This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CA0571
Case C-571/16: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 4 October 2018 (request for a preliminary ruling from the Administrativen sad — Varna — Bulgaria) — Nikolay Kantarev v Balgarska Narodna Banka (Reference for a preliminary ruling — Deposit guarantee schemes — Directive 94/19/EC — Article 1(3)(i) — Article 10(1) — Definition of ‘unavailable deposit’ — Liability of a Member State for harm caused to individuals by breaches of EU law — Sufficiently serious breach of EU law — Procedural autonomy of the Member States — Principle of sincere cooperation — Article 4(3) TEU — Principles of equivalence and effectiveness)
Zaak C-571/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 4 oktober 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna — Bulgarije) — Nikolay Kantarev / Balgarska Narodna Banka [Prejudiciële verwijzing — Depositogarantiestelsels — Richtlijn 94/19/EG — Artikel 1, punt 3, onder i) — Artikel 10, lid 1 — Begrip „niet-beschikbaar deposito” — Aansprakelijkheid van een lidstaat voor door particulieren geleden schade als gevolg van schendingen van het Unierecht — Voldoende gekwalificeerde schending van het Unierecht — Procedurele autonomie van de lidstaten — Beginsel van loyale samenwerking — Artikel 4, lid 3, VEU — Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel]
Zaak C-571/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 4 oktober 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna — Bulgarije) — Nikolay Kantarev / Balgarska Narodna Banka [Prejudiciële verwijzing — Depositogarantiestelsels — Richtlijn 94/19/EG — Artikel 1, punt 3, onder i) — Artikel 10, lid 1 — Begrip „niet-beschikbaar deposito” — Aansprakelijkheid van een lidstaat voor door particulieren geleden schade als gevolg van schendingen van het Unierecht — Voldoende gekwalificeerde schending van het Unierecht — Procedurele autonomie van de lidstaten — Beginsel van loyale samenwerking — Artikel 4, lid 3, VEU — Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel]
PB C 436 van 3.12.2018, p. 3–4
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
3.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 436/3 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 4 oktober 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna — Bulgarije) — Nikolay Kantarev / Balgarska Narodna Banka
(Zaak C-571/16) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Depositogarantiestelsels - Richtlijn 94/19/EG - Artikel 1, punt 3, onder i) - Artikel 10, lid 1 - Begrip „niet-beschikbaar deposito” - Aansprakelijkheid van een lidstaat voor door particulieren geleden schade als gevolg van schendingen van het Unierecht - Voldoende gekwalificeerde schending van het Unierecht - Procedurele autonomie van de lidstaten - Beginsel van loyale samenwerking - Artikel 4, lid 3, VEU - Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel])
(2018/C 436/03)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Administrativen sad — Varna
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Nikolay Kantarev
Verwerende partij: Balgarska Narodna Banka
Dictum
1) |
Artikel 1, punt 3, en artikel 10, lid 1, van richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten, ten eerste, tegen een nationale wetgeving volgens welke als voorwaarde voor de vaststelling van de niet-beschikbaarheid van deposito’s geldt dat de kredietinstelling insolvent is en de bankvergunning van die instelling is ingetrokken en, ten tweede, tegen afwijkingen van de termijnen waarin die bepalingen voorzien voor de vaststelling van de niet-beschikbaarheid van de deposito’s en voor de uitbetaling ervan, met als motivering dat het noodzakelijk zou zijn de kredietinstelling onder bijzonder toezicht te plaatsen. |
2) |
Artikel 1, punt 3, onder i), van richtlijn 94/19, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/14, moet aldus worden uitgelegd dat de niet-beschikbaarheid van de deposito’s, in de zin van die bepaling, moet worden vastgesteld bij een uitdrukkelijke rechtshandeling van de bevoegde nationale autoriteit en niet kan worden afgeleid uit andere rechtshandelingen, zoals het besluit van de Balgarska Narodna Banka (Bulgaarse centrale bank) om de Korporativna Targovska Banka onder bijzonder toezicht te plaatsen, noch kan worden verondersteld op grond van omstandigheden zoals die van het hoofdgeding. |
3) |
Artikel 1, punt 3, onder i), van richtlijn 94/19, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/14, moet aldus worden uitgelegd dat de vaststelling van niet-beschikbaarheid van een bankdeposito, in die zin van die bepaling, niet afhankelijk kan worden gesteld van de voorwaarde dat de rekeninghouder van dat deposito voordien bij de betrokken kredietinstelling een verzoek tot uitbetaling heeft ingediend, waaraan geen gevolg werd gegeven. |
4) |
Artikel 1, punt 3, onder i), van richtlijn 94/19, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/14, heeft rechtstreekse werking en is een rechtsregel welke beoogt rechten toe te kennen aan particulieren, zodat deposanten een beroep kunnen instellen tot vergoeding van de schade die is veroorzaakt door de te late uitbetaling van de deposito’s. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of het achterwege blijven van de vaststelling van niet-beschikbaarheid van de deposito’s binnen de in deze bepaling bepaalde termijn van vijf werkdagen, hoewel de duidelijk omschreven voorwaarden van die bepaling waren vervuld, in omstandigheden als die van het hoofdgeding een voldoende gekwalificeerde schending in de zin van het Unierecht oplevert, alsook om na te gaan of er een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen die schending en de door een deposant als Nikolay Kantarev geleden schade. |
5) |
Artikel 4, lid 3, VEU en de beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich, gelet op het ontbreken van een specifieke procedure in Bulgarije om deze lidstaat aansprakelijk te kunnen stellen voor schade die voortvloeit uit een schending van het Unierecht door een nationale autoriteit:
|