Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0544

    Zaak C-544/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 5 juli 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de First-tier Tribunal (Tax Chamber) — Verenigd Koninkrijk) — Marcandi Ltd, handelend onder de naam Madbid/Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs (Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikel 2, lid 1, onder c) — Verstrekking van biedpunten waarmee kan worden meegedaan aan online veilingen — Diensten die onder bezwarende titel worden verricht — Voorbereidende handeling — Artikel 73 — Maatstaf van heffing)

    PB C 301 van 27.8.2018, p. 3–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.8.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 301/3


    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 5 juli 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de First-tier Tribunal (Tax Chamber) — Verenigd Koninkrijk) — Marcandi Ltd, handelend onder de naam Madbid/Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

    (Zaak C-544/16) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 2, lid 1, onder c) - Verstrekking van biedpunten waarmee kan worden meegedaan aan online veilingen - Diensten die onder bezwarende titel worden verricht - Voorbereidende handeling - Artikel 73 - Maatstaf van heffing))

    (2018/C 301/03)

    Procestaal: Engels

    Verwijzende rechter

    First-tier Tribunal (Tax Chamber)

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Marcandi Ltd, handelend onder de naam Madbid

    Verwerende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs

    Dictum

    1)

    Artikel 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat bij de verstrekking van biedpunten als in het hoofdgeding, waarmee klanten van een ondernemer kunnen meedoen aan door de ondernemer georganiseerde veilingen, sprake is van een dienst onder bezwarende titel, met als tegenprestatie het in ruil voor die biedpunten betaalde bedrag.

    2)

    Artikel 73 van richtlijn 2006/112 moet aldus worden uitgelegd dat in omstandigheden als in het hoofdgeding, de tegenprestatie die de belastingplichtige ontvangt in ruil voor de leveringen van goederen aan gebruikers die een door hem georganiseerde veiling hebben gewonnen of die met gebruikmaking van de „Koop Nu”- of de „Verdiende Korting”-optie een aankoop hebben verricht, niet de waarde van de tijdens de veiling ingezette biedpunten omvat.

    3)

    De rechterlijke instanties van een lidstaat die bij de uitlegging van de relevante Unierechtelijke en nationaalrechtelijke bepalingen vaststellen dat een handeling voor de belasting over de toegevoegde waarde verschillend wordt behandeld in een andere lidstaat, hebben, afhankelijk van de vraag of hun beslissingen volgens het nationale recht al dan niet vatbaar zijn voor hoger beroep, de mogelijkheid of zelfs de verplichting om het Hof om een prejudiciële beslissing te verzoeken.


    (1)  PB C 14 van 16.1.2017.


    Top