Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/223/03

    Zaak C-298/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 22 juni 2007 — Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände — Verbraucherzentrale Bundesverband e.V./Deutsche Internet Versicherung AG

    PB C 223 van 22.9.2007, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.9.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 223/4


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 22 juni 2007 — Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände — Verbraucherzentrale Bundesverband e.V./Deutsche Internet Versicherung AG

    (Zaak C-298/07)

    (2007/C 223/03)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesgerichtshof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Bundesverband der Verbraucherzentralen und Verbraucherverbände — Verbraucherzentrale Bundesverband e.V.

    Verwerende partij: deutsche internet versicherung AG

    Prejudiciële vragen

    1)

    Is een dienstverlener op grond van artikel 5, lid 1, sub c, van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel (1), verplicht om vóór de sluiting van een overeenkomst met een afnemer van de dienst een telefoonnummer op te geven om snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie mogelijk te maken?

    2)

    a)

    Indien het antwoord op de eerste vraag ontkennend is: moet de dienstverlener op grond van artikel 5, lid 1, sub c, van de richtlijn, naast het opgeven van een elektronischepostadres, vóór de sluiting van een overeenkomst met een afnemer van de dienst een tweede communicatiemethode mogelijk maken?

    b)

    Zo ja, volstaat dan als tweede communicatiemethode dat de dienstverlener een elektronisch aanvraagformulier ter beschikking stelt, waarmee de afnemer zich via het internet tot de dienstverlener kan wenden, en dat de aanvraag van de afnemer door de dienstverlener per email wordt beantwoord?


    (1)  PB L 178, blz. 1.


    Top