EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0414

Zaak T-414/18: Beroep ingesteld op 5 juli 2018 — Hypo Vorarlberg Bank AG / GAR

PB C 301 van 27.8.2018, p. 42–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 301/42


Beroep ingesteld op 5 juli 2018 — Hypo Vorarlberg Bank AG / GAR

(Zaak T-414/18)

(2018/C 301/57)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Hypo Vorarlberg Bank AG (Bregenz, Oostenrijk) (vertegenwoordiger: G. Eisenberger, advocaat)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het besluit van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad van 12 april 2018 betreffende de berekening van de vooraf te betalen bijdrage aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds voor 2018 (SRB/ES/SRF/2018/03) [„Decision of the Single Resolution Board of 12 April 2018 on the calculation of the 2018 ex ante contributions to the Single Resolution Fund (SRB/ES/SRF/2018/03)”], met inbegrip van de bijlage, nietig te verklaren, in elk geval voor zover dat besluit, met inbegrip van de bijlage, de door ons te betalen bijdrage betreft, en

de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep worden de volgende middelen aangevoerd.

1.

Schending van wezenlijke vormvoorschriften door onvolledige bekendmaking van het bestreden besluit

2.

Schending van wezenlijke vormvoorschriften door gebrekkige motivering van het bestreden besluit

3.

Schending van wezenlijke vormvoorschriften door het achterwege blijven van een hoorzitting en schending van het recht om te worden gehoord

4.

Onrechtmatigheid van de gedelegeerde verordening (EU) 2015/63 van de Commissie (1) als rechtsgrondslag voor het bestreden besluit

Met het vierde middel betoogt verzoekster dat de artikelen 4 tot en met 7 en 9 van en bijlage I bij gedelegeerde verordening 2015/63 — waarop het bestreden besluit is gebaseerd — een ondoorzichtig systeem voor de vaststelling van de bijdragen creëren, dat in strijd is met de artikelen 16, 17 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”) en waarin de eerbiediging van de artikelen 20 en 21 van het Handvest en de beginselen van evenredigheid en rechtszekerheid niet is gewaarborgd.


(1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/63 van de Commissie van 21 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van wat de vooraf te betalen bijdragen aan afwikkelingsfinancieringsregelingen betreft (PB 2015, L 11, blz. 44).


Top