This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CN0021
Case C-21/17: Request for a preliminary ruling from the Nejvyšší soud České republiky (Czech Republic) lodged on 18 January 2017 — Catlin Europe SE v O.K. Trans Praha spol. s.r.o.
Zaak C-21/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky (Tsjechische Republiek) op 18 januari 2017 — Catlin Europe SE/O. K. Trans Praha spol. s r. o.
Zaak C-21/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky (Tsjechische Republiek) op 18 januari 2017 — Catlin Europe SE/O. K. Trans Praha spol. s r. o.
PB C 112 van 10.4.2017, p. 19–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
10.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 112/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší soud České republiky (Tsjechische Republiek) op 18 januari 2017 — Catlin Europe SE/O. K. Trans Praha spol. s r. o.
(Zaak C-21/17)
(2017/C 112/28)
Procestaal: Tsjechisch
Verwijzende rechter
Nejvyšší soud České republiky
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Catlin Europe SE
Verwerende partij: O. K. Trans Praha spol. s r. o.
Prejudiciële vraag
Dient artikel 20, lid 2, van verordening (EG) nr. 1896/2006 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure aldus te worden uitgelegd dat het verzuim om degene voor wie het stuk is bestemd, in kennis te stellen van het feit dat hij kan weigeren het stuk waarvan betekening of kennisgeving moet worden verricht, in ontvangst te nemen, als bepaald in artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 1393/2007 (2) van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken („de betekening en de kennisgeving van stukken”) en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1348/2000 (3) van de Raad („de verordening inzake de betekening en kennisgeving van stukken”), verweerster (degene voor wie het stuk is bestemd) het recht geeft om heroverweging van het Europese betalingsbevel te verzoeken, overeenkomstig artikel 20, lid 2, van verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure („de verordening tot invoering van een Europees betalingsbevel”)?