridisch bindende handelingen van de Unie te waarborgen (uitvoeringshandelingen).

(2)

Wetgevingshandelingen die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld, kennen de Commissie bevoegdheden toe om maatregelen te nemen volgens de bij artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad (2) ingevoerde regelgevingsprocedure met toetsing.

(3)

Eerdere voorstellen om wetgeving betreffende de regelgevingsprocedure met toetsing aan te passen aan het bij het Verdrag van Lissabon ingevoerde juridisch kader werden ingetrokken (3) wegens de stilstand in de interinstitutionele onderhandelingen.

(4)

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bereikten vervolgens overeenstemming over een nieuw kader voor gedelegeerde handelingen in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (4), en onderkenden dat alle bestaande wetgeving moest worden aangepast aan het bij het Verdrag van Lissabon ingevoerde juridisch kader. Met name waren zij het erover eens dat alle basishandelingen die nog voorzien in de regelgevingsprocedure met toetsing, met hoge prioriteit en spoed moesten worden aangepast. De Commissie verbond zich ertoe om uiterlijk eind 2016 een voorstel voor die aanpassing op te stellen.

(5)

De bevoegdheid van de Commissie om de standaardformulieren in de bijlagen bij Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) te wijzigen, voorziet in het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing. Aangezien die machtiging voldoet aan de criteria van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), moet zij aan die bepaling worden aangepast.

(6)

Teneinde Verordening (EG) nr. 805/2004 te actualiseren, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het VWEU handelingen vast te stellen opdat de Commissie de bijlagen bij die verordening kan wijzigen om de daarin opgenomen standaardformulieren te actualiseren. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(7)

Deze verordening mag geen gevolgen hebben voor lopende procedures waarin het betrokken comité reeds vóór de inwerkingtreding van deze verordening advies heeft uitgebracht overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

(8)

Overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het VWEU, heeft Ierland te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van deze verordening wenst deel te nemen.

(9)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken.

(10)

Verordening (EG) nr. 805/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 805/2004

Verordening (EG) nr. 805/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 31 wordt vervangen door:

“Artikel 31

Wijzigingen van de bijlagen

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 31 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de bijlagen om de daarin opgenomen standaardformulieren te actualiseren.”.

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 31 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 31 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 26 oktober 2022. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen die verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 31 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (*1).

5.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.   Een op grond van artikel 31 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

(*1)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.”."

3)

Artikel 32 wordt geschrapt.

Artikel 2

Lopende procedures

Deze verordening laat lopende procedures waarin een comité reeds advies heeft uitgebracht overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG, onverlet.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Straatsburg, 19 oktober 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

M. BEK


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 17 april 2019 (PB C 158 van 30.4.2021, blz. 832) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 28 juni 2022 (PB C 280 van 21.7.2022, blz. 14). Standpunt van het Europees Parlement van 18 oktober 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

(3)  PB C 80 van 7.3.2015, blz. 17.

(4)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(5)  Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 15).


Top