Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0572

    Zaak C-572/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Högsta domstol (Zweden) op 16 september 2021 — CC / VO

    PB C 481 van 29.11.2021, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.11.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 481/18


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Högsta domstol (Zweden) op 16 september 2021 — CC / VO

    (Zaak C-572/21)

    (2021/C 481/24)

    Procestaal: Zweeds

    Verwijzende rechter

    Högsta domstolen

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: CC

    Verwerende partij: VO

    Prejudiciële vraag

    Behoudt een rechter van een lidstaat zijn bevoegdheid krachtens artikel 8, lid 1, van de Brussel II-verordening (1) wanneer de gewone verblijfplaats van het kind waarop de zaak betrekking heeft, tijdens de procedure voor die rechter wordt verplaatst van een lidstaat naar een derde land dat is toegetreden tot het Haags Verdrag van 1996 (zie artikel 61 van de verordening)?


    (1)  Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1347/2000 (PB 2003, L 338, blz. 1).


    Top